Achtergrond
Tandartsen (zoals Anne Honingh op de foto) hebben een belangrijke signalerende functie bij het opsporen van kindermishandeling.
helpt het stappenplan je om je niet-pluisgevoel te onderbouwen.” Honingh was een van de auteurs van de meld-
code TKHG (meldcode Tandheelkunde betreffen- de Kindermishandeling en Huiselijk Geweld), die begin dit jaar verscheen. Deze code benoemt alle vormen van kindermishandeling: licha- melijke, seksuele en emotionele mishandeling, maar ook lichamelijke en emotionele verwaar- lozing én het getuige zijn van geweld tussen ou- ders of verzorgers. Dit rijtje maakt duidelijk dat bijvoorbeeld tandheelkundige verwaarlozing ook een vorm van kindermishandeling is. Aangezien veel kwetsuren bij kinderen te
vinden zijn in het hoofd- en halsgebied – denk aan blauwe plekken, tand door de lip, beschadi-
Er zijn opvallend veel verbanden tussen kinder- en dierenmishandeling
gingen aan het gebit, maar ook iets subtielers als een zeer timide oogopslag – kunnen tandartsen een belangrijke signalerende functie hebben. Zij hebben bovendien, in tegenstelling tot de meeste andere zorgverleners, het voordeel dat zij kinderen jarenlang gemiddeld twee keer per jaar zien.
024 april 2012 ArtsenAuto
Zorgvuldigheid is essentieel bij meldin-
gen van kindermishandeling. Daardoor kan zelfs een melding bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) worden voorko- men. Rob Beukering, vertrouwensarts bij het AMK Utrecht, heeft dat vaker zien gebeuren. Hij vertelt over een praktijkgeval waarbij een tandarts met het AMK contact zocht. “Deze tandarts maakte zich zorgen over een 8-jarig meisje met ernstige cariës en een moeder die dat onvoldoende serieus nam; een voorbeeld van verwaarlozing. Ik adviseerde de tandarts om nog eenmaal het gesprek met de moeder aan te gaan, voordat hij de melding bij het AMK definitief zou doorzetten. Dat heeft hij gedaan, met een goede afloop. De moeder voelde zich wel wat gedwongen, maar ging toch akkoord met de behandeling, omdat zij ook begrip had voor het standpunt van de tandarts. Zo is op een zorgvul- dige manier het kind geholpen en een melding bij het AMK voorkomen.” Van een zorgprofessional wordt verwacht dat
hij ook in het contact met ouders zorgvuldig handelt. Zo is het verstandig om bij een vermoe- den van mishandeling niet in de aanval te gaan, vindt tandarts Anne Honingh: “Een van de vijf stappen is dat je het gesprek over het kind aan- gaat met de vader of moeder. Het is van belang dat dit subtiel gebeurt. Ik zou bijvoorbeeld het woord ‘kindermishandeling’ niet snel in de mond nemen, maar aangeven dat ik me zorgen
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108