1019 | WEEK 28-29 12 JULI 2023
11
Maatregelen tegen hoogwater en voor veiliger scheepvaart gaan hand in hand in Zuid-Limburg
MAASTRICHT Zes overheden gaan nauw samen- werken aan een verkenning naar het verbete- ren van de hoogwaterveiligheid, de scheep- vaartveiligheid en de ruimtelijke kwaliteit in het zuiden van Limburg.
Het gezamenlijke project Zuidelijk Maasdal richt zich op het vinden van een oplossing voor ver- schillende nationale en regionale opgaven rond- om de Maas, in een gebied van de Belgische grens bij Eijsden tot en met de monding van de Geul bij Voulwames. Komend najaar start een in- formatie- en participatieronde over het project. De opgaven voor het project richten zich op het verbeteren van de hoogwaterveiligheid en het bevorderen van vlot en veilig transport over wa- ter. Daarnaast zijn er ruimtelijke opgaven, zoals natuurontwikkeling en het behouden en verster- ken van de leefomgeving. In de verkenning wor- den verschillende oplossingsrichtingen in kaart gebracht.
Eerder dan gepland Afgelopen 13 juni tekenden minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat, waterschap Limburg, de provincie Limburg en de gemeenten Maastricht, Eijsden-Margraten en Meerssen een startdocument. Hiermee start de verkennings- fase naar een samenhangende oplossing voor de verschillende opgaven die het gebied kent. Het geheel is eerder in gang gezet dan gepland: oor- spronkelijk zouden plannen hiervoor pas in 2050 worden uitgevoerd, nu zou de veiligheid al in 2035 verbeterd moeten zijn, 15 jaar eerder.
Minister Harbers: “Twee jaar geleden veroor- zaakte hevige regenval ernstige overstromingen in Limburg. Die beelden staan ons nu nog hel- der voor de geest. Ik vind dat Nederland over- al zo goed mogelijk beschermd moeten zijn en daarom investeer ik nu samen met de betrokken
Bij de ondertekening van het startdocument, met als tweede van links minister Harbers. Foto Rijkswaterstaat
partners in dit gebied. Daarmee nemen we gelijk ook kansen mee op het gebied van vlot en veilig transport over water en het verbeteren van de natuur.”
Uitdagingen Voorzitter van de stuurgroep Hubert Mackus: “We staan in Zuid-Limburg voor grote uitdagin- gen. Na de maatschappelijke, financiële en emo- tionele schade van het hoogwater uit 2021 is het aanpakken van hoogwaterveiligheid belangrij- ker dan ooit. Daarnaast moet er geïnvesteerd worden in een vlotte en veilige scheepvaart over de Maas.”
Mackus vervolgt: “Dat vraagt ruimte, maar biedt ook kansen voor ruimtelijke ontwikkelingen en de natuur. Door als rijksoverheid, waterschap, provincie en gemeenten samen te werken, kun- nen we samenhangende keuzes maken en zo maatregelen goed op elkaar afstemmen. Zo zor- gen we voor een toekomstbestendig Zuidelijk Maasdal, waar veilig gewoond, gewerkt, gerecre- eerd en goed gevaren kan worden.”
Samenhang en samenwerking zoeken Aanpassingen aan het gebied en de rivier gericht
op beheersing van hogere waterstanden, kunnen gevolgen hebben voor de binnenvaart. Zo kan het verruimen van de rivier, om te voorkomen dat dijken veel hoger moeten worden, zorgen voor hogere stroomsnelheden die de scheep- vaart kunnen belemmeren. De bedoeling is te onderzoeken welke combinatie van maatregelen voor alle opgaven – bijvoorbeeld zowel de hoog- waterveiligheid en vlot en veilig transport – het grootste en beste effect heeſt. Daarbij wordt ook benoemd dat het goed is te kijken naar al lopen- de of nog te plannen projecten, zoals de vervan- ging en renovatie van de stuwen bij Borgharen. Samenwerking met België moet eveneens ge- zocht worden: als in Vlaanderen of Wallonië aan- passingen gedaan worden, kunnen deze gevol- gen hebben voor de waterstand in Nederland.
Oplossingen met meeste effect Sinds 2007 werkt Rijkswaterstaat aan de realisa- tie van de zogeheten Maasroute, zodat het tra- ject Weurt – Ternaaien geschikt is voor klasse Vb-schepen. Bij hogere waterafvoeren blijken er nautische knelpunten te zijn op het traject over het Julianakanaal en de Maas ter hoog- te van Maastricht. Als gevolg van rivierverrui- ming zijn de stroomsnelheden daar bijvoorbeeld
toegenomen, zeker bij verhoogde rivierafvoer. Voor oplossingen wordt gedacht aan maatrege- len die stroomsnelheden verlagen. Andere op- ties zijn om obstakels deels weg te halen, de vaarweg te verruimen en niet-fysieke maatre- gelen, zoals informatie- en verkeersmanage- ment of het vergroten van het detailniveau van de diepteweergave op de elektronische vaar- kaarten. Het aanpassen van de ingang van het Julianakanaal is ook een van de richtingen waar- in gedacht wordt, net als het realiseren van een passeervak bij de keersluis Limmel. Het aanpas- sen, toevoegen of verwijderen van damwanden wordt eveneens genoemd, net als het verdiepen of gelijktrekken van bodems en vaargeulen.
Meedenken De overheidspartners nodigen bewoners, bedrij- ven en instanties uit om actief mee te doen in het project. Zo kunnen zij zelf oplossingsrichtin- gen aandragen of de al benoemde oplossingen verrijken door wensen, initiatieven en kansen voor te leggen. In het najaar organiseert het pro- jectteam een eerste bijeenkomst voor het parti- cipatieproces. De verkenningsfase eindigt met een keuze voor één oplossingsrichting, bestaan- de uit verschillende maatregelen. Uiteindelijk neemt de minister naar verwachting in 2026 een zogenoemde voorkeursbeslissing.
Financiën De totale plan- en realisatiekosten van de meest voor de hand liggende oplossingsrichting wijzen op zo’n 424 miljoen euro. De nautische maatre- gelen en investeringen in stads- en natuuront- wikkelingen zijn daarin de kleinere kostenpos- ten. Dijkversterking en rivierverruiming kost meer geld volgens de eerste schatting. Tot nu toe is nog niet het gehele bedrag beschikbaar, on- danks toezeggingen van meerdere partijen om bij te dragen.
OP KOERS
Het ruime sop voor Van der Linden
Na ruim tien jaar in dienst te zijn geweest bij EICB kiest Erwin van der Linden het ruime sop. Per 1 juli is hij zijn eigen communicatiebureau gestart, Aristoi Communication Partners. Maar helemaal van het to- neel verdwijnen doet hij ook weer niet.
Waarom heb je deze stap gezet? “Het is nooit een geheim geweest dat ik vroeg of laat mijn eigen zaak wil hebben. Het is eerder opvallend dat ik daar nu pas aan begin. Bij aanvang van mijn baan bij het EICB dacht ik er ongeveer zo’n drie jaar te blijven. Nou, dat zijn er dus ruim tien geworden!”
Erwin van der Linden
Elke twee weken komt in deze rubriek in de Scheepvaartkrant een van de medewerkers van Bureau Telematica Binnenvaart (BTB), Expertise- en Innovatiecentrum Binnenvaart (EICB) en het Bureau Voorlichting Binnenvaart (BVB) aan het woord over een project waar volop aan gewerkt wordt om de binnenvaartsector nog verder te laten doorstomen. Deze rubriek wordt samengesteld door de samenwerkende organisaties.
Dat is een goed teken, nietwaar? “Dat is in de eerste plaats een groot compliment voor de werkgever, want het zijn tien jaren geweest waarin ik me geen seconde heb hoeven te vervelen. Deels komt dat, omdat we met het EICB in die tijd een stevige, in- ternationale groei hebben weten te maken. Projecten werden daardoor groter en de netwerken interessanter. Voor een ander deel komt dat door de prettige, collegi- ale sfeer die er heerst met daarin veel ruimte voor zelf- standigheid. Tenslotte heb ik me bezig kunnen houden met eigentijdse onderwerpen, zoals innovatie en ver- groening. Het werkt motiverend om elke dag bezig te kunnen zijn met relevante dossiers.”
En toch verlaat je het schip. “De context verandert misschien een beetje, maar ik verdwijn niet compleet van het toneel. Zo blijf ik be- trokken bij het Europese NOVIMOVE-project. En ook voor andere projecten ben ik beschikbaar als partijen in het binnenvaarthuis me nodig hebben. Qua leeſtijd en ervaring is voor mij nu wel het goede moment om me te specialiseren. De wereld van de internationale
projectcommunicatie is voor mij een hele mooie niche, die uitstekend aansluit op de drie pijlers die er voor mij persoonlijk toe doen: het bedrijfskundige van mijn opleiding voor wat betreſt het projectmatige deel; het journalistieke, voor wat betreſt de communicatie; en de wereld van de internationale betrekkingen om verschil- len in culturele benaderingen aan te voelen en daarop in te spelen. De naam Aristoi zinspeelt daarop: het be- tekent de ‘voorhoede’, en draagt met zich mee dat deze groep een verantwoordelijkheid heeſt om de juiste we- gen te bewandelen en die vooruitgang te delen met de maatschappij. Het leek me wel een toepasselijke bena- dering van het Europese innovatiegilde.”
Als je op die tien jaar terugkijkt, wat blijſt jou dan het meeste bij? “Uiteindelijk heeſt elk jaar wel iets bijzonders met zich meegebracht. Bij elke communicatiestrategie, nieuw ontwikkelde huisstijl, event of videoproductie kon ik wel iets van mezelf kwijt. Een voorrecht zou ik dat wil- len noemen. In het begin liepen we vanuit EICB tame- lijk voorop in het CO2-dossier en ontwierpen we samen met spelers uit de sector de eerste CO2-uitstoot rap- portagetool. Zulke tools zijn nu veel meer mainstream geworden, maar het pionieren toentertijd was erg in- teressant. Het Nationaal Binnenvaart Congres vond ik persoonlijk ook heel leuk om te bedenken en te realise- ren. Bovendien heb ik met veel interesse diverse stro- mingen in de vergroeningsdiscussie zien opkomen, zo- als nabehandelingstechnieken, LNG, diesel-elektrisch en nu waterstof en methanol. De worsteling van de individuele ondernemer over waar hij of zij nu goed aan doet is op dit moment goed voelbaar in de sector. Goede communicatie hierover blijſt nu en in de toe- komst essentieel!”
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60