1019 | WEEK 28-29 12 JULI 2023
51 weg naar het water
Frank Ardesch, aanjager en medeoprichter van Port of Utrecht.
spreekt Van Hulle van een mental shiſt. Voor bedrijven die de productie een klein beetje veranderen of de bestelprocessen anders in- richten, moet het lukken volgens de manager van
Multimodaal.Vlaanderen.
Watersnelweg Utrecht beschikt met het Amsterdam- Rijnkanaal over een van de drukste snelwegen op het water. Deze regio wil goederenvervoer over water stimuleren en de stad leefbaarder en groener maken. De drukte op de weg, de zero-emissiezones en kwetsbare kades/wer- ven en woningbouw zijn de belangrijkste re- denen. Onlangs hebben de wethouders van Utrecht, Nieuwegein en Stichtse Vecht, de ge- deputeerde van de provincie Utrecht en de directeur-bestuurder van Parkmanagement Lage Weide een samenwerkingsovereenkomst ondertekend die de start van een programma- bureau, Port of Utrecht (PoU), mogelijk maakt. Dit programmabureau ondersteunt bedrijven meer transport via het water te laten gaan. Dit onder het motto: ‘Varen waar het kan, rijden waar het moet’.
grootste kostenpost met betrekking tot voor- en natransport.”
Multimodaal.Vlaanderen kijkt vooral naar de zogenoemde ‘slow movers’ of- tewel: grondstoffen, afval en bouwmateriaal. Hierbij komt de planning minder nauw. Ook reefer transport lukt tegenwoordig vaker (zie kader), al is dat verhaal uitdagender volgens Van Hulle.
Lege containers Volgens Van Hulle zijn de voordelen van het ICY-concept (Inland-Container-Yard) vaak nog niet bekend bij bedrijven. Bij het ICY-concept staan rederijen zelf in voor het vervoer via bar- ge of spoor van de containers vanaf, of tot aan de dichtstbijzijnde containerterminal in het achterland, waar zij depot houden van lege containers. Op die manier worden lege con- tainers niet meer opgepikt of teruggebracht naar de haven, wat op zich een halvering van het aantal vrachtwagenritten inhoudt. “Er zijn nog steeds bedrijven die op vijf kilometer af- stand van een terminal zitten, maar geen idee hebben wat daar gebeurt”.
Multimodaal.Vlaanderen helpt de klassieke misverstanden (oubollig, traag, onbekend en onbemind) die bestaan over de binnenvaart graag de wereld uit. Van Hulle: “Daarom zitten wij boven op het proces. Bij de eerste testvaart zijn wij aanwezig als een vlieg op een hoop stront. Je hebt vaak maar één kans om te la- ten zien dat het werkt. Die eerst poging moet dus juist zijn, die eerste testvaart is cruciaal. Als alles goed gaat, wordt dit ook gecommu- niceerd en is het een voorbeeld voor andere bedrijven.”
Geloven Het doel van
Multimodaal.Vlaanderen voor dit jaar: 1.500.000 kilometers van de baan halen.
Circulaire goederenstromen via het water in Utrecht.
Een target dat volgens Van Hulle moeiteloos gehaald wordt. Er zijn dit jaar al 22 geslaag- de business cases en er moeten nog zo’n 56.000 kilometers van de weggehaald worden. “Er zijn nog genoeg geïnteresseerde bedrijven en wel honderden cases in de pijplijn”, aldus de manager.
In tegenstelling tot Nederland is er in Vlaanderen geen subsidie waarop aanspraak gemaakt kan worden. Het is puur vechten te- gen de truckkosten. “Je moet erin geloven en ik geloof echt dat het anders kan en moet, dat is mijn drijfveer. De resultaten zijn er! Een schip is zoveel interessanter dan een vracht- wagen.” Net als zijn collega in Nederland,
Frank Ardesch is aanjager en medeoprich- ter van Port of Utrecht. Ook Rijkswaterstaat maakt deel uit van de coalitie. “Port of Utrecht is een onafhankelijk programmabureau. Een schakel tussen de markt en publieke partijen. Wij koppelen partijen, ondernemen actie én borgen dit voor de lange termijn. We werken met twee horizonnen: vandaag de dag maken we al veel gebruik van vervoer over water en dit blijven wij verder stimuleren, dat vertalen wij vervolgens door te bouwen aan een duur- zaam, toekomstvast systeem voor vervoer over water. Bijvoorbeeld door het realiseren van hubs.”
Er zijn drie ladingstromen waar volgens Ardesch veel potentie in zit: circulaire stro- men (afval), bouwmaterialen en retail/horeca.
Frank Ardesch
‘Je ziet dat veel bedrijven het water een beetje vergeten zijn’
“Je hebt alleen nog dat systeem nodig waarin je dit kunt vertalen naar de regio. Nu vindt er nog veel overslag plaats via de weg. Je ziet dat veel bedrijven het water een beetje vergeten zijn, ze worden nu veelal met de rug naar het water gebouwd. Dat kan anders. Een aantal bedrijven is koploper als het gaat om vervoer over water. Vanuit die koplopers willen wij dat verhaal verder vertellen, zij kunnen ook ande- re bedrijven enthousiast maken.”
Verleiden
In de bouw is bijvoorbeeld regionaal aanne- mingsbedrijf Van Zoelen een koploper. Deze aannemer werkt veel langs het water. Het was één van de eerste bouwbedrijven die gebruik maakt van vervoer over water, bijvoorbeeld voor de aanvoer van bouwmaterialen of de af- voer van circulaire reststromen. Een proces dat volgens Ardesch heel goed werkt. Ook de Theo Pouw Groep, een duurzame toeleveran- cier voor de bouw, maakt veel gebruik van het water. Dit bedrijf opende al in 1998 haar eerste inland containerterminal. Ardesch: “Ze heb- ben ook een terminal op Lage Weide en gaan steeds meer vervoeren over water, niet alleen regionaal maar juist ook in de binnenstad.” Het gloednieuwe programmabureau van Port of Utrecht gaat de komende tijd aan de slag met het uitbreiden van ladingvolumes die nu al over het water gaan, daarnaast met het ver- leiden van bedrijven die de weg naar het wa- ter nog niet hebben gevonden. Ardesch: “We willen ook een structurele lijn opzetten voor bouw & retail. Daarnaast werken we aan het (hub)systeem van de toekomst, waarbij op- en overslagplaatsen langs het water cruciaal zijn. Dat moeten we stimuleren. Misschien moeten we ook eens kritisch kijken naar de laad- en losplekken langs de weg, die willen we name- lijk ook voor het water.”
Het is daarbij een uitdaging om gebruik te ma- ken van emissieloze vaartuigen, want we kij- ken ook naar duurzaamheid. Lage Weide, de Merwedekanaalzone en de Utrechtse werfkel- ders zijn belangrijke gebieden waar nog veel winst te behalen is.” Een ander doel van PoU is: het inzichtelijk maken van de volumes die al over het water gaan. Ardesch: “Dat aantal willen we elk jaar minimaal verdubbelen, op een zo schoon mogelijk manier. Ik geloof het gewoon niet als mensen zeggen dat een wa- tergebonden stad dichtslibt. Steden zijn ge- bouwd voor het water. Ja, ik ben hier echt van overtuigd: er hoeſt geen enkele watergebon- den stad dicht te slibben.”
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60