Proefrit
Horsch RO 1 autonome tractie-unit
Je transporteert de RO 1-robot als aanhanger, bijvoorbeeld achter de vrachtauto die het zaaizaad aanvoert. Let op de spiraalslangen voor de luchtremmen van voertuig en zaaimachine.
Nu hydrostaat, straks eigen cvt Voor die tractie beschikt de RO 1 over twee Claas-rupsen van een Axion Terra Trac. Deze zijn 1,35 meter lang en 89 centimeter breed en hebben gezamenlijk 2,4 vierkante meter con- tactoppervlak. Dankzij de starre koppeling met de zaaimachine en de bijbehorende oplegdruk moet voldoende tractie daarmee geen probleem zijn. Totdat het een eigen cvt-transmissie heeft ontwikkeld, past Horsch een hydrostatische aandrijving toe. De RO 1 rijdt maximaal 20 km/u. Michael Horsch: “Omdat de machine puur voor veldwerk is ontwikkeld, zijn de eisen aan een
Vanwege de ontbrekende cabine is het op het eerste oog moeilijk om de grootte van de RO 1 goed in te schatten. Dat komt mede doordat het geheel compact oogt, en een trekkend voertuig lijkt te ontbreken.
transmissie anders, geringer. Je kunt met een duidelijk kleiner bereik qua rijsnelheid toe, en rijcomfort speelt een ondergeschikte rol. Mede daardoor durven we de ontwikkeling van een eigen cvt-transmissie wel aan.” Het vermogen van de tractie-unit komt van een 350 pk MTU-dieselmotor. In de toekomst wil Horsch naar 450 en zelfs 500 pk toe. Voor het rijden en manoeuvreren is er een afstandsbe- diening, zoals we die kennen van bijvoorbeeld bouwmachines en de talud- en ruw terrein- maairobots. Deze vorm van besturing is echter alleen voor manoeuvreren en servicedoeleinden
Beduidend voordeliger dan combinatie met trekker
Volgens directeur-eigenaar Michael Horsch had het bedrijf ten tijde van de opkomst van gps- stuurhulpen en stuurautomaten, ruim twintig jaar geleden, al de eerste visies op autonome veldwerkzaamheden. Ook toen al was een trac- tie-unit met rupsonderstel één van de ideeën, geeft hij aan. Volgens hem maakt het kosten- technisch niet uit of je veiligheidsvoorzienin- gen en besturingssoftware gebruikt voor een kleine veldrobot met 3 meter werkbreedte of voor een grote autonome werktuigendrager met 18 of 24 meter werkbreedte. Over trekkers zegt hij: “Vroeg of laat zijn alle trekkers zoals we die nu kennen verder geautomatiseerd, en heb- ben ze naast RTK-gps een LiDAR en/of radarsys- teem aan boord. Dan is het niet langer nodig om een nieuw voertuig uit te vinden.” “Het gaat bij robotisering niet om het vervangen van
bestemd. In het veld moet het werk volledig au- tonoom gebeuren. Aanvankelijk concentreerde Horsch zich daarbij op het automatiseren van het zaaien, en dit los te koppelen van de vaardighe- den van de chauffeur. In de tweede fase vervangt technologie ook de controlerende functie van de chauffeur. Omdat met beide stappen efficiëntie en capaciteit duidelijk toenemen, zijn individuele functies zoals sectieschakeling en controle op verstopte slangen en zaaipijpen al onderdeel van de bestaande zaaimachines die (nog) getrokken worden door ‘gewone’ trekkers.
medewerkers. Het gaat erom om hem of haar een nieuwe taak en nieuwe verantwoordelijkheden te geven. Verder hebben wij een heel duidelijke eis: uiteindelijk moet het geheel beduidend voordeliger zijn dan een combinatie van een trekker met 400 tot 500 pk en een machine.”
40 TREKKER MEI 2022
Autonoom gaat verder dan automatisch Momenteel is de gekoppelde Serto 12 SC-zaai- machine echter nog een standaard Isobus-ma- chine. Dat betekent dat (storings)meldingen ver- schijnen op het scherm van de terminal op de machine, en in de online ‘Connected farm’-om- geving van ontwikkelingspartner Trimble. De machine stopt ook nog niet vanzelf als bijvoor- beeld een zaaipijp verstopt raakt. Het zijn aspec- ten waar potentiële gebruikers als eerste vragen over stellen, en die aangeven dat ‘autonomise- ring’ veel verder gaat dat automatisering. Het manoeuvreren zelf is met de RO 1 en de af- standsbediening geen probleem. Voor- en ach- teruitrijden doet-ie als een gewone trekker. Dankzij de compacte bouwwijze is duidelijk min- der ruimte nodig dan voor een trekker-machine- combinatie. Naast de veiligheidsaspecten ten aanzien van autonoom werken, gewaarborgd door camera’s, LiDAR en andere radarsensoren, speelt de padplanning een doorslaggevende en cruciale rol. Dit zien we ook bij andere (veld)ro- bots die al op de markt zijn. Tijdens die
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92