search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
PREVENTIE EN REMEDIËREN


competente lezer verlaten. Als kinderen niet goed leren technisch lezen, moet dat op de eerste plaats als een onderwijsprobleem worden gezien. Een belangrijke vraag van elke schoolteam moet zijn: beschikken we als school over voldoende leesdeskundigheid om de problematiek van technisch lezen effectief aan te pakken? Zo niet, dan is professionalisering en ondersteuning door externe deskundigen nodig.


BELANGRIJKE VERBETERSTAPPEN VOOR HET TECHNISCH LEZEN


1. Breng de beginsituatie in kaart: - Welke kinderen in groep 1 en 2 lopen mogelijk risico om geen goede lezer in groep 3 te worden?


- Wat zijn onze resultaten voor technisch lezen in de groepen? Hoe verklaren we die resultaten?


2. Stel verbeterdoelen Zonder hogere doelen te stellen zullen de resultaten voor technisch lezen niet verbeteren. Doelen voor een school kunnen zijn: Het aantal leerlingen met een dyslexieverklaring zal op onze school maximaal 5% zijn en we brengen het aantal laaggeletterde leerlingen terug tot 7,5%. Het streven dat elke risicolezer minimaal functioneel geletterd wordt (AVI E6), moet als een belangrijk doel in het onderwijs worden gezien.


3. Breng het aanbod voor technisch lezen en de zorgniveau's in orde Het onderzoek van de inspectie laat zien dat op veel scholen het aanbod voor technisch lezen niet op orde is. Het is wenselijk dat er een sterk accent op preventie vanuit de optiek van het creëren van een goede leesstart voor kinderen die mogelijk moeite hebben met het leren lezen hebben, wordt gelegd. Maar ook geldt dat tijdens het technisch lezen de beklemtoning van het automatiseren centraal moet staan.


4. Ga goed om met verschillen in leesontwikkeling Het onderzoek van de inspectie maakt duidelijk dat er meer nadruk op kwaliteitsverbetering in


26


het leesonderwijs moet komen te liggen vanuit het perspectief van zwakke lezers, want op te veel scholen profiteren deze leerlingen onvoldoende van het geboden onderwijs. Zwakke lezers krijgen op veel scholen onvoldoende ondersteuning. Om die reden worden er drie zorgniveaus onderscheiden waaraan de volgende uitgangspunten ten grondslag liggen: - Een drie lagenbenadering die moet leiden tot vroegtijdige interventies voor zwakke lezers;


- Een effectieve manier om vroegtijdig kinderen op te sporen die problemen met lezen hebben;


- Het voortdurend monitoren van de leesont- wikkeling van kinderen.


UITWERKING VAN DE ZORGNIVEAUS Bij de zorgniveaus 2 en 3 is het nodig dat er rekening wordt gehouden met o.a. de bevindingen van de meta-analyse van Therrien


(2004). Deze analyse toont


dat herhaald lezen een evidence based strategie is voor zowel vlot en vloeiend lezen als voor begrijpend lezen. Kinderen met leesproblemen profiteren daarvan. Het effect voor vlot lezen is groter dan voor begrijpend lezen. Ook meer recente meta- analyses laten zien, dat herhaald lezen een sterke interventie is. Dikwijls wordt gevraagd: vragen zwakke technische lezers en leerlingen met een dyslexieverklaring niet verschillende aanpakken? Volgens Torgesen (2005) wijst onderzoek meer en meer uit, dat er in de praktijk dikwijls geen duidelijke lijn te trekken is tussen de ondersteuning die zwakke technische en dyslectische lezers nodig hebben. Wat in het algemeen geldt voor zwakke lezers, geldt meestal ook voor dyslectische lezers. Beide groepen profiteren het meest van directe instructie op het gebied van de letter-klankkoppeling met veel aandacht voor automatisering, maar ook van uitbreiding van de leertijd. Verder geldt ook voor de zorgniveaus 2 en 3 dat kinderen dagelijks voldoende extra intensieve instructie krijgen. Bijvoorbeeld 15 – 30 minuten.


Het is cruciaal voor de effectiviteit van de zorg in de niveaus 1 en 2, dat de interventies aansluiten en afgestemd zijn op de gegeven groepsinstructie. Een nevendoel van de


Zwakke lezers


krijgen op veel scholen onvoldoende onder- steuning.


OVER KEES VERNOOY


Kees Vernooy is werkzaam bij Expertisebureau Effectief taal- en leesonderwijs. Daarvoor was hij werkzaam


als wetenschappelijk


projectleider van diverse leesverbeterings-


projecten en was hij als lector Effectief taal- en leesonderwijs verbonden aan de


toenmalige hogeschool Edith Stein.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52