TEELT ▶▶▶ SUBSTRAAT ▶▶▶ DUURZAAMHEID
De geteste organische mengsels doen niet onder voor gangbare substraten.
stabiel genoeg voor langere doordrager- teelten.
Naast de standaard bemesting is ook een behandeling uitgevoerd met slechts 60% van de macro-elementen, om bewust stress te creëren. Dit heeft uiteraard teelt- gevolgen voor productie en kwaliteit, maar bij de nieuwe alternatieve substra- ten heeft dit niet meer of minder effect dan bij de referentiematten. In de proeven is tevens gekeken of extra toevoeging van kleine hoeveelheden bio- char (2 en 4 gram per liter) en chitine (2 g/l) een positieve bijdrage kan leveren (zie kader). Biochar is tevens succesvol als bulkbestanddeel beproefd. Chitine kan minerale stikstof vrijmaken, en op die manier een deel van stikstof uit meststoffen vervangen. Bij gebruik in lage doseringen zou het de plantweerbaarheid tegen ziektes kunnen verhogen. De bij- menging dient ook beperkt te blijven, om- dat bij grotere hoeveelheden anders blad- verbranding kan optreden. Bij eerdere proeven werden nuttige bodemschim- mels aan alle gebruikte substraten toege- voegd. Daarbij bleek de hoeveelheid nut-
28
tig bodemleven uiteindelijk vele malen hoger uit te komen bij toepassing van bio- char en chitine, ten opzichte van metin- gen in substraten zonder deze toevoegin- gen. In de huidige teeltproeven komen eventuele bodemlevenvoordelen echter nog niet tot uitdrukking in bovengrondse productie- of kwaliteitsverschillen. Hoewel er nog geen commerciële produc- tie is van de beproefde organische sub- straten, wordt er wel van uitgegaan dat de kostprijs hoger zal uitkomen dan van de gangbare substraten. Verder zal het in- brengen in de kas wat meer arbeid vra- gen, door het grotere matvolume en min- der vormvaste matten dan bijvoorbeeld heel compact aangeleverd steenwol. Te verwachten is wel dat de prijsstelling in verhouding tot bestaande substraten in de toekomst gunstiger kan worden, om- dat kwalitatief goed veen steeds schaarser en duurder wordt. De onderzochte mengsels zijn nog niet commercieel standaard verkrijgbaar. Alle gebruikte bestanddelen zijn al wel lokaal op de markt beschikbaar, zodat ze door substraatleveranciers op maat in hun sub-
▶ GROENTEN & FRUIT | 10 september 2021
straatmengsels verwerkt zouden kunnen worden.
Hergebruik Volgens bodemspecialist Bart VandeCas- teele van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) is het goed mogelijk om (de koolstof in) de organische teeltsubstraten een tweede leven te geven. Dit kan door direct her- gebruik in de teelt na ontsmetting, al zijn veel telers daar vanwege hygiëne nog wat huiverig voor. Daarnaast door bij- menging in compost, of als grondstof voor biochar. In de vorm van biochar is koolstof stabiel en zeer langdurig vast te leggen, en toe te voegen aan landbouw- gronden. Onderzoekers in het Horti-Blue C-project zouden het zelfs reëel vinden als telers in de toekomst financiële tege- moetkoming zouden ontvangen, voor het compenseren van CO2
-uitstoot door
middel van deze koolstofvastlegging. Hans Verhagen van stichting RHP be- grijpt het idee achter de voordelen van duurzame lokale productie van orga- nische substraatmengsels en biochar.
FOTO: PETER VISSER
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48