This page contains a Flash digital edition of a book.
ste 75 meter langs de rivier. Daarnaast hebben wij vanaf 2000 geprobeerd op vrijwillige basis gronden op te kopen die niet in ons bezit zijn. Op die manier krijgen wij overal stukjes bij beetjes grond beschikbaar waar wij dan ook zo snel mogelijk beginnen. Ontpachtingen gaan in periodes van zes jaar en in 2006 hebben wij al heel wat trajecten langs de Maas vrij ge- kregen, deels ook aaneengesloten stukken. We zijn dus voor de natuurlijke oevers een beetje de krenten-in-de-pap-metho- de gaan volgen.”


Wachten op resultaat Op dit moment is de tweede reeks maatregelen in uitvoe- ring vanaf Eijsden tot voorbij ’s-Hertogenbosch over een to- tale lengte van zo’n 40 km. Dit pakket moet eind van dit jaar worden opgeleverd. “We zijn nu bezig met de voorbereidin- gen voor de derde reeks, bij elkaar 32 km die eind 2015 moet zijn opgeleverd en dan is zo’n 95 procent van het totaal gere- aliseerd”, aldus Ebberink. Of dan ook aan de randvoorwaar- den van de KRW is voldaan is op dit moment moeilijk te zeg- gen. “Uit de eerste monitoringsgegevens die in opdracht van de toenmalige Waterdienst van Rijkswaterstaat, tegenwoor- dig Water Verkeer en Leefomgeving, zijn uitgevoerd en aan de hand van inventarisaties die Maasecologen al sinds de jaren 70 verrichten, valt in ieder geval op te maken dat de eerste verbeteringen van de gewenste flora en fauna zich al hebben aangediend. Het is dus afwachten hoe dat proces zich verder gaat ontwikkelen en in hoeverre ook de waterkwaliteit daar- door verbetert.”


Eerste signalen positief De periode van maatregelen die tot nu toe genomen zijn, is nog te kort om nu al echt grote veranderingen te kunnen waarnemen, vertelt biologe Wendy Liefveld, werkzaam voor Bureau Waardenburg, een adviesbureau op gebied van eco- logie en milieu. Zij werkt veel voor Rijkswaterstaat en houdt zich vooral bezig met de effectiviteit van maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water. “Door te monitoren komen gege- vens beschikbaar over wat al die maatregelen gaan opleve- ren. Voor de natuurlijke oevers zijn de eerste signalen positief, met name voor vis en macrofauna; de kleine beestjes die in het water leven, zoals kevertjes, insectenlarven en zoetwater- schelpen. Voor een duidelijke trend zijn echter gegevens over een langere periode nodig. Het wordt nu dus spannend. In de tweede planperiode verwachten wij duidelijkere uitspraken te kunnen doen. Maar dat er positieve resultaten te zien zullen zijn, is onmiskenbaar.”


Verschillende oevers


Liefveld legt uit dat er veel verschillende soorten natuur(vriende)lijke oevers zijn, maar dat de toepassing en ef- fecten sterk afhankelijk zijn van het soort water. “Bij rivieren ligt dat heel anders dan bij bijvoorbeeld stilstaand water, maar ook andere factoren, zoals scheepvaart en windwerking, spe- len daarbij een belangrijke rol.” Als voorbeeld noemt zij maat- regelen in de Lek waar haar bureau bij betrokken is. Vlak voor de inwerkingtreding van de KRW heeft Rijkswaterstaat daar rijshouten constructies aangebracht, parallel aan de oever. Op die manier hoopte men de golfslag en zuiging, veroorzaakt


fauna, maar dit waren vooral slakken en muggenlarven. Dat zijn niet de meest kenmerkende soorten voor een gezond ri- viersysteem. De golfslag in de kribvakken is dus niet de enige knop waar aan gedraaid moet worden, er is meer nodig. Zo ontbreekt het momenteel aan de nodige diversiteit langs de Lekoevers en is er een te scherpe overgang tussen het wa- ter en de uiterwaarden. Dan mis je net de belangrijke ingredi- enten om tot een gevarieerd ecosysteem te komen. Wij heb-


Nr.2 - 2014 OTAR O Nr.2 - 2014 TAR 19


door passerende schepen te kunnen breken en daarmee de ontwikkeling van een natuurlijkere oever positief te kunnen beïnvloeden. “De constructies bleken echter geen duidelijk verschil op te leveren. De verwachte toename van waterplan- ten bleef uit. We zagen wel hogere dichtheden aan macro-


Begin dit jaar heeft Rijkswaterstaat op verschillende plekken in de Lek dode bomen verankerd ter bevorde- ring van de biodiversiteit.


Bron: Bureau Waardenburg


Bron: Martens en Van Oord


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48