LEKKER UIT NEDERLAND erland


hugo bij de radijsteler W


FAMILIEBEDRIJF


De ouders van Ad Coolbergen deelden niet alleen liefde voor


elkaar, maar ook voor de tuinbouw. Beiden kwamen ze uit een akker- bouwfamilie en samen begonnen ze in 1963 op een stuk grond van


Ads opa met hun eerste kas. Eerst teelden ze tomaten, tuinbonen en meloenen. Later namen de radijzen het helemaal over en groeide het


bedrijf gestaag. Inmiddels heeft Ad het bedrijf overgenomen. De maar


liefst 14 hectare aan kassen zijn goed voor miljoenen radijzen per week.


anneer Hugo een van de kassen van Ortolanda in Oude-Tonge binnen- loopt, is hij blij dat hij


een jas heeft aangetrokken. De kas is koeler dan hij had verwacht. Radijsteler Ad Coolbergen (53) is bezig met het zaaien van nieuwe radijzen en kan Hugo meteen vertellen waarom: ‘Radijzen zijn zogenaamde koude teelt en hebben dus weinig warmte nodig. We zorgen alleen dat de kassen vorstvrij blijven. Het is dan ook een teelt die goed bij Nederland past.’


De radijs ziet er lief uit, maar het is


een pittige tante. Hoe komt het rode knolletje eigenlijk aan die scherpe smaak? En hoe gezond is radijs?


Chef Hugo Kennis zocht het uit tijdens zijn bezoek aan de radijsteler.


Rappe radijs In de kas gebeurt van alles. ‘We zaaien en oogsten elke dag. Radijs groeit razend- snel. In de zomer oogsten we na 3 weken al en in de winter na 12’, legt Ad uit. ‘De groei is afhankelijk van de temperatuur en het zonlicht. Gelukkig eten we in het voorjaar vaker radijs, wanneer er meer salades op tafel komen, zo loopt de productie mooi gelijk met de vraag.’ Een grote machine ploegt de grond gelijk- matig om. ‘Radijzen groeien in de vaste grond. De grond is echt heilig voor ons, hier zorgen we dan ook heel goed voor. Dit omwoelen van de grond noemen we frezen, zo kan de zaaimachine goed zijn werk doen.’ Als de grond een week heeft gedroogd, gaat de zaaimachine aan de slag. De zaadjes worden gelijkmatig in de grond gelegd en uit elk zaadje groeit straks 1 radijsknolletje. ‘We geven de zaadjes maar 1 keer water’, vertelt Ad. ‘Dat water is regenwater, dat we opvangen en opslaan. Om ziekten te voorkomen, zorgen we in eerste instantie dat de


3


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121