017
over een situatie die op allerlei momenten toch oncontroleerbaar bleek. Is hij weleens echt bang geweest? Bang dat het compleet uit de hand zou lopen in het land? “Het ís compleet uit de hand gelopen”, verbetert hij. “En ik heb zeker angstige momenten beleefd. De meeste in de derde week van maart 2020, toen ik Bruno Bruins plotseling moest opvolgen. Ik was achter de schermen al wel betrokken, zo was ik de dag ervoor nog koorts- achtig bezig met het zoeken van manieren om aan extra beademingsapparatuur te komen. Toch is het anders als je opeens zelf de volle verant- woordelijkheid voor de hele crisisaanpak draagt. En een dag later kwamen uit Brabant écht nood- signalen, toen werd de ongekende omvang van de crisis zeer tastbaar en werd de spanning omdat het wel eens helemaal mis zou kunnen gaan, voelbaar. Bij alle betrokkenen. De Brabantse zie- kenhuizen meldden dat ze helemaal overliepen en de patiëntenstroom niet meer aankonden. Met hulp van het leger hebben we toen de patiënten- spreiding opgezet. Eerst voor de Brabantse zieken- huizen en een dag later startte de opbouw van het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Sprei- ding voor het hele land. Als ik de film terugspoel, komt het indrukwekkende beeld van die rijen met ambulances naar boven. Bizar wat we alle- maal hebben meegemaakt met elkaar.”
Hebben meegemaakt. Voltooid verleden tijd. Hopen we, want het virus is niet weg en zolang de vaccinatiegraad in de wereld niet op orde is, blijven mutanten mogelijk bedreigend. Dat erkent De Jonge en toch heeft hij vertrouwen. “We hebben veel om dankbaar voor te zijn. Het einde van de crisis is in zicht en dat hebben we vooral te danken aan de vaccins, die we nu in zeer hoog tempo kunnen verstrekken. Nu komt de tijd waarin er weer veel meer kan en dan kun- nen we ook met wat meer afstand gaan kijken naar het verleden. Ik weet dat mensen geleden hebben door het virus zelf en ik weet dat er ook zeer velen hebben geleden onder de maatregelen om dat virus de pas af te snijden. In de vorm van eenzaamheid of omdat ze hun bedrijf kapot zagen gaan. Daarnaast hebben we herhaaldelijk een uitzonderlijk groot beroep moeten doen op onze zorgprofessionals, van wie er velen nu uitgeput zijn. Toch zie ik in die groep ook veel veerkracht en gedrevenheid. Al vanaf het begin. In die derde week van maart was ik in ziekenhuis Bernhoven in Brabant, toen het epicentrum van de uitbraak in Nederland. De ontreddering op de gezichten van heel ervaren verpleegkundigen en artsen zal me altijd bijblijven. Toen ik daar aankwam, stond in de personeelsruimte een bord met de tekst: Wat we willen behouden na de crisis met voorbeel- den erop als: samenwerking tussen de domeinen. Dat vond ik zo fascinerend. Midden in een immense crisis en dan al zien welke positieve krachten er
‘De ontreddering op de gezichten van zeer ervaren verpleegkundigen en artsen zal me altijd bijblijven’
loskomen en al vooruit kunnen kijken naar een betere tijd waarin die positieve effecten behouden moeten blijven. Er is ook veel goeds gebeurd in deze verschrikkelijke tijd. Zaken waarover soms jaren gediscussieerd werd in een ziekenhuis of regio, waren ineens in een weekend geregeld. Zoals fouten bij een crisis horen, horen ook dit soort positieve effecten erbij. Ik ga ervan uit dat dit perspectief biedt voor de komende tijd, waarin we het met elkaar moeten hebben over de manier waarop we ons gezondheidszorgstelsel hebben ingeregeld en hoe we het in de toekomst willen vormgeven. Nuttig en nodig, want de nu pijnlijk ervaren schaarste gaan we in de komende twintig jaar door de vergrijzing opnieuw voelen. Maar dan in slow motion.”
<
FOTO: ANP/HH/LAURENS VAN PUTTEN
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124