search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Zo werkt...


Thema Werkplaats


Voor een snelle rem-reactie is veel lucht nodig in combinatie met korte remleidingen. Daarnaast heeft ook de speling op de remmen invloed op de remreactietijd. Vanaf 2018 moet elke nieuw ver- kochte aanhanger een dubbelleiding remsysteem hebben, dit mag zowel hydraulisch als lucht zijn. Na een belronde geven diverse mechanisatiebe- drijven aan nog nooit een dubbelleiding hydrau- lisch remsysteem te hebben verkocht. Vertegen- woordigers adviseren dit ook niet, het is immers geen gemeengoed in de handel. Daarnaast begin- nen hydraulische koppelingen altijd iets te zweten als ze continu op druk staan. Neem bijvoorbeeld een loadsensing-koppeling, die pakt op den duur ook stof aan. Nieuwe trekkers zijn vaak standaard uitgerust met een dubbelleiding luchtremsysteem. Optioneel zijn nieuwe trekkers in veel gevallen nog uit te rus- ten met een enkelleiding hydraulisch remventiel om toch de ‘oude’ wagens te kunnen blijven ge- bruiken. Ook worden op bestaande trekkers wel luchtremmen gebouwd. Op basis van een belron- de naar diverse mechanisatiebedrijven lopen de kosten voor het opbouwen van luchtremmen uit- een van € 3.000 tot zelfs € 6.000. Dit heeft te maken met eventuele af fabriek-voorbereidingen aan de trekker, en voor welk merk luchtremsysteem je kiest. Alle gevraagde mechanisatiebedrijven bou- wen standaard een luchtdroger op. Deze droogt de lucht, wat voorkomt dat er vocht in het systeem komt. Dat kan leiden tot bevroren remmen in de winterdag. Een tip is om regelmatig water van de luchtketel af te laten, er kan ook vocht ontstaan door condens.


Combibooster praktische overgang Bij de combibooster verklaart de naam al deels het remprincipe. Is een werktuig hiermee uitgerust,


Eisen remsysteem ENKELE-KAMER-REMBOOSTER


Rem vast


= lucht


De enkele-kamer-rembooster is vaak een centimeter of 10 dik. Zoals op de afbeelding wordt de blauwe kamer bij het intrappen van het rempedaal gevuld met lucht. De veer zorgt ervoor dat de remklauw weer in de vrije positie valt wanneer je het rempedaal loslaat. Zodra de druk van de rode (voorraad)leiding wegvalt, springt de remt er ook op; dit is ook een soort van losbreekinrichting. De remt blijft erop staan zolang er druk in de ketels van de aanhanger zit. Laat je vervolgens de lucht eraf, dan kan de machine vrij bewegen. Als de machine is uitgerust met combi-boosters (lucht en hydraulisch remmen), moet je ook eerst de lucht van de ketels aflaten alvorens er hydraulisch kan worden geremd.


dan kan zowel met lucht als hydraulisch worden geremd. Let op: koppel nooit beide systemen te- gelijk aan. Voordeel van deze combiboosters is dat ook oude trekkers die alleen maar een hydraulisch remventiel hebben voor de aanhangwagen kun- nen. Echter, combiboosters zijn sinds 2018 niet meer toegestaan op nieuwe machines. Sommige mechanisatiebedrijven bouwen nieuwe


machines met luchtremmen om naar combiboos- ters. Officieel voldoet de machine dan niet meer aan de richtlijnen. De verantwoordelijkheid ligt dan ook bij de eigenaar van de machines, aldus de mechanisatiebedrijven. Een luchtremsysteem maakt gebruik van een rode en een gele leiding. De rode leiding is de voor- raadleiding, deze vult met een druk van circa 8 bar


Onder loopt de hydrauliekslang naar de hydrauliekcilinder, boven loopt de lucht- slang naar de rembooster. Wanneer een werktuig met een remsysteem zoals op de foto is uitgerust, kan er zowel met lucht als hydrauliek geremd worden.


Een opnemer meet de doorbuiging van het verenpakket, de druk van de hydrauli- sche vering of de niveaumeter van de tank, en stuurt hierop de remkracht aan. Zo remt de wagen altijd naar de last die getransporteerd wordt.


40 TREKKER DECEMBER 2022


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92