Beeld: De Beeldredaktie/Dingena Mol; William Koopman
Annemarie Smilde is senior jurist gezondheidsrecht/ teammanager bij VvAA rechtsbijstand. Zij schreef twee jaar lang columns voor Arts en Auto.
of dat écht haar bedoeling was. Moeilijker te begrijpen wordt
zijn houding, als de patiënt duide- lijk maakt dat ze echt wil sterven en dat zij – juridisch ligt dat zo – medisch ingrijpen weigert. Zijn argument dat zij behoudens haar diabetes en blindheid nog goed gezond is, doet er eigenlijk niet zo veel toe. Het kwaliteitsoor- deel over iemands leven hebben we immers aan de persoon zelf toebedeeld. En in dit geval is ondraaglijk en uitzichtloos lijden geen vereiste, zoals wanneer mevrouw de Jong om euthanasie zou vragen. Zij heeft een ziekte waaraan zij, zonder ingrijpen, zal overlijden. Daar heeft ze geen dokter bij nodig. Ten slotte vraagt mevrouw de
Jong haar internist of ze naar het ziekenhuis mag om daar te sterven. Ik weet niet of er een DBC bestaat voor deze indicatie... Maar het is hoe dan ook wel een vreemde situatie: naar een ronduit medische omgeving moeten om gevrijwaard te blijven van me- disch ingrijpen. Anderzijds gun ik mevrouw de Jong wel dat ze niet eenzaam zal sterven, maar met zorgzame mensen om zich heen. En waarom zou dat in het zieken- huis niet gerealiseerd kunnen of mogen worden?
De confrontatie met de stervens- wens van een patiënt plaatst een arts voor een van de moeilijkste dilemma’s: de verplichting om het leven van een patiënt te be- schermen tegenover de verplich- ting om het lijden van een patiënt te verminderen. Aan de huisarts presenteerde
zich dit dilemma in eerste instan- tie op een acuut moment, toen hij moest beslissen over het toe- dienen van insuline om het leven van zijn patiënt te redden. Maar patiënt had dit in haar wilsver- klaring juist expliciet verboden. Gezien de duidelijke formulering had hij dit behandelverbod moe- ten respecteren, tenzij hij twij- felde aan de wilsbekwaamheid van patiënt. Zonder toestemming van een patiënt mag een arts immers niet behandelen. De internist hoeft geen gehoor
te geven aan het verzoek van patiënt tot het regelen van een opname om haar in het zieken- huis te laten sterven, omdat deze opname niet conform de profes- sionele standaard is. De begeleiding van een patiënt
bij existentiële vragen in verband met ziekte behoort wel tot de professionele standaard. Aldus de KNMG in haar Standpunt rol van een arts bij het zelfgekozen levenseinde. Van de internist mag worden verwacht dat zij de stervenswens met haar patiënt bespreekt en in dit kader onderzoekt of er sprake is van een onderliggend eutha- nasieverzoek. Een patiënt zoals mevrouw de Jong kan door
een opeenstapeling van op zichzelf niet levensbedreigende aandoeningen ondraaglijk en uitzichtloos lijden en daarmee in aanmerking komen voor eutha- nasie. Zo luidt het standpunt van de KNMG en dat volgt ook uit uitspraken van de regionale toet- singscommissies euthanasie. Als patiënt inderdaad eutha-
nasie wenst, dan is het aan de internist om tot een professio- neel oordeel te komen over de ondraaglijkheid en uitzichtloos- heid van haar lijden. Hierbij kan de internist collega’s uit haar vakgroep en de huisarts raad- plegen, maar ook steun vragen aan SCEN-artsen. Bij principiële bezwaren of persoonlijke bezwa- ren zoals in dit concrete geval, behoort zij patiënt behulpzaam te zijn bij het vinden van een collega zonder deze bezwaren. Volgens de KNMG geldt hier geen juridische verwijsplicht, maar wel een professionele verantwoordelijkheid. Als euthanasie niet mogelijk is,
dan moet de internist op grond van haar zorgplicht patiënt zo goed mogelijk begeleiden in de uitvoering van haar stervens- wens. Het ligt voor de hand dat zij dit in samenspraak met de huisarts doet. De slotsom is dat regels en
richtlijnen evenals het advies van deskundigen de internist kunnen helpen bij een zorgvuldige oor- deels- en besluitvorming. Maar al met al rust op haar een zware verantwoordelijkheid.
ArtsenAuto april 2012
021
Jurist Annemarie Smilde
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108