search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
029


vraag die de verloskundige hopelijk bevestigend kan beantwoorden. De vraag stelt haar echter ook voor een dilemma. Dat komt doordat zij – waar- schijnlijk terecht – de vraag verstaat als een verzoek om geen informatie te delen met Veilig Thuis. Cliënte is bang dat instanties zich weer met haar gaan bemoeien. Het is waarschijnlijk begrijpelijk dat de


Ethicus Lieke van der Scheer


De verloskundige vraagt zo om vertrouwen


Ik wil het over vertrouwen hebben. ‘Cliënte vraagt of zij de verloskundige kan vertrouwen’. Dat is een terechte


vrouw instanties is gaan wantrouwen. Toch ligt in haar vraag naar vertrouwen juist de opening. De verloskundige kan laten zien dat ze te vertrouwen is door duidelijk te maken dat je ‘vertrouwen’ ook anders kunt invullen dan alleen ‘geen informatie doorgeven’. Hoe de cliënte daarvan te overtuigen? Door een gedeeld doel centraal te stellen: de vrouw en de verloskundige willen allebei dat het goed gaat met moeder en kind. En uit onderzoek door Veilig Thuis kan ook blijken dat er géén reden tot zorg is;


dat het goed gaat met de vrouw, haar ongeboren kind en eerdere kinderen. Dat komt dan in haar dossier. Als er wel problemen zijn, worden die vroegtijdig gesignaleerd en kan passende hulp worden geboden, zodat grotere proble- men voorkomen worden. De verloskundige vraagt zo om ver-


trouwen. Het vereist moed van de vrouw haar te vertrouwen terwijl ze weet dat ze informatie aan de instanties geeft. Dat legt de verantwoordelijkheid bij de verloskundige om dat vertrouwen niet te beschamen. Dat doet ze door open te zijn over wat precies door Veilig Thuis gevraagd wordt en over welke informa- tie ze deelt. Steeds met uitleg waarom dat tot goede zorg kan leiden.


Lieke van der Scheer is filosoof/ethicus


van kindermishandeling, namelijk be- treffende het ongeboren kind, voordoet. Een ondertoezichtstelling van andere kinderen van een zwangere wordt gezien als risicofactor. Maar voor een re- delijk vermoeden van kindermishande- ling is meer nodig. Zeker in deze casus: de ondertoezichtstelling is geruime tijd geleden en hield kennelijk verband met omstandigheden die niet meer aan de orde zijn, namelijk de vechtscheiding. De verloskundige zal hier VT moeten vragen of VT een redelijk vermoeden van kindermishandeling heeft. Ook zal VT het informatieverzoek moeten toelichten en uitwerken in duidelijke vragen, zodat de verloskundige kan beoordelen welke informatie voor VT relevant is. Als VT geen aanwijzingen heeft voor


kindermishandeling, dan is de wettelijke regeling voor informatieverstrekking aan VT niet van toepassing. De verloskundi- ge heeft dan ruimte om met haar cliënte af te wegen in hoeverre het delen van informatie met VT in het belang is van de zorg aan haar, haar ongeboren kind en


Jurist Annemarie Smilde


Geen wettelijke plicht om aan verzoek te voldoen


voor de behandelrelatie. Zij mag alleen met expliciete toestemming van cliënte de vragen van VT beantwoorden. Bestaat er volgens VT wel een ver-


moeden van kindermishandeling, dan zal de verloskundige VT van informatie


moeten voorzien. Zij moet zich inspan- nen om met cliënte overeenstemming te bereiken over de met VT te delen gegevens. Uiteraard met aandacht voor de impact hiervan op de vertrouwens- relatie, gezien de voorgeschiedenis. Wanneer cliënte geen medewerking wil verlenen, mag de verloskundige de verzochte informatie aan VT alleen in zeer uitzonderlijke situaties weigeren, namelijk als dat nodig is ter bescher- ming van het belang van het ongeboren kind. Bijvoorbeeld als cliënte zich bij informatieverstrekking aan de zorg van de verloskundige zal onttrekken en uit beeld raakt. Uiteraard heeft de verloskundige altijd


een eigen verantwoordelijkheid om bij aanwijzingen voor kindermishandeling te handelen volgens de Meldcode van de KNOV.


Annemarie Smilde is senior specialist gezondheidsrecht bij VvAA


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121  |  Page 122  |  Page 123  |  Page 124