search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Anita Kaemingk Beeld: De Beeldredaktie/Annemiek Mommers


Gastcolumn OVER LEVEN


Anita Kaemingk (51) is neuropsycholoog, technisch wetenschappelijk vertaler en grafi sch ontwerper. Haar partner is cardioloog. Ze heeft


het Lynch syndroom, een familiaire genetische afwijking met een sterk verhoogde kans op darm- en gynaecologische kanker. In 2013 blijkt dat ze ondanks jaarlijkse screening een gemetastaseerd carcinoom heeft. In de serie columns ‘Over leven’ beschrijft zij haar ervaringen met de gezondheidszorg. Deze keer: Luisteren


“Luister naar je lichaam”, adviseert de oncoloog. Als beginnend patiënt heb ik geen idee wat me te wachten staat. Is het goed om te bewegen of kan ik het beter rustig aan doen? Hoe kort geleden is het nog maar dat ik fris en fruitig rondren- de? Dat maakt de schok van de diagnose nog groter. Van de weeromstuit vragen we de mening van andere oncologen. “We weten één ding zeker”, zeggen die, “en dat is dat je eerder doodgaat als je in bed gaat liggen.” Oké, liggen is duidelijk niet aanbevolen, maar wat kan ik dan nog wel? Luisteren naar mijn lichaam dus, dat


doe ik dan maar. Ik luister ’s ochtends als ik wakker word en mijn lichaam niet aan de praat krijg. Ik slaap veel die eerste maanden, haal met gemak tien uur. Opstaan gaat heel moeizaam, mijn lijf roept: ik wil helemaal niks, mag ik alsjeblieft blijven liggen? Maar de hond moet naar buiten en ik merk dat hoe steviger ik loop, hoe sneller ik me weer fris voel. Ik luister ook als ik lig te herstellen


van de buikoperatie en mijn lichaam alles wel best vindt. Van de narcose en vooral de morfi ne ben ik nogal passief geworden, ik begin te begrijpen waarom


Een ziek lijf wil


niks meer, geen poeha en geen beweging


patiënten soms nergens voor te porren zijn. Mijn lijf vraagt lusteloos: waarom opstaan, waarom überhaupt bewegen? Maar ik heb ook vreselijk veel zin in een mango-komkommer-kokos-salade en ik merk hoe fi jn het is om wél iets te doen. Ik luister als de klachten weer toe-


nemen en ik het zitten niet kan volhou- den. Mijn lijf zucht vermoeid: mag ik alsjeblieft gaan liggen? Maar de kaas is op, ik moet eerst nog met de fi ets naar de winkel en ik merk dat het gevoel van uitputting langzaam wegtrekt.


En ik luister als ik me door de chemo beroerd en ellendig voel en zo veel pijn in mijn benen heb dat ik nauwelijks kan staan. Mijn lijf schreeuwt: mag ik in een hoekje kruipen en me niet verroeren tot alles voorbij is? Maar ik wil ook frisse lucht en ga eerst een stukje wandelen. Ik merk dat lopen best gaat, al beweeg ik een beetje vreemd. De zuurstof doet mij goed en als vanzelf wordt de wandeling langer. Luisteren naar je lichaam, ik wist


niet dat het zo moeilijk was. Toen ik nog gezond was, ging het vanzelf, maar een ziek lijf geeft heel andere signalen. Dat wil niks meer, geen poeha en geen bewe- ging. Ondertussen voel ik me een stuk beter als ik wel beweeg en van alles doe. Vooral níet luisteren naar mijn lichaam dus. In ieder geval niet te veel. “Maar je kunt ook gaan wándelen”,


roept de oncologisch verpleegkundige door de telefoon, “je hoeft niet meteen te gaan rennen.” Ze belt om te horen hoe de eerste chemo is verlopen. “Wandelen doe ik elke dag al”, zeg ik. Ik voel me goed, beter dan vóór de chemo, en mijn lijf juicht: ik wil naar buiten en hardlopen! Ik besluit te luisteren naar mijn lichaam en merk hoe fi jn het is om te rennen. Deze keer klopt het signaal.


ArtsenAuto maart 2016 039


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100