In mei toonden machinefabrikanten Krone en Lemken gezamenlijk twee autonome voertuigen aan de Europese pers. De robots zijn vooral groot. De gedach- te erachter is een vlekkeloze communicatie tussen en aansturing van de robot en het Krone- of Lemken- werktuig. Over drie jaar staan ze in de prijslijsten.
A
ls we het veld oplopen om de robots te aanschouwen in het Duitse Hopsten, is de eerste indruk vooral ‘groots’. De auto- nome voertuigen leken op de foto’s
klein, maar iemand van 2 meter lang kijkt er niet overheen. Krone en Lemken spreken van de VTE- veldrobot. Dat staat voor Verfahrenstechnischen Einheit (procestechnische eenheid). De veldrobot beschikt over een viercilinder MTU-dieselmotor die 230 pk levert aan een generator. Deze produ- ceert stroom voor beide assen en de aftakas. De fabrikanten geven aan dat de dieselmotor in de toekomst te vervangen is door een accupakket of waterstofmotor. De VTE weegt bijna 8 ton en staat op vier Trelle- borg IF-banden in de maat 650/65 R38. Hij rijdt maximaal 20 km/uur, beschikt over vierwielaan- drijving en vierwielbesturing en kan rijden in hon- dengang. De brandstoftank meet 260 liter. Omdat het voertuig is ontwikkeld om enkel en alleen op de akkers te rijden, ontbreekt een bandendrukwis- selsysteem. Transport over de weg gaat volgens de fabrikant voorlopig met een dieplader.
Sensoren en stereocamera’s De veldrobot beschikt over verschillende sensoren die het werkproces bewaken en er zijn stereoca- mera’s die de omgeving nauwlettend in de gaten
SLIMMER WERKEN
De reden dat Lemken en Krone dit project zeven jaar geleden opstartten, heeft vooral te maken met de problemen waar agrariërs wereldwijd mee kampen: tijdgebrek, tekort aan vakkundig personeel, herhalende werkzaamheden en een stijgende complexiteit van machines. Volgens de fabrikanten kan een autonoom rijdend voertuig dat slimmer werkt dé oplossing zijn. Een veldrobot met de fo- cus op het overal leveren van dezelfde kwaliteit werk. Dit staat of valt bij een goede instelling van de machine, die aldoor wordt aanpast aan alle omstan- digheden. Dus moet je de functies van het autonome voertuig continu bewaken en de instellingen van de getrokken werktuigen vastleggen. De communicatiesystemen Agrirouter, Isobus en TIM moeten ervoor zorgen dat de combinatie voertuig-werktuig niet harder, maar slimmer werkt. Trek- kerfabrikanten hebben naar de mening van werktuigbouwers Lemken en Krone te weinig oog voor de machinewerking, vandaar de ontwikkeling van een eigen robot.
31 TREKKER JULI/AUGUSTUS 2022
houden. “We hebben LiDAR-sensoren op de veld- robot zitten die de afstand kunnen meten en ob- stakels kunnen herkennen”, vertelt Jan Horstmann, directeur ontwikkeling bij Krone. Signaleert de ro- bot een obstakel, dan moet hij zelfstandig bepalen of, en zo ja hoe, hij moet reageren. Bij autonome bewerkingen wil je controleren of het werktuig wel goed werk aflevert. Lemken en Krone rusten daarom ook elke afzonderlijke ma- chine uit met sensoren die bij dat betreffende werktuig nodig zijn. Een maaier zal er ongeveer twintig tot dertig krijgen. De sensoren meten veel verschillende functies en houden de machine nauwlettend in de gaten – denk aan verstoppin- gen of maaimesjes die kapot of verloren gaan. De robot moet daar direct op reageren en stoppen. De sensoren meten alles wat te maken heeft met de kwaliteit van het geleverde werk. Dat moet per- fect zijn. Bij een storing krijgt de operator een mel- ding op zijn smartphone. Hij moet hierop reage- ren.
TIM als basis Sinds 2011 is het Tractor Implement Management- systeem (TIM) beschikbaar. Via TIM stuurt het werktuig commando’s over bijvoorbeeld hydrauli- sche functies, rijsnelheid en aftakas naar de trek- ker. Volgens Krone en Lemken is er echter nog
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124
