lekker koken doe je zo s alles over


Wat is het MSC-keurmerk en wat is het verschil met ASC? Er zijn diverse keurmerken voor duurzame vis. Het MSC-keurmerk geldt voor in het wild gevangen zee- of zoetwatervissen. Het ASC-keurmerk staat voor verantwoord gekweekte vis. De instanties hebben regels opgesteld voor antibiotica- gebruik, duurzaam visvoer en arbeids omstandigheden van het personeel. Alle AH puur&eerlijk duurzame visproducten bevatten MSC- of ASC- gecertificeerde vis. En in 2015 zal álle vis van Albert Heijns eigen merken duurzaam worden gevangen of verantwoord worden gekweekt.


Hoe herken je het MSC- en ASC-keurmerk?


Op de verpakking van MSC- vis staat een donkerblauw label met daarop MSC. Het keurmerk van ASC is groen en er staat ASC op. Door hierop te letten, kun je als consument makkelijk een duurzame keuze maken.


Waarom hebben AH puur&eerlijk duurzame vangst seabob-garnalen het keurmerk MSC? Deze seabob-garnalen komen uit Suriname. Surinaamse vissers kregen in 2011 – als eerste tropische garnalenvisserij – het keurmerk van de Marine Stewardship Council (MSC). Dit keurmerk garandeert dat vis duurzaam is ge-


vangen. Onafhankelijke deskundigen contro- leren of de visstand op peil blijft en zien erop toe dat er tijdens de vangst zo min mogelijk schadelijke effecten zijn voor het andere le- ven onder water. Zo zijn bij de seabob-visserij de netten dusdanig aangepast dat dit gunstig is voor zeeschildpadden en grote vissen.


Albert Heijn verkoopt ca. 80 producten met het MSC- of het ASC-keurmerk, zowel vers als in de diepvries.


eabob-garnalen, msc & asc


Wat zijn seabob-garnalen? De seabob is een kleine garnaal die leeft in het centraal westelijke deel van de Atlantische Oceaan (van het zuiden van de Verenigde Staten tot Brazilië). Hij wordt vooral veel gevangen in de


kustwateren bij Suriname. Seabob-garnalen hebben een stevige bite en zijn een tikje zoet. Omdat ze goed andere smaken opnemen, zijn ze perfect om te


marineren of te combineren met sauzen.


FOODFOTOGRAFIE: JEROEN VAN DER SPEK, ERIC VAN LOKVEN, ROB VAN DER VET, PAUL GROOTES


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92