087
Open haard In de rubriek Mijn Huis (kerstnummer 2016) staat een foto met daarop een brandende open haard.
Graag wil ik reageren op een foto bij het artikel onder de kop Huiselijk museum. Op die foto zie ik een jong, vrolijk gezin bij de brandende open haard. Ik ben verbaasd dat twee longartsen in 2016 midden in de bebouwde kom voor zo veel omgeving-belastende uitstoot zorgen, hoe gezellig dat ook mag zijn. De baby kijkt ook minder vrolijk toe en zal dat zeker niet zijn, als hij oud genoeg is om de vakliteratuur van zijn ouders te lezen. Ik hoop dat u mijn reac- tie wilt plaatsen.
Lieuwe de Jong, huisarts n.p.
Hoge druk Het artikel No stress (Arts en Auto 11) gaat over functioneren onder hoge druk in de acute zorg. Een beetje stress scherpt de focus, maar te veel stress kan negatief uitwerken. Waar ligt de grens? En hoe bescherm je jezelf tegen negatieve stress?
Dit is volstrekte onzin. Alleen een vrij mens kan een goed geneesheer zijn. Gezond verstand is bestand tegen elke vorm van stress. Onthaasten. Prof. dr. J.J. Michiels
GGZ bijna dood? (2) In haar blog op
artsenauto.nl luidde psychiater Remke van Staveren onder de titel ‘De GGZ is op sterven na dood’, de noodbel over de situatie in de geestelijke gezondheidszorg. Zij kreeg veel steun van collega’s in het land, maar er waren ook collega’s die de geschetste situatie veel te somber vonden. Onder hen Willem Kas- teleyn, die een ingezonden brief schreef, die in het kerstnummer werd gepubliceerd.
Naar aanleiding van de brief van collega Kasteleyn over de dood van de GGZ het volgende. Collega Kasteleyn geeft een aantal argumenten waaruit moet blij- ken dat de GGZ niet op sterven na dood is. Echter, ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat menig argument dat hij gebruikt, juist bewijst dat de GGZ in ieder geval in een comateuze toestand is geraakt. De GGZ doet me denken aan een bokser die steeds net voordat de scheidsrechter tot tien telt,
opstaat en weer verder gaat. We, de GGZ, zijn een speelbal geworden van politieke willekeur en inmenging van ziektekostenverzekeraars die bepalen wat goede zorg is. Dat laatste bestaat uit de eis dat patiënten moeten zijn voorzien van een behandelplan (ooit het format daarvan gezien?) en dat alle ROM-formulieren up-to-date zijn. U voelt hem al aankomen; goede zorg bestaat uit het invullen van formulieren en het afvinken van lijsten die weinig met de behandeling van doen hebben. Was psychiatrie een vak waarbij creati- viteit in de behandeling een rol speelde, nu lijdt de psychiatrie aan protocollitis waarvoor tot op heden nog geen oplos- sing gevonden is. Ik maak het nu aan den lijve mee, als mantelzorger. De in tijd afgemeten zorg is minimaal, scherp begrensd maar volkomen transparant. Flip Tabeling, psychiater
Farmaceuten Hoor en wederhoor
‘Ook wij willen zinnige,
“E zuinigezorg’ Enorme winsten, ondoorzichtige prijsopbouw,
kunstmatige octrooiverlengingen, sponsorgeld voor artsen. De farmaceutische sector ligt onder vuur. Ook in Arts en Auto uitten zorgprofessionals het afgelopen jaar zware kritiek. Tijd voor wederhoor.
r komen heel goede genees- middelen op de markt. Die willen we graag geven, maar ze zijn veel te duur. Wie investeert en risico neemt, mag winst maken. Maar farmaceuten maken
woekerwinsten.” Dat zei scheidend AMC- baas Marcel Levi in november in Arts en Auto. Farmaceutisch geneeskundige Henk Jan Out heeft begrip voor Levi’s zorgen, maar is het niet met hem eens. “Het budget mag in ziekenhuizen met slechts 1 procent per jaar stijgen, maar om dat te vertalen naar farmabashing is niet fair. Sowieso kun je farmaceuten niet over één kam scheren. Er zijn bedrijven, zoals Gilead met zijn hepatitismedicijn, die 70 procent winst maken. Dat zijn woeker- winsten. Maar er zijn er ook die verlies draaien of over de kop gaan.”
Vreselijke dingen Out, tot vorig jaar bijzonder hoogleraar farmaceutische geneeskunde aan het Radboudumc, bracht onlangs het boek Leve het Geneesmiddel! uit. “In de media en in boeken worden vreselijke dingen geroepen. ‘De farma heeft meer doden op haar geweten dan de maffia’, schrijft de Deense hoogleraar geneeskunde Peter Gøtzsche. Schandelijk! Kijk eens hoeveel miljoenen mensen hun gezondheid of leven aan de farmaceutische industrie te danken hebben. Ik heb twintig jaar in deze business gewerkt (voor Organon en MSD, red.) en was enorm onder de indruk van de kwaliteit en zorgvuldigheid. Ik hoor en lees zo veel onwaarheden, daarom wilde ik een tegengeluid laten horen.” Out is van mening dat farma- ceutische bedrijven dat zelf ook meer moeten doen. “Ze zijn stil over prijzen. Ze moeten meer uitleggen en actiever deelnemen aan het debat.” Eelko den Breejen van farmaceutisch
bedrijf Roche vindt dat Out daar een punt heeft. “Farmabreed zouden we dat meer mogen doen. Als Roche treden we al steeds vaker naar buiten.” Den Breejen, Governmental Affairs & Access Manager bij Roche, geeft aan ‘de reuring over
prijzen’ wel te begrijpen. “We verdienen veel geld, maar het belangrijkste is wat we ermee doen. We geven heel veel uit aan de ontwikkeling van nieuwe genees- middelen.” In 2015 besteedde Roche, wereldleider
in kankermedicijnen, 8,49 miljard aan Research & Development. Het bedrijf boekte dat jaar een nettowinst van 8,5 miljard. Waarom is dat geen woeker- winst? Den Breejen: “Wij richten ons alleen op doorbraakgeneesmiddelen voor patiënten bij wie het lijden zeer groot is. Dat betekent een hoog risicoprofiel. De kans op failure is enorm. Van de 10.000 moleculen haalt maar één de eindstreep als geneesmiddel. Terwijl in sommige wel tien jaar lang is geïnvesteerd. En als een geneesmiddel bewezen effectief en veilig is, kan de overheid nog zeggen: we vergoe- den het niet. Bij zo’n groot risico hebben investeerders een hoge rendementseis.” Jurgen Huismans, Associate Director
Market Access bij MSD, het grootste bedrijf voor innovatieve geneesmiddelen in Nederland, onderstreept dat. “Hoge opbrengsten zijn nodig om de miljarden- investeringen in geneesmiddelen die het niet redden te compenseren, om private investeerders te trekken en om nieuwe geneesmiddelen te kunnen blijven ontwikkelen.” Huismans wijst erop dat men niet alleen moet kijken naar de kosten van medicijnen, maar ook naar kosten die door medicijnen bespaard worden. “Denk aan al die patiënten die door geneesmiddelen niet meer in het ziekenhuis komen. En aan patiënten die hun economische waarde behouden. Wie vroeger reuma had, was vrij snel arbeidsongeschikt. Nu kunnen veel reu- mapatiënten blijven werken. Als je een ziekenhuis bestuurt, zie je die baten niet direct terug, maar ze zijn er wel.”
Geen algoritme Waar veel kritiek op is, ook door VWS-mi- nister Edith Schippers, is de prijsopbouw van medicijnen. Die zou niet transparant zijn. “In de jaarverslagen van al die beurs- genoteerde farmaceutische bedrijven is te zien wat ze uitgeven”, zegt Out. “Er is
Tekst: Martijn Reinink Beeld: Shutterstock
Minstens zo treurig is het soort dokters dat er zich op laat voorstaan niets met de farmaceutische industrie van doen te willen hebben. Natuurlijk ontvangen ze geen vertegenwoordigers van die indus- trie, want die beïnvloeden alleen maar. Daar zijn ze bang voor. Een verkeerde vorm van angst als je het mij vraagt. Misschien een idee: doe die deur eens wel open en leer jezelf kritisch te zijn in zo’n gesprek. Het komt in ieder geval je communicatieve vaardigheden ten goede wanneer je weer eens geconfron- teerd wordt met een lastige patiënt. En er is nog iets: artsen en hun ernstig zieke patiënten hebben de farmaceuti- sche industrie nodig. Voor wie lijdt aan een treurige aandoening, is het vaak de enige kans op enig licht aan het eind van de tunnel.
Farmaceuten aan het woord Onder de kop Hoor en Wederhoor ver- scheen in het kerstnummer van Arts en Auto een artikel waarin de farmaceutische sector mocht reageren op de vaak felle kritiek van onder meer zorgprofessionals aan het adres van de farmaceutische industrie.
Terecht dat Henk Jan Out ook de andere kant van het verhaal belicht. Het is natuurlijk altijd al heel erg dom geweest van de farmaceutische industrie, incluis hun vakvereniging Nefarma, dat ze altijd zo nietszeggend reageerden op allerlei wilde verhalen over misleiding, onfat- soenlijk winstbejag, enzovoort. Omdat ik bij zeven verschillende belangrijke innoverende farmabedrijven werkte, ken ik de daarvoor voornaamste reden: de landelijke directeuren gedragen zich vaak als puppets on a string van de grote ceo’s ergens ver weg. Een te nadrukkelijk tegengeluid zou weleens contraproduc- tief kunnen werken voor een carrière.
Dus iedere verstandige hoogleraar van n’importe welk vakgebied doet er goed aan nauwe contacten te onderhou- den met bijvoorbeeld de researchjon- gens van die bedrijven. Er zijn voorbeel- den genoeg waar dit het begin bleek van een mooie nieuwe ontwikkeling en kansen. Uit eigen ervaring weet ik dat mede dankzij de open mind van toen, een aantal medische jonge honden uit met name Amsterdam de kansen van aidspatiënten nogal dramatisch liet keren. Mede dankzij hun inspannin- gen, in combinatie met zeer betrokken medewerkers van toen nog Wellcome Laboratoria, kwam het middel Retrovir voor Nederland beschikbaar omdat het versneld kon worden geregistreerd. En er is nog iets: wie meeluistert en kan praten, oefent als vanzelf ook bewust en onbewust invloed uit. Bijvoorbeeld over de prijs van iets. Ook daar zijn inmid- dels voorbeelden van. Joep Scholten
Farmaceuten aan het woord (2)
Wat blijft zijn de enorme verschillen in prijs tussen verschillende landen, soms zelfs met een factor 2 of 3. A.J. Beunders
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100