Tekst: Martijn Reinink
Financiën
Herzieningsverzoek VvAA over WW-premie in behandeling
De Belastingdienst heeft een herzieningsverzoek van VvAA in behandeling genomen over de verschuldigde WW-premie bij variabele beloning.
Sinds de invoering van de Wet Arbeidsmarkt in balans (WAB) betalen werkgevers een lagere WW-premie voor werknemers met een vast contract en een vijf procentpunt hogere premie voor oproepkrachten. Welke premie werkgevers moeten afdragen die hun werknemers variabel belonen, blijkt echter niet uit deze wet. Omdat variabele beloning veel voorkomt in de eerstelijnszorg, heeft
VvAA de Belastingdienst verzocht – al voordat de wet in werking trad op 1 januari 2020 – om duidelijkheid te verschaffen. Vanuit arbeidsrechtelijk perspectief stelde VvAA dat de lage WW-premie in deze situatie van toe- passing zou moeten zijn. Ruim een jaar later, in december 2020, gaf de fiscus aan dit uitgangspunt níet te volgen. “De argumentatie was moeilijk te volgen en gebaseerd op onterechte aannames”, zegt Erik van Dam, adviseur kennismanagement bij VvAA. Daarom heeft hij namens VvAA eind april een ‘expliciet herzieningsverzoek’ ingediend, dat de Belasting- dienst in mei in behandeling heeft genomen. Bij het ter perse gaan van dit nummer, heeft de fiscus nog geen uit-
sluitsel gegeven. Mochten er ontwikkelingen zijn, dan leest u hierover op
vvaa.nl/wab. Ook via Arts en Auto houden we u op de hoogte.
Elma van Vulpen is financial planner bij VvAA Kwetsbaar
Als corona ons één ding geleerd heeft, dan is het wel dat onze gezondheid kwetsbaar is. Los van de fysieke en emotionele gevolgen, worden de financiële gevolgen van arbeidsongeschiktheid vaak onderschat. Neem een 40-jarige zelfstandig werkende fysiothe-
rapeut. Wanneer hij arbeidsongeschikt raakt, valt zijn inkomen geheel of gedeeltelijk weg. Vanuit de overheid is er op dit moment, behalve de bijstandsuitkering, geen vangnet. Deze fysiotherapeut zal zijn financiële reserves moeten inzetten om zijn uitgaven te financieren. Naast de gevolgen op korte termijn, zijn er ook
Startdatum vaste arbeidsomvang oproepkracht wettelijk vastgelegd
Voor werkgevers die met oproepkrachten werken, is per 1 juli 2021 duidelijk wanneer een contract met vaste arbeidsomvang moet ingaan.
De WAB verplicht werkgevers om oproepkrachten die twaalf maanden voor hen hebben gewerkt, een contract aan te bieden met een vaste arbeidsomvang. “Dat aanbod doet de werkgever in de dertiende maand”, legt VvAA’s
werkgeversadviseur Jean-Paul van Bemmel uit. “De oproepkracht heeft vervolgens een maand de tijd om het te accepteren. Dat was al zo sinds de invoering van de WAB. Wat alleen nog níet duidelijk in de wet stond, was wanneer die vaste arbeidsomvang zou moeten ingaan als de op- roepkracht het aanbod accepteert.” Die duidelijkheid is er nu wel, door de wetswijziging die plaatsvond op
1 juli jongstleden. Van Bemmel: “De aanvangsdatum is uiterlijk de eerste dag nadat twee maanden zijn verstreken, dus uiterlijk op de eerste dag van de vijftiende maand. Als de oproepkracht het aanbod afwijst, moet de werkgever het voorstel het jaar erna opnieuw doen.” Onder oproep- krachten vallen ook medewerkers die op omzetbasis werken, maar geen vaste uren en voorschot met de werkgever hebben afgesproken.
gevolgen op langere termijn. De pensioenopbouw bij het beroepspensioenfonds stopt. Premievrijstelling kan namelijk alleen worden meeverzekerd als er ook sprake is van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Er zal daarnaast geen ruimte zijn om nog te sparen voor de oudedag. Een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) is duur, maar bedenk wel dat er in bovenstaand voor- beeld bij langdurige arbeidsongeschiktheid misschien wel 20 of 25 jaar wordt uitgekeerd. U kunt zelf ook invloed uitoefenen op de premie.
Heeft u al wat reserve opgebouwd? Kies dan voor een langere eigenrisicoperiode. Hierdoor betaalt u minder premie. Ook een lager verzekerd bedrag of een kortere uitkeringsduur zorgen ervoor dat de premie zakt en een verzekering die uitkeert tot uw 62-ste is goedkoper dan een verzekering die uitkeert tot uw 68-ste verjaardag. U zorgt er op deze manier voor dat er in elk geval een basisdekking is.
Er wordt misschien wel 20 of 25 jaar uitgekeerd
Wanneer u om welke reden dan ook geen AOV kunt afsluiten, kijk dan welk bedrag u opzij kunt zetten of overleg met uw adviseur over mogelijke alternatieven. Nog een laatste weetje: de premie voor een AOV is aftrekbaar voor de inkomstenbelasting.
De overheid werkt aan een wetsvoorstel voor een verplichte basis AOV voor zelfstandigen. De verwachting is dat deze niet eerder dan in 2024 ingaat.
elma.van.vulpen@
vvaa.nl
Column 023
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124