search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Interview 049


zoiets dan nog niet bestaat, start Van den Hoogenband een eigen onderneming. “Ik nodigde allemaal experts uit met een sportachtergrond. Een dokter met ervaring in het zeilen, een fysiotherapeut met een basketbalverleden, een manueel arts met een hockeyachtergrond. Maar er zat ook een voedingsdeskundige bij, een stromingsgeleerde en een inspannings- fysioloog: oud-zwemmer Jan Olbrecht uit België die lactaatmetingen deed. Met z’n allen hadden we één doel: Pietertje zo hard mogelijk laten zwemmen. Maar ik ging me óók verdiepen in hun werelden, om ze feedback te kunnen geven en om- dat ik wilde leren, ik wilde me ontwik- kelen. Dat heeft me fantastisch mooie inzichten opgeleverd.”


Succes in het water Nog belangrijker: het levert hem succes op in het water. Nadat Van den Hoogen- band in 1999 definitief zijn geneeskunde- studie staakt, wint hij een jaar later goud op de Olympische Spelen in Sydney, op zo- wel de 100 als de 200 meter vrije slag. Vier jaar later prolongeert hij in Athene zijn titel op het koningsnummer. Daarnaast pakt hij in zijn loopbaan twee zilveren en twee bronzen olympische medailles en diverse andere prijzen. Met dank, zo vertelt hij, aan al die experts, veelal (para) medici, die hem gedurende zijn carrière hebben geholpen. “In Nederland hebben we artsen, zoals neurochirurg Wilco Peul die mijn hernia opereerde, die op hun gebied de Olympische Spelen zouden winnen. Maar ik heb ook veel te danken aan fysiotherapeuten. Eerst had ik er één die heel oplossingsgericht was. Later nam ik een fysio in de arm die wat meer preventief werkte. Als topsporter moet je het zelf doen, moet jíj presteren. Maar als je het maximale eruit wilt halen, dan heb je mensen om je heen nodig die de voorwaarden scheppen om optimaal te kunnen presteren.” Waar individuele sporters die begelei-


ding in 2000 nog zelf moeten organise- ren, wordt dat twintig jaar later voor hen gedaan. Nu Van den Hoogenband chef de mission is, is het ‘creëren van een opti- maal prestatieklimaat’ zijn corebusiness. Nadat hij in 2008 stopt met zwemmen, overweegt hij eerst nog om geneeskunde te gaan studeren. “Uiteindelijk bleek ik toch nieuwsgieriger naar andere paden.” Paden die hem naar het bedrijfsleven


‘Ik hoop dat onze ploeg een nieuwe generatie weet te inspireren.


Dat is mij persoonlijk meer waard dan een


hoge klassering in het medailleklassement’


leiden, maar uiteindelijk terugvoeren naar de sport. Eind 2018 wordt hij be- noemd tot chef de mission voor de Olympische Spelen in Tokio. En zo treedt hij toch nog een beetje in de voetsporen van zijn vader die jarenlang de functie van chef-arts heeft bekleed tijdens de OS. “Natuurlijk is hij blij dat mijn keuze destijds goed heeft uitgepakt, daardoor heeft mijn vader ook mooie momenten beleefd.”


COVID-stempel Door COVID-19 worden Van den Hoogen- bands eerste Olympische Spelen als chef de mission uitgesteld. En ook nu ze een jaar later, op 23 juli aanstaande, van start gaan, zal de pandemie nog een flinke stempel drukken op het grootste sportevenement ter wereld. “De facili- teiten, de stadions, de concurrentie, dat blijft allemaal hetzelfde. Eenmaal in de ring, op het veld of in het water strijden de besten tegen de besten. Maar wel zon- der grote toeschouwersaantallen, zonder een olympisch dorp zoals we dat gewend zijn.” Al denkt de chef van de Neder- landse equipe niet dat de prestaties daaronder zullen lijden. “Sporters zijn als geen ander gewend aan weerstand en tegenslag. Daar leren ze mee omgaan en daardoor ontwikkelen ze hun adaptief vermogen.” Voor VDH zelf verandert er naar


eigen zeggen niet zoveel. “Mijn taak blijft hetzelfde: ervoor zorgen dat onze sporters kunnen excelleren. Alleen de puzzel die wij met de hele staf moeten leggen, is wat ingewikkelder geworden. Ik denk dat de medische staf bij deze Spelen belangrijker is dan ooit. Daarbij is ook een rol weggelegd voor de twee


COVID-19-verbindingssofficieren die we hebben aangesteld. Deze ‘Liaison officers – arts en oud-hockeykeepster Joyce Sombroek en oud-shorttracker Wilf O'Reilly – zijn de brug tussen aan de ene kant de organisatie en de maatrege- len, en aan de andere kant onze sporters, coaches en staf die zo min mogelijk afgeleid moeten worden. Maar voor ons allemaal geldt: niemand heeft dit eerder meegemaakt. Het voelt alsof we een brug bouwen, terwijl we er al overheen lopen.”


Olympic Festival Omdat vrienden, familie en fans niet naar Tokio mogen afreizen, wordt op het strand van Scheveningen een Olympic Festival opgetuigd. “Allerlei tv-shows hosten vanaf daar. Er komen grote scher- men waarop het publiek de wedstrijden kan volgen, binnen de dan geldende regels uiteraard. Voor hen zijn er ook mogelijkheden om allerlei sporten te beoefenen én op deze plek zullen onze Olympiërs een warm onthaal krijgen bij thuiskomst en hun gewonnen medailles vieren.” Hoeveel medailles TeamNL in de


wacht gaat slepen, of zou móeten slepen om van geslaagde Spelen te mogen spreken, daar doet Van den Hoogenband geen uitspraken over. “Ik vond het zelf als sportman op de Olympische Spelen vreselijk als ik buitenlandse chef de missions hoorde oreren over medaille- spiegels. Bovendien: als ik een verwach- ting of voorspelling uitspreek, dan lijkt het misschien alsof ik eigenaarschap heb. Maar dat heb ik niet. Ik ben onder- steunend, faciliterend. Ik heb slechts een rol op de achtergrond. Het gaat om de sporters en de coaches; zij staan op de voorgrond. En achteraf maken we de balans wel op.” Al rekent de TeamNL-chef het succes


niet per se af aan het aantal medailles. “Ik heb een wat softere benadering”, zegt hij zelf. “Natuurlijk hopen we op veel medailles, maar ik kijk vooral uit naar mooie races, naar mooie verhalen die ervoor zorgen dat de mensen thuis met kleur op de wangen voor de tele- visie zitten. Ik hoop dat onze ploeg een nieuwe generatie weet te inspireren. Dat is mij persoonlijk meer waard dan een hoge klassering in het medaille- klassement.”


<


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121  |  Page 122  |  Page 123  |  Page 124