This page contains a Flash digital edition of a book.
we kunnen besparen op het staal om- dat dunnere damwanden evengoed vol- staan.”


Innovatief


“Inmiddels hebben we nu twee veel- belovende innovatieve technieken ont- wikkeld waarvan er een al in de prak- tijk wordt uitgeprobeerd, namelijk het in de dijk aanbrengen van kwelschermen van geotextiel die wel water, maar geen zandkorrels doorlaten. Een tweede, mo- gelijk goedkopere techniek, die nu in- tensief door Deltares wordt beproefd, is de zogenaamde ‘grofzandbarrière’. Daarbij wordt in de bestaande dijk een diepe sleuf gegraven waarin, simpel gezegd, vervolgens zand met een gro- ve korrel in wordt gestort dat wel water doorlaat, maar zelf op zijn plaats blijft.”


‘VIA NIEUWE REKENMETHODEN BEPALEN WE WAT DE ACTUELE STERKTE VAN EEN DIJK IS’


water in de dijk wordt meegevoerd. Er is onder andere geëxperimenteerd met een nieuw type sondering, waarmee de doorlatendheid van de grond kan wor- den gemeten. Ook geofysische karte- ringstechnieken, waaronder grondradar, infraroodmeting en elektromagnetische technieken, zijn onderzocht en kunnen de dijkbeheerders helpen om een be- ter beeld van de werkelijkheid te krijgen en daar nader onderzoek op locatie op af te stemmen, waarbij overigens ook historische gegevens een rol spelen. Weijers: “Dan denken we het te weten, maar dan moet de theoretische wer- kelijkheid in de praktijk worden gevali- deerd. Daarvoor hebben wij een metho- de ontwikkeld, waarbij diverse partijen op de dijk bijeenkomen en gezamenlijk te bepalen wat de theorie voor de situ- atie ter plekke in feite betekent en wel- ke technieken eventueel ingezet moeten worden om de dijk te versterken.”


Werkplaatsen “Dat noemen wij Werkplaatsen”, ver- volgt Weijers. “Daarvoor heb je verschil- lende stakeholders nodig, waaronder bewoners die weten wat er in de omge- ving speelt, dijkbeheerders die over veel beheerskennis beschikken, de theore- ticus die het computermodel heeft ge-


14 Nr.3 - 2017 OTAR


maakt, pr-mensen die het proces or- ganiseren en vooral ook de politicus/ bestuurder die de eindverantwoordelijk- heid heeft. Het is vaak maatwerk want nergens is de praktijksituatie hetzelfde. Die beelden goed bij elkaar brengen is van uitermate groot belang, want dat kan aan de ‘voorkant’ weleens resulte- ren in een verkleining in de opgave van het aantal te verbeteren kilometers dijk. Ook kan op die manier consensus en dus draagvlak worden gecreëerd voor de eventueel toe te passen dijkverster- kingstechniek; of het nu een traditionele aanpak vereist of gebruik gemaakt gaat worden van innovatieve oplossingen.”


Traditioneel


Om piping te bestrijden bestaan twee traditionele technieken die voor veel si- tuaties een goede oplossing bieden. Zo is daar de aanleg van een pipingberm aan de binnenzijde van de dijk, waar- mee de weg van het doorsijpelende wa- ter wordt verlengd. Deze techniek wordt vaak toegepast in het landelijke gebied waar voldoende ruimte bestaat. In dich- ter bebouwde gebieden wordt vaak ge- kozen voor stalen damwandschermen in de dijk. Weijers: “Een wat minder ef- fectieve en vooral ook dure maatregel, hoewel na onderzoek is gebleken dat


Daarnaast zijn ook nog andere tech- nieken uitgeprobeerd, zoals de tradi- tionele drainagetechnieken, maar ook nieuwere doorontwikkeling zoals de ‘waterontspanner’ en de DMC-buis. Uit- gangspunt bij deze techniek is via een drainagesysteem de waterdruk in de dijk te verminderen. De DMC-buis is voorzien van meet- en monitoringstech- nieken waarmee de waterdruk in de dijk online kan worden bepaald en indien nodig kan worden beïnvloed om de be- trouwbaarheid te waarborgen. Weijers: “Beide technieken hebben wij een stap verder gebracht, maar is nog niet zover dat hij full scale kan worden toegepast.”


Macrostabiliteit bijna overal Behalve piping gelden ook hoogte en stabiliteit als grootste faalmechanismen van een dijk. Martin Schepers, program- mamanager van de POV Macrostabili- teit, vertelt dat in tegenstelling tot piping dat zich vooral in het rivierengebied af- speelt, de opgave voor macrostabiliteit op bijna alle plekken aanwezig is, vaak ook in combinatie met andere faalme- chanismen. “Om de dijk aan de nieu- we normen te kunnen laten voldoen is de traditionele aanpak om de dijk sim- pelweg met grond te verhogen wat au- tomatisch betekent dat de dijk ook bre- der wordt. Dat is in veel gevallen een ingrijpende en kostbare aanpak en ook wij hebben de opgave te onderzoeken op welke wijze die klus sneller, beter en


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48