52


Noordzeekanaalgebied hard aan om alle groe- ne brandstoffen veilig en efficiënt te bunkeren, nu en in de toekomst. Daarnaast ontwikke- len we port emission reduction technologies, zoals walstroom. Maar natuurlijk hebben we ook een voorbeeldfunctie, dus pakken we ook onze eigen vloot aan.”


AMSTERDAM Het klimaatprobleem is groot en allesomvattend. “En daarom is mijn motto: verander de wereld en begin bij je- zelf.” Milembe Mateyo wil als (Rijks)haven- meester van de Amsterdamse haven en het Noordzeekanaalgebied de scheepvaart verduurzamen.


Milembe staat aan het hoofd van de Divisie Havenmeester in Amsterdam. De missie van de Divisie Havenmeester is een veilige, vlot- te en duurzame afhandeling van de scheep- vaart. De 24/7 operatie bestaat uit circa 150 man, die onder andere werken als inspecteur gevaarlijke stoffen, verkeersleider, sluiswach- ters en havenbeambten die onder meer op de patrouillevaartuigen varen. Ook heeſt ze nog haar eigen afdeling Beleid.


In het klimaatakkoord van Parijs in 2015 werd de scheepvaart niet meegenomen. Wat vind je daarvan? “Dat is een gemiste kans. Wat ik merk is dat scheepvaart een blinde vlek is in de hele dis- cussie. Het is een eigen wereld, dus ik begrijp wel dat die is overgeslagen. Daarom voelt die verantwoordelijkheid nog sterker om hier wat aan te doen.”


Wat doe je dan precies? “De Amsterdamse haven wordt een Multi Fuel Port. Daar zijn we al sinds 2013 mee be- zig. Schone brandstoffen gaan immers het verschil maken. Daarom werken we er in het


Wat zijn de doelen? “Ons verduurzamingstraject hebben we in di- verse stappen verdeeld. Zo hebben we een aantal doelstellingen per stap geformuleerd. De eerste stap loopt tot 2025. Dan is de uit- stoot SOx, NOx en CO2 van de scheepvaart in onze haven, zowel wat vaart als wat stil- ligt, met 10 procent gereduceerd. De volgen- de stap loopt tot 2030. In dat jaar hebben we de reductie met 20 procent verlaagd en is de zeecruise aan de kade emissieneutraal. De derde stap, die loopt tot 2050, betekent een emissie-neutrale scheepvaart.”


Wat is er nodig om de doelstellingen te halen? “De komende drie jaar gaan wij onze ei- gen vloot verduurzamen. Drie van de vier patrouillevaartuigen krijgen een nieuwe motor. We hebben onderzocht of we hybri- de kunnen gaan varen. Maar een ombouw was enorm veel werk, met een kleine winst. Daarom hebben we ervoor gekozen om de motoren van onze patrouillevaartuigen te ver- vangen. Deze werkpaarden krijgen een kleine- re en schonere motor die met minder brand- stof kunnen en op biobrandstoffen kunnen werken. Daarnaast komt er een filter die de uitstoot opvangt die plaatsvindt door naver- branding. Daarmee reduceren wij de uitstoot met 90 procent van NOx en SOx en 20 procent minder CO2 ten opzichte van nu. Hoe het in de praktijk werkt, gaan we ondervinden. Het is ‘learning by doing’. Verder gaat ons nieu- we representatievaartuig, de Neo Orbis, op waterstof varen. Deze wordt volgend jaar ge- bouwd. Daarnaast varen onze vaartuigen op dit moment al voor 50 procent op biobrand- stoffen, zoals oud frituurvet. In de toekomst zal het percentage biobrandstof dat wordt bijgemengd toenemen. Tot slot gebruiken


wij walstroom als we aan de kade liggen. Een schip aan walstroom hoeſt zijn motor niet te laten draaien voor licht en verwarming en dat scheelt ook uitstoot.”


Hoe staat het met de walstroom? “In de periode tussen 2025 en 2030 gaan we het aantal walstroompunten in de hele ha- ven uitbreiden. Nu liggen deze punten alleen binnen de ring. Ook voor de zeecruise onder- zoeken we de walstroomoptie. Deze moet in 2030 emissieneutraal zijn. En binnen Port of Amsterdam hebben we een ‘dedicated’ Team Clean Shipping. Dit team houdt zich bezig met beleid en innovatie en zorgt dat ons verhaal over de verduurzaming van de scheepvaart in allerlei nationale en internationale bijeen- komsten wordt verteld.”


Wat is nodig om de scheepvaart te verduurzamen? “Er is heel veel kennis nodig over tech- niek, innovaties en kosten. En we moeten


976 | WEEK 46-47 17 NOVEMBER 2021


Havenmeester Mateyo: ‘De wereld veranderen is bij jezelf beginnen’


samenwerken. Hand in hand, proefprojecten starten. We kunnen dit als Amsterdam en als Nederland niet alleen oplossen. Natuurlijk is geld ook nodig om een vloot te verduurza- men, maar het begint allemaal met de wil.”


Waar ben je trots op als havenmeester? “Ik ben ongelofelijk trots op het enthousias- me en de inzet van alle mensen die met onze duurzaamheidsprojecten bezig zijn. Ik kijk enorm uit naar de primeur van het waterstof- vaartuig. En naar het eerste patrouillevaartuig dat een nieuwe motor krijgt.”


Hoe ziet de scheepvaart er in 2050 uit? “In elk geval emissieneutraal. Hoe verder, weet ik zo niet. Er komen nog zoveel innova- ties aan die we ons nog niet kunnen voorstel- len, maar die wel een grote rol gaan spelen bij de verduurzaming van de scheepvaart. Als je nu al een beeld zou hebben van hoe dat eruit gaat zien, dan komen we er niet.”


Bron: Port of Amsterdam Visie schone scheepvaart


Eind dit jaar komt er een nieuwe visie Schone Scheepvaart. De eerste visie liep tot en met 2020. Het verschil met de nieuwe versie is dat er CO2-reducties in zijn meegenomen. Verder wordt er ingezet op drie pijlers.


Port Emission Reduction Technologies Dit zijn middelen om emissies van schepen die aan de kade liggen naar beneden te krij- gen. Daar vallen onder meer (mobiele) wal- stroom, mobiele uitlaatgassen, afzuigin- stallaties en ontgassen onder. Schepen die benzeenhoudende lading vervoeren moeten - indien zij andere lading aan boord krijgen - ontgassen via een ontgassingsinstallatie. Dat houdt in dat de dampen worden opgevan- gen, zodat ze niet in de lucht komen.


Port Call Optimization Hiermee moeten emissies worden geredu- ceerd door efficiënte scheepvaartafwikke- ling, zoals makkelijk vindbare wachtplaatsen en optimale sluisplanning. Door schepen


hierin te faciliteren, gebruiken ze minder brandstof.


Maritime Energy Carrier Met deze derde pijler is ingezet op duur- zame brandstoffen. Deze moeten veilig en milieuvriendelijk gebunkerd kunnen wor- den. Daarnaast wordt gewerkt aan het op- zetten van Green Corridors. Schepen moeten niet alleen in Amsterdam een brandstof kun- nen bunkeren, maar ook in de haven waar ze naartoe gaan of vandaan komen.


Daarin heeſt Amsterdam verschillende rol- len. Faciliteren door de juiste infrastructuur aan te leggen, zoals bunkermogelijkheden van biobrandstoffen, en verder wordt het ge- stimuleerd door schone schepen korting te geven. Internationaal houdt Amsterdam zich bezig met het pleiten voor duurzame wet- en regelgeving. Niet alleen, er wordt ook veel samengewerkt in binnen- en buitenland.


Veth Propulsion verkoopt eerste gecertificeerde 16L Stage V Scania’s aan Carpe Diem Shipping


ROTTERDAM Met het tekenen van een con- tract voor de levering van twee Stage V Scania-motoren op de beurs Europort zet- ten Carpe Diem Shipping en Veth Propulsion weer een stap vooruit in de verdere ver- groening van haar ms Semper Fi.


Het ontwerp van mvs Semper Fi was in 2012 al vooruitstrevend. Bij de bouw van het schip is op alle vlakken rekening gehouden met een zo gunstig mogelijke exploitatie. Destijds werd door Wilco Ooms voor dit Green Award Goud gecertificeerde schip al gekozen voor een doordacht ontwerp, in combinatie met een doorontwikkelde duurzame hybride voortstuwing.


Bij de oplevering van het schip werd voor de hybride voortstuwing gekozen voor twee 1160 pk trusters met CCNR2 gecertificeerde motoren als aandrijving. Ook toen werd de opdracht hier- voor aan Veth Propulsion ge- gund, vanwege het feit dat zij verder gaan dan alleen levering en ook meeden- ken aan een op- lossing, voor het schip maar ook voor verduurza- ming in het algemeen, aldus Ooms. En nu, na tien jaar, voldoen deze nog steeds aan


de eisen die aan het schip gesteld worden maar wordt door Ooms toch een stap verder gedacht.


“Door een refit uit te voeren met de plaat- sing van twee 16 L gecertificeerde Scania- motoren, lopen we weer voorop én maken we de stap in certificering van CCNR2 naar Stage V”, zo stelt hij. Daaraan voegt hij toe dat de ervaring met zowel Veth Propulsion als Scania hem vertrouwen geven deze ver- volgstap met het schip te maken.


De motoren zijn compact en passen daardoor goed in de machinekamer


“De motoren zijn compact en passen daar- door goed in de machinekamer. Alle idee- en die we met dit hybride schip bij de bouw hadden, zijn nog altijd actueel. We blijven modulair denken en kunnen ook naar de ver- dere toekomst stappen zetten in de wijze waarop het schip wordt aangedreven, alle soorten van energie-opwekkers kunnen wor- den toegepast. Juist door de keuze van destijds voor hy- bride. Met thrusters achterin is de combinatie uit hybride perfect. Ook de roerpropel- lers voor de toekomst ne- men weinig ruimte in en zijn daarbij efficiënt en compact. Daarmee is het mogelijk bin- nen de veranderende weers- omstandigheden met een hogere frequentie van laag


water een betrouwbaar partner voor trans- port over water voor onze klanten te blijven.”


Kortom, een waardevol partnerschap, dat eveneens bijdraagt aan een stap in verduur- zaming voor de sector.


Duurzame voortstuwing Naast Stage V richt Veth Propulsion zich op elektrificatie van haar producten om ook op die manier klaar te zijn voor de toekomst. De zeer compacte en volledig elektrische Veth Integrated L-drive gooit als roerpropeller al hoge ogen in de markt en nu is het product- aanbod ook uitgebreid met een compacte en volledig elektrisch stuurrooster. “Omdat wij altijd streven naar een partnerschap met onze klanten, blijven wij vooruitdenken en


continu investeren in oplossingen voor de toekomst. Onze klanten zijn daarmee goed voorbereid op ontwikkelingen zoals duur- zaamheid en wisselende diepgang”, aldus Jan van Stenis. “Een product dat hier ook goed bij aansluit, is de shallow draſt roerpro- peller, waarbij een schip met uiteenlopende diepgangen zeer efficiënt kan varen.”


Veth Propulsion Nanengat 17 3356 AA Papendrecht T: 078-6152266 E: info@veth.net I: www.veth.net


Wilco Ooms (rechts) tekende het contract voor twee Stage V Scania-motoren met Jan van Stenis, Manager Service en Aſtersales Veth Propulsion.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64