Het dilemma
Een diabetespatiënt heeft tegen haar wil insuline gekregen. De patiënt wil sterven en roept de hulp in van haar internist.
Lieke van der Scheer is filosoof/ethicus. Zij schrijft deze beschou- wing afwisselend met filosoof/ethicus Arko Oderwald.
Mevrouw de Jong is onlangs 85 geworden. Ze woont in een aanleunwoning bij een verzorgingshuis. Ze was er altijd trots op nog zelfstandig te zijn, ondanks haar blindheid ten gevolge van diabetes. Voor de diabetes is zij onder behandeling van een internist. Insuline dient zij zichzelf toe. De laatste maanden kwam mevrouw de Jong gaande-
weg tot de conclusie dat zij lang genoeg heeft geleefd. Ze heeft geen familie meer en is kinderloos. Het valt haar steeds moeilijker de dagen te vullen. Omdat zij altijd gewend is geweest haar eigen boontjes te doppen, regelt zij een bezoek aan een notaris en stelt bij deze notaris een levenstestament op, waarin staat dat zij heeft besloten geen insuline meer te spuiten met als doel dat zij komt te overlijden. Iedereen die haar vindt terwijl ze niet meer aanspreekbaar is, wordt verboden insuline te spuiten. Zij plaatst het document duidelijk zichtbaar op haar nachtkastje, meldt in het verzorgingshuis dat zij enkele dagen naar een verre nicht gaat, en handelt zoals zij zich heeft voorgenomen. Voordat mevrouw de Jong overlijdt, wordt zij echter
gevonden door een schoonmaakster. Ze is niet aanspreek- baar. De huisarts wordt erbij gehaald en hij besluit, ondanks het duidelijk zichtbare levenstestament, insuline te spuiten. De patiënt komt daardoor weer bij kennis. Als de huisarts de volgende dag bij haar langskomt, is zij vol verwijten. De huisarts probeert begrip te tonen, maar blijft van mening dat hij in deze omstandigheden juist heeft gehandeld. Sterker nog: hij zou de volgende keer hetzelfde handelen, omdat patiënt behoudens haar diabetes en blindheid nog goed gezond is. Mevrouw de Jong beseft dat zij haar voorgenomen plan
niet kan uitvoeren en verzint een alternatief. Zij maakt een afspraak met haar internist. Ze legt haar wens voor en vertelt over de houding van de huisarts. Ten slotte vraagt ze de internist of zij haar wil laten opnemen met de afspraak dat ze niet behandeld wordt, zodat zij conform haar wens en levenstestament kan sterven. De internist vraagt zich af wat zij hiermee moet.
Wilt u een dilemma aan dit panel voorleggen? Dan kunt u een mail sturen naar:
redactie@artsenauto.nl o.v.v. dilemma. Wij nemen contact met u op.
020 april 2012 ArtsenAuto
Deze casus lijkt sprekend op casussen die hebben geleid tot de WGBO (Wet op de genees- kundige behandelingsovereen- komst) van 1995. Er was onvrede ontstaan over het oude adagium dat een arts menselijk leven moet behouden, sparen en verlengen, waar en wanneer hij kan. Al in 1969 pleitte psychiater/filosoof J.H. van den Berg in zijn klas- siek geworden werkje Medische macht en medische ethiek voor nuancering van dit uitgangspunt en waarschuwde voor klakkeloze toepassing. Patiënten moesten volgens Van den Berg goed geïn- formeerd worden en zélf kunnen beslissen of ze een bepaalde behandeling al dan niet wilden ondergaan. Die beslissing hangt samen met het oordeel over de kwaliteit van leven. En dat kan het best geveld worden door de patiënt zelf. In de jaren die volgden, eman-
cipeerden patiënten lekker mee met de rest van de samenleving en werden mondiger. Uiteinde- lijk kwam de WGBO tot stand: artsen mogen een patiënt alleen behandelen als die daar toestem- ming voor geeft. De huisarts van mevrouw de
Jong weet dat natuurlijk ook. Toch gaat hij insuline spuiten, ook al heeft zij daar niet om ver- zocht. Zo redt hij haar leven. Dat is verdedigbaar. Snelheid was geboden. En de huisarts kende de situatie niet precies, noch het levenstestament. Als hij niets had gedaan, was mevrouw de Jong overleden, en zou hij nooit weten
Professional Casus
Ethicus Lieke van der Scheer
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108