search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Gastcolumn


Tekst: Frénk van der Linden Beeld: Ben Kleyn


Frénk van der Linden (1957) interviewt voor de Volkskrant, Brandpunt (KRO/NCRV-televisie) en Kunststof (NTR-radio). Zijn interviewbundel Laten we eerlijk zijn is opgenomen in de Canon


voor de Journalistiek. Hij is initiatiefnemer van het congres Bestaat de vrije wil? Knecht van ons brein, of meester over ons eigen gedrag dat 11 maart in de Haarlemse Philharmonie plaatsvindt.


J


e gaat niet over je eigen angst. En al helemaal niet over je doodsangst. Die gaat over jóu, ondervond ik twee jaar geleden aan den lijve.


Het was de periode waarin ik scheidde en verschillende familieleden verloor. Mijn moeder overleed na een lang ziek- teproces aan de gevolgen van Alzheimer. Er vloeide lood in mijn ledematen, alles voelde zwaar. Tegelijkertijd begon- nen mijn benen en voeten irritant te tintelen. Verschijnselen waarover mijn collega Pieter Steinz het in NRC Handels- blad had in een serie indrukwekkende beschouwingen over de kwaal die hem had getroffen: ALS. Overal in Nederland hingen posters waarop het niet bepaald subtiel over die spierziekte ging: Als u dit leest, ben ik dood. Het kostte me weken dubben voordat ik mijn huisarts bezocht. Die verwees me direct naar een neuroloog. Zo belandde ik klappertandend van de zenuwen in MRI-apparatuur, onderging met een klam voorhoofd verschillende onder- zoeken naar de spierspanning in mijn dijen en kuitbenen en liet me tamelijk down op nog een paar andere manieren doorlichten. De medici waren verdacht zwijgzaam, vond ik. Stukje bij beetje maakte zich de vrees van mij meester dat me niks minder dan een doodvonnis te wachten stond. Hoe vaak ik ook de woorden van mijn wijze moeder prevelde (‘Een mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest’): emoties kregen de overhand. Het was leerzaam te merken dat de ratio op cruciale momenten het onder- spit delft. Een maand of twee later zou de neuro- loog me vertellen hoe het ervoor stond. Hij haalde me op in de wachtkamer van het Haarlemse ziekenhuis dat ik inmid- dels van binnen en van buiten kende. Binnensmonds mompelend schudde


044 maart 2016 ArtsenAuto


Van kwelgeest tot halfgod


hij mijn hand, waarna hij me in totale stilte naar de spreekkamer leidde. Daar pakte hij mijn dossier erbij. Op dat moment rinkelde zijn telefoon. Een collega stelde hem een reeks vragen die hij met het grootste geduld van de wereld beantwoordde, af en toe zijn computer raadplegend. Ik had iets minder geduld. Ik kreeg het warm, wat zeg ik, ik kreeg het bloedheet, ik kookte. Zweetdruppels liepen in mijn ogen. Hoe lang ging dit nog duren? Pakweg een kwartier, zo bleek. Op zeker moment was ik in staat om de telefoonhoorn uit de hand van mijn neuroloog te slaan en hem ter plekke te wurgen met het snoer, ware het niet dat ik uit zijn mond iets belangrijks moest vernemen.


Na krap twintig minuten legde hij neer. Omstandig begon hij me uit te leggen dat onderzoek A geen veront- rustend resultaat had opgeleverd, onderzoek B evenmin, onderzoek C met 99 procent zekerheid ook niet, onderzoek D, enzovoort. “We kunnen dus niets vinden”, besloot hij. “Volgens mij bent u gezond. Maar gezien uw moeilijke persoonlijke omstandigheden is het misschien handig en verstandig iets minder dan zestig, zeventig uur in de week te gaan werken.” Het scheelde niet veel of ik vloog hem om de nek en drukte kussen op zijn voorhoofd. Met een vingerknip veran- derde de neuroloog voor mij van een kwelgeest in een halfgod. Lang heb ik gedacht dat wij mensen tot op grote hoogte zelf bepalen wat we doen en wat we laten: wij sturen onszelf en we sturen onszelf ook zo nodig bij. We hebben een vrije wil. Maar als mijn grote angst (en mijn be- vrijding daarvan) me iets heeft geleerd, is het wel dat we zo simpel niet in elkaar zitten. Mede daarom heb ik het initiatief genomen tot het congres Bestaat de vrije wil? Knecht van ons brein, of meester over ons eigen gedrag dat 11 maart in de Haarlem- se Philharmonie wordt gehouden. Oh ja, en wat ik óók heb geleerd, is dat sommige medici een spoedcursusje psychologie kunnen gebruiken.


Voor meer informatie over het congres, zie bestaatdevrijewil.nl


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100