Tekst: Rutger Vahl Beeld: Hollandse Hoogte/Amaury Miller
ook invloed op het medisch handelen van zorg professionals. Circa een op de vijf heeft weleens een patiënt doorgestuurd naar een collega vanwege het intimiderende gedrag. Een kwart van de eerstelijns zorgverleners en een vijfde van de specialisten heeft weleens een behande ling verricht of juist nagelaten uit angst voor de gevolgen van intimidatie. En een derde van de eerstelijns behandelaars (met name tandartsen) heeft om deze reden weleens de behandelrelatie beëindigd. Bij specialisten is dit een kwart. De mentale effecten op zorgverleners lijken
daarentegen beperkt. Zo melden zij zich nauwe lijks ziek als gevolg van de intimidatie en heeft ook maar een fractie zich ooit psychisch laten behandelen. Het gevoel van veiligheid onder zorgverleners is groot, ondanks ervaringen met intimidatie.
Druk van patiënt Huisarts in ruste Willem Nieuwdorp maakte een paar jaar geleden een intimiderende situatie mee. “Een jonge patiënt die niet de medicatie kreeg die hij wilde hebben, begon te schreeuwen en sneed toen met een scheermesje in zijn armen, onder het uitroepen dat hij seropositief was en mij zou besmetten. Ik heb een paar dagen flink last gehad van dit incident.” Volgens Nieuwdorp, die 35 jaar in het vak zat, is intimidatie met de tijd toegeno men. “Patiënten zijn mondiger geworden, maar ook fysieker en bedreigender. Wat vroeger bin nensmonds werd gemompeld, wordt nu hardop gezegd.” Het gevoel van Nieuwdorp sluit aan bij dat van de overige respondenten in het onder zoek. Twee derde van de ondervraagde zorgverle ners denkt dat intimidatie in de zorg toeneemt. Dat intimidatie het gedrag van zorgverleners
beïnvloedt, kan huisarts Barbera Bischot uit Arnhem begrijpen. Zelf heeft ze ook ooit een behandelrelatie beëindigd vanwege intimidatie. Maar een behandeling verrichten of nalaten om dat de patiënt dit eist, gaat haar te ver. “Ik hoor wel van collega’s die geneesmiddelen voorschrij ven omdat de patiënt veel druk uitoefent en ze ervan af willen zijn. Misschien begrijpelijk. En er zijn collega’s die überhaupt de confrontatie ver mijden. De patiënt eist tegenwoordig ‘service’ en dat betekent kennelijk dat er aan al zijn wensen moet worden voldaan. Maar zelf ben ik opgeleid met het idee dat je als arts doet wat medisch noodzakelijk is. Service bieden, maar niet per se alleen doen wat de patiënt wil.”
Waar driekwart van de zorgverleners zegt zich weleens geïntimideerd te hebben gevoeld, zegt 80 procent van de consumenten zich geen geval
‘Wat vroeger binnensmonds werd gemompeld, wordt nu hardop gezegd’
van intimidatie te kunnen herinneren. Een op de tien geeft aan weleens in een situatie te hebben gezeten die door de zorgverlener als intimide rend werd ervaren. Daarvan zegt 17 procent dat de intimidatie door hem of haarzelf werd veroorzaakt; in 21 procent van de gevallen ging het om een familielid. Deze percentages staan in contrast met wat
zorgprofessionals zelf zeggen. Een grote meer derheid zegt dat de intimidatie van de patiënt kwam en ruim de helft dat een familielid de veroorzaker was. Ook op de stelling ‘Intimidatie in de zorg hoort
niet’ reageren zorgverleners en consumenten verschillend. Ruim 90 procent van de zorgpro fessionals onderschrijft de stelling, terwijl dat percentage bij consumenten met 71 procent sub stantieel lager ligt. Met name jongeren vinden vaker dat intimidatie in de zorg er wél bij hoort. Dat de patiënt mondiger is geworden, blijkt
ook uit het onderzoek. Een ruime meerderheid zoekt voorafgaand aan een bezoek aan de zorg verlener zelf naar informatie over zijn of haar klachten en behandelmethoden. Ruim vier van de vijf willen meebeslissen als het gaat om de te
Ik heb een patiënt wel eens
doorgestuurd naar een collega als gevolg van intimidatie of de angst voor intimidatie, terwijl ik de patiënt anders niet door zou hebben doorgestuurd
17% 83%
22%
78%
Eerstelijns- zorgverleners
Tweedelijns- zorgverleners
Ik heb bij een patiënt wel eens handelingen verricht of juist nagelaten als gevolg van
intimidatie of de angst voor intimidatie, terwijl ik die
handelingen anders niet zou hebben verricht of nagelaten
18% Bron: Quint result 82% Mee eens Mee oneens
Tweedelijns- zorgverleners
25%
75%
Eerstelijns- zorgverleners
ArtsenAuto mei 2012
019
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100