LEESPROBLEMEN, LAAGGELETTERDHEID EN DYSLEXIE
OVERANNETTE ROETENBERG
Annette Roetenberg is directeur Onderwijs &
Zorg bij Lexima. Zij is o.a. verantwoordelijk voor onderwijsinhoudelijke zaken, projectmanage- ment, wetenschappelijk onderzoek en ze onder- houdt contacten met beroepsorganisaties.
Zij heeft ervaring
met de diagnostiek en behandeling van leerlingen met lees- en spellingproblemen en is gespecialiseerd op het gebied van het inzetten van dyslexiesoftware.
KWALITEIT VAN DE ONDERSTEUNING Door de vergoedingsregeling die van kracht werd in 2009, is de invulling van zorgniveau 1, 2 en 3 essentieel geworden voor een juiste doorverwijzing naar de vergoede zorg. Alleen als scholen zorgniveau 1, 2 en 3 correct uitvoeren kan de poortwachter doorsturen naar de vergoede diagnostiek en behandeling. Daarnaast is een goede invulling van de eerste drie zorgniveaus cruciaal voor een betrouwbare diagnose van dyslexie
Wat zegt de onderwijsinspectie? “We denken dat scholen bij het lees- en spellingonderwijs meer nadruk kunnen leggen op kwaliteitsverbetering vanuit het perspectief van de zwakke lezers en spellers. Dat betekent dat scholen het besef moeten hebben dat zwakke lezers en spellers, meer nog dan andere leerlingen, behoefte hebben aan lessen met vakdidactisch handelen van hoge kwaliteit en voldoende oefening in de praktijk. Het betekent ook vroegtijdig scherp zicht krijgen op de aard van lees- en spellingproblematiek van leerlingen en afstemming van het onderwijs op die problemen. Directe feedback op de lees- en spellingprestaties biedt ook aanknopingspunten voor zwakke lezers en spellers.” (Inspectie van het Onderwijs, 2019).
HET INZETTEN VAN EDUCATIEVE SOFTWARE Dat alles vraagt nogal wat van de leerkracht. Educatieve software biedt hier een uitkomst. Want software die specifiek is ontwikkeld voor lees- en spellingproblematiek verschaft de mogelijkheden om tegemoet te komen aan de noodzaak van voldoende oefening, op maat afgestemd op de aard van de problemen die het kind ervaart en met ingebouwde directe feedback op de prestaties. De leerkracht kan de vorderingen analyseren in de rapportage van de software en waar nodig bijsturen of extra motiveren. Educatieve software wordt door scholen ingezet bij preventie, remediëren en compenseren van leesproblemen en dyslexie.
1. PREVENTIE Eenmaal in groep 1 (en natuurlijk daarna)
10
draagt het onderwijs de primaire verant woordelijkheid voor het aanleren van de lees en spellingvaardigheid. De leerkracht van groep 1 en 2 krijgt direct te maken met leerlingen die enorm verschillen in hun taalvaardigheid en heeft de belangrijke taak achterstanden op te merken en aan te pakken. Het programma Bouw! wordt door duizenden scholen ingezet om achterstanden bij risicoleerlingen te voorkomen.
2. REMEDIËREN Naast een gerichte preventieve aanpak is extra ondersteunen en remediëren op zorgniveau 2 en 3 van cruciaal belang in de integrale aan- pak van leesproblemen. Remediëren hoort niet alleen plaats te vinden als voortraject op doorverwijzing naar zorgniveau 4. Maar ook bij leerlingen die in de behandeling zitten, de behandeling hebben afgerond of die ‘te goed’ zijn voor een dyslexiebehandeling, maar wel extra ondersteuning nodig hebben. Pro gramma’s die daarvoor ingezet kunnen worden zijn onder andere: Flits! Tutorlezen, Letterster, BLOON en Dexlex. Te vaak blijkt dat deze leerlingen tussen wal en schip terecht komen.
3. COMPENSEREN Leerlingen met ernstige leesproblemen hebben daarnaast vanaf groep 5 baat bij het gebruik van compenserende software- programma’s, met als doel dat ze op hun eigen cognitieve niveau kunnen functioneren.
Als leerlingen de kans krijgen om te com penseren op het gebied van (technisch) lezen en (technisch) schrijven en ondersteuning krijgen op het gebied van studeren, zullen ze zich op hun eigen niveau kunnen ontwikkelen, worden achterstanden bij de zaakvakken vermeden, worden tal van faalervaringen voorkomen en zullen leerlingen meer gemotiveerd blijven.
INTEGRALE AANPAK LEESPROBLEMEN, LAAGGELETTERDHEID EN DYSLEXIE Bij een integrale aanpak van leesproblemen, laaggeletterdheid en dyslexie ligt de focus op preventie, gericht op de volgende effecten: • Het aantal leerlingen dat slecht presteert op lezen en/of spellen neemt af met tenminste 60%.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52