This page contains a Flash digital edition of a book.
driegesprek 27 praktijk?


"Een goede band met patiënten is enorm belangrijk"


Willemijn van Susante: “Ik vind tandheelkunde superleuk, maar ik wil ook nog andere dingen kunnen doen.”


doen. Ik doe de opleiding tot restauratief tandarts, een nieuwe differentiatie. Wat ik elders leer, kan ik meteen in mijn eigen praktijk toepassen. Ik leer er ook veel van dat ik mijn eigen werk terugzie. Dat zie je niet als je ergens twee of drie dagen per week voor een paar jaar werkt. In mijn praktijk in Maurik kan ik uitgebreide behandelingen doen, maar ook veel regulier werk. Mijn drijfveer is het werken met mensen, het aansturen, het organisatorische, het eigen baas zijn. Ik vond het ook leuk om samen te werken met mijn vader. Ik kon veel van hem leren.”


Commitment Van der Helm, die zelf heeſt gewerkt als solist, prak- tijkeigenaar, en recent als zzp’er bij de keten Dental Cli- nics, constateert dat tandheelkunde zo complex is geworden dat je alle differentiaties niet meer in één hand kunt hebben. Hij verwacht dat er mede daarom steeds meer grote praktijken en ketens zullen komen en dus meer medewerkers. Hoe kijken Van Susante en Meijer daar tegenaan? Die zijn het daarover wel eens. Beiden zijn ook voorstander van een breed aanbod in één praktijk. De praktijk van Meijer biedt dat en stuurt weinig patiënten door. In een grote praktijk moet het volgens Van Susante wel een voorwaarde zijn dat de onderlinge samenwerking goed is. In een Tilburgse groepspraktijk, waar ze chef de clinique was, had ze de opdracht om die te verbeteren. De tandartsen zaten er teveel op een eigen eilandje. Beter overleg, bespreking


NEDERLANDS TANDARTSENBLAD > 30 oktober 2015


van casuïstiek en werken volgens protocollen en een heldere overlegstructuur leidden al snel tot beter resul- taat. Ze is het er overigens mee eens dat het voor een tand- arts belangrijk is om reflexie op eigen werk te krijgen. In de toekomst wil ze zich dan ook voor langere tijd op één plek setelen. Want voor patiënten en het team is het heel vervelend als tandartsen weer snel vertrekken, heeſt ze gemerkt. Een goede band met patiënten is enorm belangrijk. Het is van onschatbare waarde als tandartsen patiënten een generatie lang volgen, zegt Van der Helm. Hij vindt dat je minimaal drie dagen per week ergens werkzaam moet zijn, wil je voldoende commitment met je werk hebben. “Ik kan me wel voorstellen dat je in twee praktijken kunt werken, maar niet in drie. Dat is hap snap. Steeds een andere prak- tijkseting is heel erg onrustig. Ik zou niet weten wat dat toevoegt. Dan kun je beter per één of twee jaar wis- selen van praktijk. Met twee dagen in de week werken kun je volgens mij geen goede tandarts worden. Je moet de diepte in en het vak leren.” Meijer onderschrijſt dat en neemt medewerkers ook niet voor minder dan drie dagen per week aan. Van Van Susante wil hij weten of ze met MBA meer de bedrijfsmatige of de tandheelkundige kant op wil. Nog voordat ze kan antwoorden roept Van der Helm dat die combinatie juist zo mooi is. Dat beaamt ze. Ze gaat bij Freshtandartsen meedenken over de ontwikkeling van de keten, maar daarnaast meedraaien in één van de


NEDERLANDS TANDARTSENBLAD > 30 oktober 2015


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52