search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Caroline Reeders Beeld: Marlo Reeders


Spiegel 041


Op deze plek verhalen schrijvers, journalisten en publicisten over een persoonlijke ervaring met de gezondheidszorg en houden ze (para)medici een spiegel voor.


Medische poëzie


Hun stemmen werden voor mij een soort muziek


In mijn boek U mag even plaatsnemen beschrijf ik mijn fascinatie voor de wereld van de ziekenhuiszorg waarin ik als een torpedo wordt afgeschoten na de diag- nose borstkanker. Een parallel universum van professionals, met eigen codes, hiërarchieën en het streven naar de hoogste kwaliteit als pulserende kracht. En met een eigen taal. In die taal komt veel Latijn en Grieks voor, met een hogere prevalentie van de i-grec dan in de gezonde wereld en significant meer woorden eindigend op -atie, -atief, -sief, -ering, -yse, -ese of -geen. Medici kunnen zonder hapering minuten lang geboeid een gesprek met elkaar voeren waarvan ik alleen ja/ nee, de lidwoorden, voegwoorden en een enkel adjectief begrijp. Als mijn echtgenoot, tropenarts bij Artsen zonder Grenzen, en de chirurg samen even los gingen, werden hun stemmen voor mij een soort muziek, chanting zou je kunnen zeggen. Ik vond dat niet onplezierig. Het bood me de gelegenheid tot contemplatie. En ik wist dat ze verbanden zouden leggen en conclusies zouden trekken en mij op enig moment de vertaling zouden verstrekken, betekenis en duiding zouden geven, of keuzes zouden bieden. Door de logische, consistente en zorgvuldige manier van formuleren, kreeg ik als patiënt het idee dat ik het snapte. Dat geeft vertrouwen in de behandeling en houdt het nocebo-effect op afstand. Inhoudelijk begrijp ik er natuurlijk weinig van, het is vooral de gepresenteer- de logica die ik kan volgen. Maar ook de beeldspraak en het verzorgde woord- gebruik maken de ziekte en de therapie aan- schouwelijk. Zo wordt in het rapport van de patholoog ‘de topografie en de verkrijgings- wijze’ van het geoogste weefsel vermeld. Is me uitgelegd dat eventueel overlevende, eenzame tumorcellen niet gedijen in een bepaald klimaat. Indringers die herkend


Caroline Reeders (1965), neerlandica en communicatie- wetenschapper, is sinds 1 mei directeur van uitgeverij Atlas Contact. Voordien was zij directeur van Athenaeum Boekhandel. Dit jaar verscheen haar boek U mag even plaatsnemen.


worden door een netwerk van inwendige rookmelders, een legertje dat op de been komt, de productie van verdelgers die wordt opgeschroefd, het lichaam als slagveld, als fabriek, als Wunderkammer. Met het schrijven van mijn boek leverde ik onbedoeld een bescheiden bijdrage aan de medical humani- ties, een interdisciplinair wetenschappelijk vakgebied dat zich richt op de raakvlakken tussen de medi- sche wereld en de geesteswetenschappen. Het academische tijdschrift Nederlandse Letterkunde wijdde in 2018 een heel themanummer aan de dialoog tussen geneeskunde en literatuur. Een subdiscipline is de narrative medicine. Hier draait het om het doorgronden van ziektenarratieven: hoe ziektememoires en andere gestileerde verhaalvormen behandelaars kunnen helpen te begrijpen wat de betekenis is van aan- doeningen voor patiënten. Literatuurwetenschappers en medici slaan een brug door de taal. In de ‘narrative medicine’ gaat het vooral om inzicht in de patiënt en zijn ziektebeleving, platgeslagen: geneeskunde in de literatuur. Hopelijk zal dit relatief nieuwe wetenschapsgebied zich ook verlustigen aan de indrukwekkende, literaire vertaalprestaties van medici waardoor de patiënt hén begrijpt: literatuur in de geneeskunde. Neem deze fragmenten uit het verslag van de radioloog, over een borstecho en een longfoto: Geen architectuurverstoringen Geen verdichtingen Geen nieuwe suspecte massa’s Nu nog minimaal matglas. Pure poëzie.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121  |  Page 122  |  Page 123  |  Page 124