This page contains a Flash digital edition of a book.
HET GLADHEIDSMEETSYSTEEM NOG VRIJWEL ONGEWIJZIGD


NA 28 JAAR IS DE SENSORTECHNIEK VAN


ningen konden 22 strooiroutes worden teruggebracht tot 17. “Ook kunnen de wagens nu iets sneller op het steunpunt zijn, waardoor zij langere routes kunnen rijden. Hierdoor hebben we dus minder wagens nodig. Binnen twee uur moet ie- dere strooiroute volledig gestrooid zijn.” De strooiroutes zijn bespreekbaar, aldus Bondrager. “Als de aannemer het slim- mer of anders wil doen, dan kan dat.” Een stok achter de deur is er ook: als een vrachtwagen zijn route niet op tijd heeft gestrooid, of deze niet goed heeft gestrooid, kan de aannemer een korting worden opgelegd.


den tot veel vertraging en fi les. Bij de jaarlijkse vlootschouw vóór 1 ok- tober wordt al het wintermaterieel ge- test. “We zetten dan de strooiers op de wagens om te kijken of alles goed werkt”, zegt Vincent Bondrager, regio- naal adviseur gladheidsbestrijding Mid- den-Nederland. “Zo nodig worden ook de strooiroutes al een keer gereden. Bij een nieuw contract met aannemers ge- beurt dit altijd.”


“In Midden-Nederland hebben we sa- men met de provincie Utrecht een com- binatiecontract met vier percelen en twee aannemers.” Met nieuwe bereke-


It giet oan De strooioperatie wordt in gang gezet door een telefoontje van de gladheids- coördinator. Die baseert zijn beslissing onder meer op het landelijke gladheids- meldsysteem met 330 meetpunten, dat wegdektemperatuur, luchtvochtigheid en zoutgehalte meet. Het systeem waar- schuwt automatisch bij kans op glad- heid. “Er zit een alarm in. Bij twijfel kun je ook nog een collega of het KNMI bel- len.” Meldingen van weginspecteurs over sneeuw en ijzel kunnen een belangrijke rol spelen. “Dat zijn onze ogen en oren op de weg.”


“Het besluit om te gaan strooien willen we zo laat mogelijk nemen”, zegt Rini


Donker, senior adviseur gladheidsbestrij- ding. “Dit om het aantal acties waarbij het achteraf toch niet nodig was, te mi- nimaliseren. Maar ook om effectiever te zijn. Want hoe dichter we op het moment zitten van de noodzaak van strooien, hoe beter de kwaliteit van de strooiactie.” Het gladheidsmeldsysteem is al in jaren tachtig door Rijkswaterstaat ontwikkeld, aldus Donker. “Het gaat om een van de eerste gladheidsmeetsystemen in de wereld. We zijn nu 28 jaar verder, en het werkt nog steeds. De sensortechniek is vrijwel ongewijzigd.”


Infrarood


Rijkswaterstaat kijkt ondertussen wel naar nieuwe meettechnieken met be- hulp van infrarood. Bij Harmelen is een testopstelling. “Het nadeel van sensor- techniek is dat de weg moet worden af- gezet bij vervanging en reparaties. Bij infraroodmetingen hoeft dat niet, want dat kan met behulp van palen langs de weg.”


Een ander voordeel van infrarood is dat de waterfi lmdikte en ijs- en sneeuwvor- ming op de weg kunnen worden geme- ten, aldus Donker. “Maar eerst willen we weten of de metingen precies kloppen. We zien soms nog behoorlijke afwijkin- gen. De nauwkeurigheid is van groot belang, want in Nederland maken tien- den van graden het verschil.”


Nr.6 - 2018 OTAR O Nr.6 - 2018TAR 27


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48