957 | WEEK 8-9 24 FEBRUARI 2021
VAN DER VEER VAART LEKKER DICHTBIJ HUIS OP LOKALE VEER ‘Als schipper ben je geen onderdeel van het geheel’
45
Pontschipper Ben van der Veer in de stuurhut van de Queen Jacqueline, de autopont tussen Nieuw-Beijerland en Hekelingen.
OUD-BEIJERLAND Het heeſt een hele binnen- vaartcarrière geduurd, maar de roeping van loondienstschipper Ben van der Veer (63) is van de drukke volcontinue Rijnvaart op Zwitserland steeds dichter bij huis in Oud- Beijerland uitgekomen: op het lokale veer naar Hekelingen. Nog maar enkele jaren verwijderd van zijn pensioen, heeſt het sociale aspect definitief de doorslag gege- ven: “Je verdient minder, maar bent veel vaker thuis”.
MARK VAN DIJK
Daar heeſt het lange tijd niet naar uitgezien, zeker in zijn beginjaren op de tankvaart over de Rijn naar Bazel. De in Rotterdam geboren Van der Veer volgde aanvankelijk na de tech- nische school in zijn latere woonplaats Oud- Beijerland een opleiding tot meubelmaker, maar dat zou binnenwerk betekenen: niks voor hem.
Ben: “Ik wist vrij vroeg wat ik wilde worden. Dat was varen of boer worden, want ik wilde het liefste buiten werken. En ik kon nog niet zwemmen of ik was al met vriendjes op aller- lei bootjes bezig op de Binnenmaas.” Tijdens een bietencampagne op de suikerfabriek in Puttershoek was hij al in aanraking gekomen met de binnenvaart, door met shovels de laat- ste aangevoerde bieten uit de scheepsruimen te halen. Een carrièreswitch volgde.
In de eerstvolgende vakantie in 1983 voer hij als twintiger als ongeschoolde matroos mee op de Pantheon, een verlengde enkelwandige olietanker (100 x 9,5 meter) uit 1956 – van wij- len zijn vriend en plaatsgenoot Johan Bons. Op de Pantheon was de verhouding werk/vrije
tijd niet goed geregeld, waarbij Ben altijd kon worden opgetrommeld. Hij zegt daarover: “Ik kreeg verkering, maar zij wist nooit precies wanneer ik weer thuiskwam - niet echt ideaal. Ik ben toen een andere werkgever gaan zoe- ken en kwam op de Jan Bart als stuurman in dienst.”
Ongeregeld leven Een gedegen beroepsopleiding bij het KOF volgde pas al werkend aan boord van de Jan Bart (100 x 9,85 meter) van het Belgische A.G. Trans. Dat was een oude Shelltanker (Shell19) onder Zwitserse vlag van 1985 ton, voorzien van twee 500 pk Industriemotoren. Ben behaalde hier in 1989 zijn schippers- diploma, Rijnpatent, Groot vaarbewijs en Radardiploma.
Het werkschema was in die periode twee we- ken op - een week af en de vaarroutes lie- pen vooral tussen Rotterdam en Bazel. Maar ook de Neckar en de Main werden bevaren, evenals de Duitse kanalen. Ben: “Er was wel een vaste aflosdag, maar het bleef toch een erg ongeregeld leven. En vaak dag en nacht doorvaren.”
Van der Veer is in 1990 getrouwd met zijn Cora en al het jaar daarop werd dochter Astrid ge- boren. En weer een jaar later zocht hij op- nieuw meer regelmaat in het werk op de ce- mentankers van rederij Van der Gevel & Co, met name op de Rodort 8 (70 x 7,15 meter/ 540 pk) voelde hij zich thuis. Ben: “Een leuke firma en een echt familiebedrijf, waar we ge- regeld op kantoor in Heijplaat een bakkie gin- gen doen.” In de regel betekende het varen op de Rodort 8 een ritme van ’s nachts rusten en elk weekend thuis.
De Jan Bart (100 x 9,85 m) was een voormalige Shelltanker van 1985 ton.
Wat ook hielp, was het kopen van een eigen huis - waarvoor het oude Zwitserse dienst- verband een fiscaal beletsel vormde. In 1993 werd zoon Tobias geboren. Ben lacht: “Ik zag mijn kinderen niet goed opgroeien, omdat ik steeds twee weken weg was. Ze kenden me daarna nog wel, maar wilden soms niks meer met me te maken hebben.”
Klein wereldje Uiteindelijk heeſt Van der Veer bijna 27 jaar op de cementtankers van Van der Gevel geva- ren; veelal in Duitsland (Dortmund, Munster of Neuss) laden (max 700 ton) en vervolgens ergens in Nederland lossen. Er weer terug - als er werk was. Ben: “Het leek soms wel een rondje om de kerk. Op een schip zonder werk lig je ergens in een stadje te wachten of tus- sen de weilanden. Die steden gaan allemaal op elkaar lijken, terwijl mijn vrouw de hele week thuis zat. Ik wilde daarom weer een so- ciaal leven hebben. Je hebt wel telefoon, te- levisie en internet, maar het blijſt aan boord toch een klein wereldje. Je zit gewoon op een eiland en ziet alleen je eigen personeel. Je bent geen onderdeel van het geheel. Daar be- gon ik me aan te storen.”
De verkoop van de Rodort-tankers aan Broekman en later weer Peterson hielpen mee aan het verder zoeken naar een meer geregeld schippersbestaan. Dat heeſt Ben bijna twee jaar geleden wel zeer dicht bij huis gebracht, bij de veerdienst Hoorweg - een pontverbinding van amper 120 me- ter over het snelstromende Spui - tussen Nieuw-Beijerland en Hekelingen (gemeen- te Spijkenisse). Op dit autoveer Queen Jacqueline van 45 meter passen doorgaans 18 auto’s en de pont vaart dagelijks per
diensttijd minimaal honderd keer heen en weer.
Vliegende schotel “Echt geen luizenbaantje”, waarschuwt Ben. “Het is altijd zeer geconcentreerd varen en op tijd vertrekken. Je moet alles tegelijk in de gaten houden. Ik heb het werk hier helemaal opnieuw moeten leren. Met vier roerpropel- lers varen is ook helemaal anders dan ergens op de lange strek een kant kiezen. Ik dacht dat even te kunnen gaan doen, maar dat viel zwaar tegen. Er is altijd stroming en de bestu- ring kan misschien het beste worden vergele- ken met een vliegende schotel of een drone, omdat elke schroef apart werkt.”
Maar toch: nu de kinders alweer vijf jaar het huis uit zijn, is Ben van der Veer bijna elke dag thuis. En het woon- werkverkeer is met een kwartiertje fietsen te doen. Hij is daar een van de vier vaste pontschippers. Van der Veer: “Je zit veel meer onder de mensen en op de pont werk ik met veel verschillen- de collega’s.” Er zijn nog wel nachtdiensten, maar daarin is tijd ingeruimd voor zes uur slaap. Qua salaris is hij er wel op achteruit gegaan: “Het verdient minder, maar ik ben wel veel vaker thuis. Op de Rodort werkte ik 18 uur per dag in de semi-continudienst en nu maar negen.”
Met nog drie jaar te gaan voor zijn formele pensionering, is de pontbaas alweer druk aan het zoeken naar weer een eigen scheep- je. Geen zeilboot zoals vroeger, maar liefst een oud bedrijfsvaartuig met een flinke ka- juit om er samen met zijn vrouw ook op uit te gaan. Ben: “Ik blijf hoe dan ook mijn hele le- ven op het water.”
De Pantheon (100 x 9,5 m) halverwege de jaren ‘80 bij de Volkeraksluizen. De verlengde enkel- wandige binnenvaart-olietanker (ex Christiane) voer vooral tussen de Rotterdamse haven en Zwitserland.
Rodort 8, poedertanker (70 x 7,15 m) van oorspronkelijk Van der Gevel en hier op de foto van Broekman Logistics.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60