Tekst: Paulien Spieker Beeld: De Beeldredaktie/ Guido Benschop
Uitgewerkt
Huisarts Dico Strop kon op zijn 58ste stoppen met werken, haalde zijn busrijbewijs en zit nu af en toe als chauffeur op de touringcar. Daarnaast treedt hij op als forensisch arts in de regio Rijnmond.
Waarom bent u geneeskunde gaan studeren? Vanaf mijn twaalfde wist ik dat ik medicijnen wilde doen. Het sprak me aan, je draagt iets positiefs bij. Ik ben huisarts geworden omdat ik een generalist ben, geen superspecialist. Na mijn huisartsenopleiding moest ik in militaire dienst en daarna kon ik met mijn echtgenote, die ook huisarts is, een praktijk overnemen. Gezondheidspro- blemen deden ons beseffen dat het verstandig is bijtijds te stoppen met de praktijk. En dat is gelukt.
Was rijden op de bus een jongensdroom? In mijn studententijd heb ik zes jaar lang in de zomer- vakantie bijverdiend als reisleider van busreizen naar Joegoslavië. Ik heb toen al vaak gedacht dat ik ook weleens op die andere stoel wilde zitten. Ik kende hier een rijschoolhouder en heb van hem les gehad. Het rijden op een bus van 12 tot 15 meter lang is niet gemakkelijk, zeker niet op smalle dijkjes. Al snel nadat ik was ge- slaagd, kwam ik in contact met een busonderneming die touringcarreizen verzorgt. Nu maak ik regelmatig reisjes, meestal dagjes uit. Maar ik ben ook al eens met een koor naar Engeland geweest. Je komt zo in aanraking met mensen die gezellig uitgaan. Dat vind ik leuk.
Zag u er tegenop om met uw praktijk te stoppen? Mijn vrouw en ik hebben altijd met veel plezier gewerkt. We wonen zelfs nog boven de praktijk. Maar de tijden zijn wel veranderd, ook ten goede. Vroeger moest je ’s nachts vaak je bed uit. Dat hoeft niet meer sinds de komst van huisartsenposten en betere medicijnen. Toch ben ik blij dat wij zijn gestopt.
Maar niet volledig gestopt? Nee, het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Mijn doch- ter, die recent haar artsexamen heeft gehaald, liep haar laatste stage bij Forensische Artsen Rotterdam Rijnmond (FARR), een particuliere onderneming. Zij vond dat ook echt iets voor mij. Ik ben tot 1993 gemeentelijk lijkschou- wer geweest, dus ik had wel enige ervaring. Ik ben nu een van de twintig artsen in de regio die arrestantenzorg doen in de cellenblokken van de politiebureaus. Verder doen wij onderzoek bij zedenzaken.
Dico Strop (1951) groeit op in Assen. Hij begint in 1969 in Groningen de studie geneeskunde. In 1976 volgt hij de dan eenjarige opleiding huisartsgeneeskunde in Dokkum. Samen met zijn echtgenote neemt hij in 1979 een praktijk over in Hardinxveld-Giessendam. In 2010 stoppen ze met de praktijk.
‘Het bloed kruipt waar het niet gaan kan’
ArtsenAuto mei 2012 045
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100