Werken
oriënteren. Als je blik breder is, kun je je mogelijk wel defi nitief vestigen.” Möl- lers ging solliciteren bij De Sionsberg in Dokkum, het kleinste ziekenhuis van Nederland, en werd aangenomen als al- gemeen chirurg. “Collega’s en vrienden zeiden: ‘Écht, naar Friesland? Naar zo’n klein ziekenhuis?’ In zo’n ziekenhuis is het operatiepalet beperkt, maar ik zag genoeg uitdaging. Bovendien hadden we op dat moment een zoon van twee jaar en een dochter van vier maanden. We wilden één keer een stap maken en onze kinderen op een vaste plek laten opgroeien. Sommige collega’s kiezen vanwege krapte op de arbeidsmarkt voor een vervolgopleiding. Anderen willen beslist in de Randstad blijven. Dat geldt bijvoorbeeld voor een vriend en oud-studiegenoot van mij. Elk jaar begint hij met een jaarcontract in een ander ziekenhuis; hij is al een paar keer verhuisd met zijn gezin. Ik moet daar niet aan denken.”
Ook in de uithoeken DJS-bestuurslid Marjolein Kremers kan niet bevestigen of de kans op een vaste aanstelling buiten de Randstad groter is dan erin. “Die geluiden horen we wel, maar ook in de uithoeken van Nederland is er inmiddels weinig ruimte en gaat het vaak om waarnemingen bij ziekte of zwangerschap.” Jonge klaren staan niet te springen om voor een dergelijke tijdelijke functie te verhuizen, bleek uit de DJS-enquête uit 2014. “Voor een vaste betrekking was 73 procent bereid te verhuizen en 10 procent van de respon- denten was al verhuisd”, laat Kremers weten. “Voor een tijdelijk contract wilde slechts 19 procent verhuizen. De bereid- heid om voor een vaste betrekking naar het buitenland te verhuizen was groter: 35 procent was daartoe bereid en 4 pro- cent was al geëmigreerd. Bij tijdelijke contracten en vervolgopleidingen kiezen velen ervoor om heen en weer te reizen, met een appartement in de stad van het ziekenhuis voor de weekenddiensten.” Dat laatste deed oncologisch uroloog
Anton Breeuwsma (39) ook. Hij stu- deerde in Groningen, werd uroloog in het UMCG, kocht een huis in de stad en
022 maart 2016 ArtsenAuto
kreeg er met zijn partner twee kinde- ren. Eén jaar van zijn opleiding volgde hij in Zwolle. “Dagelijks pendelde ik op en neer met de trein”, herinnert hij zich nog goed. “Ik had een kamertje in Zwolle. Als ik weekenddienst had, bleef ik er slapen. In de loop van zater- dag kwam mijn vrouw met onze dochter Eva. Matras en een opblaasbaar bedje gingen mee in de auto. De bank ging dan aan de kant en ’s avonds aten we een opwarmmaaltijd, want de keuken was te klein om te koken. Ik heb dat als heel knus en gezellig ervaren.” Later in zijn loopbaan verbleef Breeuwsma voor een fellowship een half jaar in het AVL en betrok hij tijdelijke woonruimte in Amsterdam. “Inmiddels was ook Mees geboren”, zegt hij. “Mijn vrouw, waar- nemend huisarts, bleef in Groningen met de kinderen. Werken én in haar eentje de zorg voor hen, dat was zwaar, maar ze heeft het fantastisch gemanaged. Wanneer ik weekenddienst had, kwamen ze geregeld met z’n drieën naar Amsterdam. Dan ontmoetten we elkaar in de stad en gingen we lek- ker eten of wat leuks doen.” Al zag Breeuwsma zijn gezin ook weleens tien dagen niet. “Bij jonge kinderen kan er in tien dagen zo veel veranderen. Als je thuiskomt, staat of loopt er ineens één
of zeggen ze nieuwe dingen. Dat vond ik soms moeilijk. Voor een vrachtwagen- chauffeur moet dat net zo zijn.” Na dat fellowship zijn de Breeuwsma’s
in maart 2014 verhuisd naar Brabant. “In het noorden waren alleen wat chefplek- ken. In Tilburg kreeg ik de mogelijkheid toe te treden tot een maatschap.” Het gezin, inmiddels uitgebreid met een derde telg, staat momenteel voor een laatste verhuizing. “Van een huurhuis naar een koophuis een paar honderd meter verderop”, zegt de uroloog. “Hier willen we voorlopig blijven.” Moeite met de overgang van Groningen naar Bra- bant hebben zijn kinderen niet gehad. “In gedrag hebben we nooit verandering gemerkt”, stelt Breeuwsma vast. “Ik denk zelfs dat ze het gemakkelijker heb- ben dan wij. Kinderen denken minder in herinneringen. Die gaan weer verder en maken nieuwe vriendjes. En dat reizen, het werk van papa, daar groeien ze mee op, daar zijn ze aan gewend.”
Mopperend kind Orthopeed José Smolders (33), moeder van Koosje Jans (4), heeft minder goede ervaringen met dat gereis. In oktober 2014 was ze klaar met haar opleiding tot orthopedisch chirurg en tot juli 2015 heeft ze als chef de clinique in Hengelo
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100