search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Hebe Kohlbrugge is een drukbezette vrouw, hier bereidt ze zich voor op haar toespraak tijdens een symposium.


Je kreeg een jas en een jurk, geen kousen en geen broek. ’s Ochtends stond je van vier tot zeven uur op appel en het was 70 kilometer ten noorden van Berlijn, het was dus al fiks koud en dat trok ontzet- tend op. Dat gaf je kans op alle blaas- en nierziekten die je maar kunt bedenken.” Dankzij de Tsje- chische meisjes kreeg Kohlbrugge een broek. “Dat was goud waard.”


Onzalige taak In Ravensbrück kregen ze veel te weinig te eten en ook veel te wei- nig slaap. Alhoewel Kohlbrugge ook hier ‘het geluk’ had in de ziekenboeg te werken, had ze de onzalige taak gekregen om met helemaal niets voor de aanwezige Poolse baby’s te zorgen. “Ik had niks. Vieze lapjes en die vieze lapjes moesten gewassen wor- den als het kon en die moesten gedroogd bij het vuurtje. Het kind dat het dichtst bij het vuurtje lag, lag veel te warm en het kind dat bij het raam lag, lag veel te koud. Wat moest ik doen? Alles wat ik deed, was fout.” De baby’s stier- ven, de één na de ander, en ze had dan ook nog de taak het de Poolse moeders mee te delen. “Eentje herinner ik me nog heel goed. Die kon per ongeluk goed Duits en zei: ‘Mijn man is doodgeschoten, mijn hele familie is weg. Dit kind was het enige wat ik had.’” Uiteindelijk werd zij hier weg-


46 oktober 2016


gehaald en aan het werk gezet bij de ‘luizencolonne’, waarbij ze het haar van de vrouwen moesten controleren op luizen. Het werk stond haar tegen en ze kreeg het aan de stok met de Kapo. Net toen ze niet meer wist hoe het nu ver- der moest, werd ze geveld door 40 graden koorts. Ze werd ijlend in de tyfusbarak gelegd, waar ze als haringen in een ton met zijn drieën in een bed lagen. “Ik lag weinige uurtjes en toen kwamen twee van mijn Tsjechische vrien- dinnen met een brancard. Ze haal- den mij daar weg en droegen mij naar de enige kleine elitekamer van het kamp met tien bedden. En ik kwam alleen in een bed te lig- gen, u weet niet wat dat is, alleen in een bed. Dat denk ik nu nog wel eens als ik in bed lig: ik heb een bed! Het was verrukkelijk wat deze twee Tsjechische vriendin- nen voor mij gedaan hebben en een groot wonder, want ze wisten dat ik geen communist was en dat ik christen was.” Lang zou echter dit ‘paradijselijke bestaan’ niet duren. De rust werd hier wreed verstoord door een hele groep zigeunermeisjes die zonder verdoving gesteriliseerd werden door de kamparts en ook op deze kamer onder werden gebracht. Een kind naast haar huilde de hele nacht: ‘Oh Maria Gottes hilf mir doch.’ Je kon niks doen, je lag daar maar.”


Vrij Toch waren de wonderen de wereld nog niet uit voor Kohl- brugge. Haar straf zat erop en ze kreeg een papier met een ontslag- bevel. Het was januari 1945 en ze stond zomaar op straat in het door oorlog geteisterde Duitsland. Haar contacten in Berlijn bleken allen na het complot tegen Hitler van 20 juli verdwenen te zijn. Ten einde raad reisde ze dan maar naar Uel- zen waar ze een stempel van de Gestapo op haar formulier moest halen. Ze trof de wachtofficier aan “met zijn liefje op zijn schoot in een houding waar je geen derde bij wil hebben”, die woedend, betrapt, een stempel zette en ‘Raus’ schreeuwde. Met treinen vol vluchtelingen en ondanks de spoorwegstaking wist ze uiteindelijk ziek en verzwakt Amsterdam te bereiken. Hier kon haar zus, die haar verzetswerk had overgenomen, zich over haar ontfermen en zou ze de bevrijding meemaken. Kohlbrugge zou altijd dezelfde strijdbare vrouw blijven als in de oorlog. Haar hele verdere leven heeft ze zich via de kerk ingezet voor het lot van de Oost- Europeanen. Het contact met haar Tsjechische vriendinnen heeft ze tot hun dood onderhouden.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65