This page contains a Flash digital edition of a book.
Video: gebruiker aan het woord.


houdt met voertuigen buiten het ‘treintje’ en met wegkantsys- temen, krijg je zelfs een platooning plus-variant. Je zorgt er dan bijvoorbeeld voor dat een kolonne bij het naderen van een toerit automatisch ruimte maakt voor invoegend verkeer.”


Belofte voor de toekomst Hendrix zou nog talloze andere voorbeelden kunnen oplepe- len, maar het beeld dat hij schetst is duidelijk – en ook dui- delijk is waarom talking traffic als één van de verkeersbelof- ten van de toekomst wordt gezien. Dankzij het voortdurende contact tussen voertuigen en wegsystemen zal sowieso de veiligheid verbeteren. Voor de leefbaarheid is het anticiperend rijden interessant: minder stop- en optrekbewegingen, dus minder brandstofverbruik en minder uitstoot. Ook het in de slipstream van je voorganger rijden, bespaart brandstof. En wat zal het effect op de doorstroming zijn? “Concrete cijfers zijn er vooral in de theorie, dus het is lastig voor me om met harde percentages te komen. Zeker in de beginfase, met een kleinere penetratiegraad. Maar hoe slimmer het verkeer anti- cipeert – bij het naderen van een verkeerslicht, als er ergens files staan – hoe beter dat is voor de doorstroming. En neem platooning. Als auto’s inderdaad dichter op elkaar kunnen rij- den, trek je daarmee in feite de capaciteit van een weg om- hoog. Ook dat verbetert de doorstroming.”


De uitrol De grote vraag is natuurlijk wanneer we de vruchten van zo’n coöperatief voertuig-wegkantsysteem kunnen plukken. Tech-


14 Nr.5 - 2015 OTAR


nologisch gezien lijkt de markt er klaar voor, vertelt Hendrix, maar er blijven nog genoeg uitdagingen over. “Het probleem is dat het coöperatieve systeem niet slechts een extra toe- passing is die je op een bestaand communicatienetwerk kunt pluggen. We hebben al de langeafstandscommunicatie over 3G/4G en daar kun je fantastische dingen mee, maar voor een deel van de beoogde coöperatieve toepassingen zijn die net- werken te traag. Om een idee te geven: als het een beetje druk is, kan het wel 25 seconden duren eer een berichtje aan- komt. In Europa is daarom de standaard ITS-G5 ontwikkeld, die vertragingen kent van nog geen seconde en dus prima ge- schikt is om snel rijdende voertuigen op de weg te bedienen. Alleen: daarvoor moeten we nog wel een netwerk aan nieuwe antennes rond de wegen aanleggen, op de plekken waar dat noodzakelijk is.”


Coöperatieve technologie Alleen al om die reden is het uitrollen van een coöperatief net- werk een flinke operatie. Er moeten ook computersystemen komen die deels centraal deels lokaal de ‘intelligentie’ verzor- gen, zoals het juist verwerken van alle data en het voorspel- len van de verkeerstoestand. De voertuigen en wegkantsyste- men moeten worden uitgerust met coöperatieve technologie. Er zijn nog meer organisatorische uitdagingen, zoals de kip- ei-situatie dat er niet geïnvesteerd wordt in de hardware om- dat er nog geen slimme toepassingen zijn, en dat er niet ge- investeerd wordt in slimme toepassingen omdat de hardware er nog niet is. Op de achtergrond speelt verder de vraag hoe


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48