search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Lastig inschatten Waar opdrachtnemers tijdens dialoog- sessies soms risico’s bij de opdracht- gever proberen te leggen, letten op- drachtgevers bij het formuleren van de antwoorden op dat zij geen risi- co’s overnemen die bij de opdrachtne- mers horen. “Wat we de afgelopen ja- ren geleerd hebben uit de praktijk met DBFM-contracten, is dat het in sommi- ge gevallen niet goed werkt om risico’s bij de opdrachtnemer te laten. Bijvoor- beeld in geval van risico’s waarbij je niet uit de beschikbare informatie kunt ha- len hoe het bestaande areaal erbij ligt. De opdrachtnemer moet dat dan maar inschatten en oplossen en dat is lastig voor hem”, aldus Birnage. “Voor een ri- sicoreservering vooraf zou hij enorme bedragen moeten rekenen, wat hij niet doet omdat hij in concurrentie is. Dat betekent dat hij te weinig geld reser- veert voor onvoorziene omstandigheden en in het ergste geval failliet kunt gaan.


In dat geval kun je als opdrachtgever beter als uitgangspunt formuleren: als de situatie anders is dan voorzien, dan is het mijn probleem. Dat is een bete- re risicoverdeling, zeker als anders het project misloopt. Dat is het laatste wat je als opdrachtgever wilt.” Wel tekent hij daar onmiddellijk bij aan dat het niet de bedoeling is dat uitvoeringsrisico’s van opdrachtnemers de kant van de op- drachtgever opkomen. “Dat zal ook niet gebeuren, daar waken opdrachtgevers wel voor.”


Hogere prijzen De laatste tijd is de markt “nogal ver- anderd”, zegt Birnage met gevoel voor understatement. “Er is veel meer vraag dan aanbod, waardoor de prijzen van materialen en arbeid snel stijgen. Dat betekent dat opdrachtnemers met ho- gere kosten geconfronteerd worden dan zij bij het afsluiten van het contract had- den ingeschat. Dat leidt tot discussies en spanningen – ongeacht van welke contractvorm er sprake is. Soms zijn de problemen duidelijk te wijten aan veran- derde marktomstandigheden”, stelt hij. Een kwestie die lastig op te lossen is. “In principe is de beste oplossing om op het moment van inschrijving zo veel mo- gelijk zaken vast te leggen en tegenval- lers zo veel mogelijk te voorkomen. Het


vastleggen van de belangrijkste kosten- posten met onderaannemers lukt ech- ter niet altijd. En dat is een probleem dat ook de opdrachtgever niet kan op- lossen.”


Stap vooruit doen Heeft het DBFM-contract dan zijn bes- te tijd gehad? “Je merkt wel behoefte om te kijken of het op een andere ma- nier beter kan. Maar de wens tot verbe- tering is in feite een altijd doorgaande ontwikkeling, die niet specifi ek is voor het DBFM-contract. Wel heeft de hui- dige risicoverdeling tussen opdrachtge- ver en opdrachtnemer duidelijk zo zijn voor- en nadelen. Daarom is het wellicht goed een contractvorm te bedenken die meer op samenwerking is gebaseerd”, aldus Birnage, die de hang naar een be-


tere contractvorm begrijpt, maar er te- gelijkertijd op wijst dat de voordelen van het DBFM-contract vaak vergeten wor- den: opdrachtgever en opdrachtnemer die van tevoren sparren over de risico’s en veel zaken in het contract afspreken. En de garantie voor de opdrachtgever dat de opdrachtnemer altijd doorgaat met werken aan het project, omdat deze daar zelf ook een belang bij heeft. “Het antwoord is dan ook niet teruggaan naar oude contractvormen, daar heb- ben we immers niet voor niets afscheid van genomen. We moeten vasthouden aan de scherpere eisen rond risicover- deling, voortbouwen op deze contract- vorm en van daaruit kijken hoe we het beter kunnen doen. Dus een stap voor- uit in plaats van achteruit.”


Nr.4 - 2019 OTAR O Nr.4 - 2019TAR 39


“DE VRIJHEID BINNEN HET DBFM-CONTRACT LEIDT ZEKER TOT INNOVATIES”


Actueel voorbeeld van discussie over risico- verdeling.


(Zuidasdok is overigens geen DBFM-project).


Bron: Algemeen Dagblad, 18 juni 2019


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48