Proefrit
Thema Werkplaats
Werkplaatstarieven
Mechanisatiebedrijven rekenen fors verschillende werkplaatstarieven. Dat is de conclusie uit de analyse die TREKKER afgelopen maand uitvoerde. De redactie benaderde verschillende merkdealers en dealers die aangesloten zijn bij grote organisaties als Kamps de Wild, Kraakman, Abemec, GroeNoord en Timmerman.
O
f het nu gaat om een spiksplinternieu- we machine of een gebruikte: zo dui- delijk als de aanschafprijs is, zo ver- schillend zijn de werkplaatstarieven bij
landbouwmechanisatiebedrijven (lmb’s) in Neder- land. Wat vraagt een lmb eigenlijk voor ‘een uurtje schroeven’, zoals dat oneerbiedig heet. Ligt het werkplaatstarief van zelfstandige bedrij- ven lager dan bij een lmb die deel uitmaakt van een grote dealerorganisatie? En als een eindge- bruiker ergens met pech staat, wordt het telefo- nisch advies van monteurs dan in rekening ge- bracht? Wat zijn de verschillen in tarief tussen een leerling-monteur en een eerste monteur? Allemaal vragen waar we antwoord op willen. En die krijgen we ook als we erbij vertellen dat anonimiteit ver- zekerd is.
Van € 50 tot € 90 Wat opvalt is dat lmb’s enorm uiteenlopende ta- rieven hanteren. Een kleine zelfstandige (zzp’er) die in zijn eentje met de servicebus op pad gaat en mechanische reparaties aan landbouwmachi- nes uitvoert, vraagt bijvoorbeeld € 50 per uur. Een specialist in dienst van een lmb die is aangesloten bij een grote organisatie en een oogstmachine re- pareert, kost al gauw € 90 per uur. Een andere lmb rekent een all-in serviceprijs van € 72,50 per uur, óók voor spoedklussen in de avonduren en in het weekend, en rekent geen voorrijkosten. De ondervraagde bedrijven hebben de afgelopen
AANPAK EN CONCLUSIES Onderzoek
Uitvoering Conclusies
twee jaar de tarieven met stapjes van € 1,50 tot € 5 verhoogd. Ze verwachten dit ook de komende twee jaar te doen. Reden: stijging van de kosten van energie, brand- stof, gereedschappen, verzekering en opleiding. Tevens zijn in de nieuwe CAO een aantal loonsver- hogingen doorgevoerd.
Bang om te verhogen Het merendeel van de bedrijven worstelt met het bepalen van een marktconform uurtarief voor de werkplaats. Ze kijken wat collega’s in de regio vra- gen en durven geen hoger tarief vast te stellen. Ook neemt het aantal zzp’ers – die veelal tegen een lager uurtarief werken – toe. De één rekent € 8 en de ander € 28 aan voorrijkosten met de servicebus (zie tabel). Weer een ander schroeft het uurtarief in de avond en in het weekend wat op. Daarnaast zijn er soms lastige vraagstukken als: wat breng je klanten in rekening die vaak en lang- durig telefonisch om hulp vragen? Sommige be- drijven gingen bijvoorbeeld € 25 per 15 minuten factureren. Met als gevolg dat het aantal telefoon- tjes fors daalde en monteurs vaker ongestoord door kunnen met een werkplaatsklus. En wat als een zzp’er belt om advies? De reden om voor een laag werkplaats-uurtarief te kiezen, is de vrees dat je klanten verliest als je te hoog gaat zitten. Maar je wilt ook niet werken voor een appel en een ei. Een duivels dilemma voor veel bedrijven, zo blijkt.
Hoog kennisniveau Waarom wordt zo kritisch gekeken naar het uurta- rief? De kennis en kunde van een servicemonteur qua hydrauliek, precisielandbouw en elektronica is van een hoger niveau dan dat van een vrachtwa- gen- of automonteur die vaak hetzelfde werk uit- voert. Buiten dat moet een agro-servicemonteur goed om kunnen gaan met stressvolle situaties. En ze schuwen het niet om onder slechte omstandig- heden (denk aan hitte of regen) ergens midden in een perceel te werken in de drek. Ter vergelijking stellen we dezelfde vragen aan een Mercedes-dealer. We willen wel eens weten wat zij per uur vragen voor een monteur. Hij zet € 136 als werkplaatstarief op de factuur. We bellen ook met vrachtwagendealer. Die noteert een uurtarief van € 109 voor een reparatieklus. Truckland is nu druk doende om niveauverschillen van monteurs aan te brengen, en deze vervolgens door te berekenen op de factuur. De man die we bij Truckland aan de lijn hebben spreekt vol lof over de breed opgeleide agro-servicemonteurs.
Professioneel uitgerust Voor een klant is het uitermate belangrijk dat zijn trekker of machine snel en goed wordt gerepa- reerd. Dan kan hij weer verder. Vergeet niet dat een vakbekwame servicemonteur zijn kennis op peil moet houden, en minimaal twee à drie weken per jaar bijscholing volgt. De werkplaats is goed uitgerust voor reparatie en onderhoud aan trek- kers en andere landbouwmachines. Hij is voorzien van de duurste apparatuur en gereedschappen. En dan hebben we het nog niet over de steeds maar hogere energie- en brandstofprijzen en huurlasten van het pand.
Werkplaatstarieven bij landbouwmechanisatiebedrijven in Nederland.
Vraagstelling Wat is het werkplaats-uurtarief wanneer een servicemonteur een landbouw machine repareert?
Telefonisch rondgang langs een aantal onafhankelijke merkdealers en dealers die aangesloten zijn bij grote organisaties in Nederland. Dit vond plaats in no vember 2022 door de redactie van TREKKER.
1. Er bestaan grote verschillen tussen werkplaatstarieven bij landbouwmecha- nisatiebedrijven in Nederland.
2. Tariefsbepaling voor geleverde diensten door servicemonteurs is lastig. 3. Populariteit onderhouds- en servicecontracten neemt toe.
56 TREKKER DECEMBER 2022
Trekkers per uur verkopen Grote dealerorganisaties melden ons dat ze steeds vaker trekkers ‘per uur verkopen’. Klanten willen zekerheid. Ze zijn meer gebaat bij vaste kosten per draaiuur. Grotere agrarische bedrijven kiezen steeds vaker voor onderhoudscontracten, verzekeringspakketten, bandenpakketen etc. Het voordeel is dat de klant wordt ‘ontzorgd’. Die be- taalt een vast bedrag voor onderhoud aan zijn machines per maand. Zekerheid en het niet ver- rast worden door onverwacht hoge kosten op de factuur is wat ze steeds vaker willen. En: met deze klanten ontstaat ook minder vaak discussie over hoge tarieven – alles is immers van tevoren al hel- der.
Dag van de Agro-monteur Willen we de servicemonteurs in de toekomst be- houden voor de agrarische sector, dan moeten de
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92