search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Roel Notten Beeld: ZorginBeeld/Frank Muller


een rol speelt in zijn doorverwijsbeleid, namelijk de fysieke afstand tot het ziekenhuis. “Van mijn patiënten verwijs ik 90 procent door naar het Diakonessenhuis dat om de hoek van mijn prak- tijk ligt. Alleen als een vakgroep in een ander ziekenhuis uitzonderlijk goed presteert of super- specialismen in huis heeft die voor de patiënt noodzakelijk zijn, ben ik bereid af te wijken van een doorverwijzing naar het Diakonessenhuis.” Muller heeft een simpele verklaring voor zijn


voorkeur. “Het is heel eenvoudig, in de afgelo- pen vijftien jaar heb ik zo veel ervaring met de specialisten in dat ziekenhuis opgebouwd dat ik precies weet waarin zij gespecialiseerd zijn.” Muller is niet de enige huisarts die er zo over denkt. Uit onderzoek van de Consumentenbond in 2009 onder 150 huisartsen bleek dat, onafhan- kelijk van de aandoening, 62 procent van de huis- artsen doorverwijst naar hetzelfde ziekenhuis. In een zorglandschap vol concurrentie bete-


kent dit dat andere ziekenhuizen minder scherp op het netvlies van de huisarts staan. De nauwe banden van Muller met het Utrechtse Diakones- senhuis staan in schril contrast met de afstand die hij ervaart tot het amper één kilometer verder gelegen UMC Utrecht. Muller geeft toe


nauwelijks te weten welke specialismen het UMC precies in huis heeft. “In het UMC Utrecht wer- ken zo veel specialisten, assistenten en co-assis- tenten dat ik geen idee heb naar wie ik patiënten zou moeten doorverwijzen. Iets simpels als een smoelenboek zou mij al helpen een beter beeld te krijgen van het aanbod van medisch specia- listen, zodat ik weet bij wie ik moet zijn voor welke aandoening.” Toch waarschuwt hij voor de keerzijde van een te sterke profilering. “Als mensen in een blad als Viva een lovend verhaal lezen over een beroemde medisch specialist in Utrecht, zul je zien dat ze plotseling alleen nog maar door die ene specialist behandeld willen worden. Dat kan averechts werken, want patiën- ten vergeten nogal eens dat een specialistische behandeling vaak niet één enkele ingreep is


‘De onderlinge tamtam onder artsen speelt een grotere rol dan we misschien denken’


ArtsenAuto mei 2012 023


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100