976 | WEEK 46-47 17 NOVEMBER 2021
Minister stelt nieuwe Antwerpse veerboot in gebruik
ANTWERPEN Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters heeſt dinsdag 9 november in Antwerpen de nieuwe veerboot Marnix van Sint Aldegonde officieel in gebruik genomen.
Net zoals de andere vaartuigen van het agent- schap MDK vaart het veer op zwavelarme brandstof en wordt het scheepsmanagement geborgd door een geïntegreerd kwaliteitssys- teem. De rompvorm van de veerboot is geop- timaliseerd en is daarom veel duurzamer. De Marnix van Sint Aldegonde biedt plaats aan 200 passagiers waarvan 75 fietsen mee aan boord kunnen.
Met een lengte van 30 meter en een breedte van 9,5 meter is ook dit recentste vaartuig vol- ledig uitwisselbaar met de andere veerdien- sten van het agentschap op de Schelde. Er zijn heel wat groene maatregelen geïntegreerd. Zo leveren zonnepanelen op een zonnige dag voldoende energie om het volledig elektrisch net van het vaartuig te voeden. Hierdoor is het niet nodig dat de motoren extra energie aan- maken. Ook het brandstofverbruik ligt veel la- ger in vergelijking met de huidige veerboten. Daarnaast is de mogelijkheid voorzien om in de toekomst snel en eenvoudig over te scha- kelen naar alternatieve brandstof.
De nieuwe veerboot gaat varen ter hoogte van Sint-Anna, in de stadskern van Antwerpen en zal de veerdienst versterken met een vlotte verbinding over de Schelde. In 2021 werden er al zo’n 340.000 passagiers overgezet, dat was al hoger dan in 2020 en zal nu naar verwach- ting nog meer toenemen.
Duurzame mobiliteit “Investeringen die bijdragen aan duurzame mobiliteit zijn essentieel om mensen een ge- varieerd aanbod aan verschillende transport- modi te bieden. Zeker in en rond Antwerpen
zijn verplaatsingen met de fiets of te voet effi- ciënter dan met de wagen”, zegt Peeters. Het ging om een investering van 4,3 miljoen euro voor de veerdiensten. Het agentschap MDK werkt momenteel aan een volledig elek- trische veerboot voor de veerdiensten op de Schelde. Deze boot zal eind 2022 geleverd worden. "Vergroening van de vaartuigen is voor ons agentschap enorm belangrijk. Deze nieuwe veerboot is uitgerust met de modernste tech- nologie en onderhoudsvriendelijke materia- len”, vult Nathalie Balcaen, administrateur-ge- neraal van het agentschap MDK verder aan."
Het agentschap MDK is opgetogen dat dit fees- telijke moment, maar bovenal belangrijk mo- ment voor de bemanning van het schip, kon doorgaan. Meter Erica Caluwaerts doopte het schip en wenste de Marnix van Sint Aldegonde en haar bemanning een behouden vaart.
Naamgeving MDK koos voor een naam van een historisch figuur, gelinkt aan de regio waar de veerboot dienst doet. Philips de Marnix, Heer van Sint Aldegonde, geboren in 1540, was schrijver, diplomaat en vertrouweling van Willem van Oranje.
Philips de Marnix werd in deze zestiende eeuw ook kortstondig benoemd tot burgemees- ter van Antwerpen. Na zijn periode als burge- meester van de stad, trok De Marnix zich te- rug en schreef hij opnieuw boeken. De familie de Marnix bezit vandaag nog steeds het kas- teel van Bornem. De huidige graaf, John II de Marnix, is de veertiende graaf van Bornem en de 54ste kasteelheer. Hij beheert ondertus- sen al meer dan 50 jaar het domein en het kas- teel langs de Oude Schelde, een zijarm van de Schelde.
De doop van de Marnix.
15
Nauwelijks sprake van uniformiteit of ergonomie in de stuurhuizen
BRUSSEL Uit diepgaand onderzoek naar mens-machine-interface in het stuurhuis in relatie tot ongevallen in de binnenvaart, zijn drie belangrijke resultaten aan het licht ge- komen. Zo is gebleken dat er nauwelijks van uniformiteit sprake is in stuurhuizen, de lo- catie van bedieningselementen niet volgens ergonomische normen geschiedt en er een vals gevoel van veiligheid van informatie van geautomatiseerde hulpmiddelen heerst.
JAN SCHILS
Tijdens de eerste fase van dit onderzoek naar menselijke factoren in relatie tot ongelukken in de binnenvaart, werd al geconcludeerd dat bij 70 tot 80 procent van deze incidenten men- selijke factoren in het spel waren. Daarop ga- ven de Europese binnenvaartorganisaties als EBU en ESO, die verenigd zijn in het IWT- Platform, het onderzoeksbureau Intergo de opdracht om een tweede en meer diepgaande fase van dit onderzoek uit te voeren. Daarbij werden ook het IVR en het Nederlandse mi- nisterie van Infrastructuur en Waterstaat be- trokken. De resultaten en aanbevelingen van deze fase van het onderzoek zijn nu openbaar gemaakt.
Schadeclaims nemen toe Een belangrijke vaststelling is dat het aan- tal ongevallen en schadeclaims in de binnen- vaart vanaf 2014 elk jaar zijn gestegen. Ook de hoogte van de schadeclaims neemt als- maar toe. Paul Goris, voorzitter van het IWT Platform, trok al meteen de conclusie dat de binnenvaartsector, die aan de vooravond staat van een grote transitie op het gebied van duurzaamheid en digitalisering, een verdere ontwikkeling van normen en bepaalde veilig- heidseisen nodig heeſt.
Vermoeidheid en stress Het rapport dat Intergo nu presenteerde gaat over fase 2a, meer bepaald een diepgaande studie naar drie factoren die verband hou- den met de hoofdoorzaak van onvoldoende Human-System-Integration. Deze factoren zijn: het stuurhuisontwerp, de mens-machine interface (HMI) en de huidige en toekomstige niveaus van automatisering. In een volgend rapport (fase 2b) zullen de organisatorische factoren communicatie, vermoeidheid en stress, specifieke vaarwegsituaties en kwa- lificaties van de bemanningsleden worden besproken. Ook dit rapport, dat veel duide- lijkheid moet brengen over de diepgaandere oorzaken van de ongelukken in de binnen- vaart, wordt binnenkort gepubliceerd.
Bij de onderzoeken van de tweede fase werd een internationale vragenlijst voor schippers en binnenvaartbedrijven voorgelegd, gevolgd door scheepsbezoeken met interviews en ob- servaties om een overzicht te krijgen van de huidige stuurhut en HMI-ontwerpen. Zowel oudere als nieuwere schepen van verschil- lende afmetingen en verschillende types wer- den bezocht. Ook werd er een vergelijking gemaakt met andere vervoersmodi zoals het spoor en de luchtvaart om na te gaan hoe
Aan de hand van de eerste fase van het on- derzoek, waarbij het vooral ging om een data- en expertanalyse - werden er verschil- lende factoren geïdentificeerd, die bijdragen aan incidenten door menselijke factoren of deze zelfs bevorderen. Concluderend werd er voor twee aparte aanvullende onderzoeken geopteerd, namelijk de mens-machine-inter- face in het stuurhuis (fase 2a) en onderzoek naar de meest plausibele redenen van vier vaak voorkomende ongevalsoorzaken.
normen, voorschriſten en richtlijnen worden gebruikt om effectievere en veiligere werk- omgevingen te creëren.
Volgens Lijdia Pater van het IWT-Platform is het belangrijkste punt van aandacht de vei- ligheid van de scheepvaart: “Het is een be- langrijk onderwerp, voor de veiligheid aan boord van binnenschepen, maar ook voor het imago van de binnenvaart als veilige ver- voersmodaliteit. We willen met de studie- resultaten een nuttige en onderbouwde in- breng leveren aan de verdere discussies, maar bovenal bijdragen aan het vermin- deren of voorkomen van ongevallen in de binnenvaart.”
Stappenplan Bij deze kwestie gaat het niet alleen om technische voorschriſten maar ook om kwalificaties van bemanningsleden én de manier waarop het aan boord van de schepen is georganiseerd. Synchronisatie van de aanbevelingen uit de studies voor fase 2a en 2b is belangrijk. Immers zijn technische en organisatorische zaken onderling verbonden. In het werkpro- gramma van de werkgroep technische voorschriſten (CESNI/PT) is het volgende opgenomen: “Behandeling van de resul- taten van het onderzoek naar de factor mens als onderliggende oorzaak van on- gevallen in de binnenvaart: Mens/ma- chine-interface en het ontwerp van het stuurhuis.” Nodig is een stappenplan, waarbij alle belanghebbenden worden betrokken, want nieuwe richtlijnen moe- ten in de eerste plaats aantrekkelijk zijn voor alle betrokken partijen.
Leerlingen Maritieme Academie Harlingen werken al volgens nieuwe richtlijn
HARLINGEN Leerlingen van de Maritieme Academie Harlingen hebben in de eerste week van november praktijklessen gevolgd in het koppelen van de opleidingsschepen Prinses Máxima en Amalia. Hun daarmee behaalde examen voldoet aan de nieuwe Europese richtlijnen.
Met deze praktijklessen en het afnemen van een digitaal examen voor de theorie voldoet de Maritieme Academie Harlingen al aan de nieuwe Europese richtlijn ES-Qin OL 1.1.2 Navigation voor de binnenvaart, die in januari volgend jaar van kracht wordt. De leerlingen volgen de uitstroomrichting Rijn-, Binnen- en Kustvaart van het vmbo-profiel Maritiem en Techniek en worden opgeleid tot matroos.
Samenstel Bij het koppelen worden de opleidingssche- pen Prinses Máxima en Amalia aan elkaar ver- bonden als een hecht samenstel, zodat ze als één geheel verder kunnen varen. “Daar komt veel bij kijken. Veiligheid, samenwerken en communicatie zijn essentieel bij het uitvoe- ren van deze taak”, vertelt Arjen Mintjes, direc- teur van de Maritieme Academie Harlingen. “Leerlingen leren zo in de praktijk waar ze op moeten letten en hoe ze hun taken veilig uit kunnen voeren.”
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64