875 | WEEK 51-01 20 DECEMBER 2017
MERRY CHRISTMAS MERRY CHRISTMAS
79
Rob van Reem, voorzitter EDINNA: “Als je aantoonbaar competent bent, maakt het niet uit hoeveel vaardagen je hebt”
De richtlijn is inmiddels ook door de Raad van Europa aangenomen en op 14 december onderte- kend en gepubliceerd. Twintig dagen daarna, op 3 januari, is de richtlijn dan van kracht. Van Reem: “Dan hebben lidstaten nog vier jaar de tijd om deze te implementeren. In 2022 moet het diploma dat een school afgeeſt, voldoen aan deze richt- lijn”. Een kapiteinsopleiding duurt vier jaar, dus scholen moeten gelijk aan de slag om zich aan te passen. Zij moeten de nieuwe standaarden in het curriculum opnemen en ervoor zorgen dat de opleidingen die leiden tot diploma’s en certifica- ten in overeenstemming zijn met de nieuwe stan- daarden. “Deze standaardisatie is de basis van het hele onderwijs. Het gaat niet meer alleen om de overdracht van kennis, maar ook om de over- dracht van vaardigheid en gedrag. Deze drie za- ken moeten getoetst kunnen worden”.
Rob van Reem. Foto Sanne Verhoeff
LENT “Als iemand in staat is om een competen- tie-examen goed af te sluiten, heeſt hij dus be- wezen dat hij de competentie bezit. Toch moet een schipper nog 180 vaardagen maken. Als een vrachtwagenchauffeur zijn examen behaalt, be- tekent dat toch ook dat hij mag gaan rijden?” Aan het woord is Rob van Reem, voorzitter van EDINNA (Education in Inland Navigation), het Europese netwerk van trainings- en op- leidingsinstituten in de binnenvaart. Hij is blij met de onlangs goedgekeurde richtlijn voor er- kenning van de Beroepskwalificaties voor de Binnenvaart, maar helemaal tevreden is hij nog niet.
SANNE VERHOEFF
Rob van Reem maakt zich hard voor het bin- nenvaartonderwijs. Het moet niet alleen com- petentiegericht zijn, het is tevens belangrijk dat het Europese binnenvaartonderwijs wordt ge- harmoniseerd. Dat laatste is vooral de taak van EDINNA, maar ook buiten dit kader heeſt Van Reem al veel betekend voor de sector. Zo schreef hij in 2008 de conceptversie van de Standards of Education, Training and Certification Inland Navigation (STCIN). “Het is een kindje van mij. In de zomer van 2008 heb ik hier twee weken van mijn privé-tijd aan besteed”. De toekomsti- ge nieuwe richtlijn (huidig 96/50/EC) en de im- plementatie van STCIN vormen gezamenlijk een goede oplossing voor het toekomstige Europese binnenvaartonderwijs.
EDINNA
Officieel is EDINNA in 2009 opgericht. Voor die tijd was er echter al jarenlang een jaarlijkse ont- moeting tussen de diverse Europese binnen- vaartscholen. Aanzet voor de definitieve op- richting was de rondetafelconferentie van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) in 2008. Immers; binnen het actieplatform NAIADES (doel; binnenvaart in Europa aanmoedigen) en het daaruit voortgekomen platform PLATINA (in dit platform wordt invulling gegeven aan het ac- tieplatform NAIADES) werd geconstateerd dat er behoeſte was aan een internationaal plat- form met betrekking tot onderwijs. Tijdens die rondetafelconferentie in 2008 tekenden vijſtien Europese binnenvaartscholen een Memorandum of Understanding met als doel: het structureren van de samenwerking om zo te komen tot een ge- harmoniseerd opleidings-, trainings- en certifice- ringssysteem voor personeel in de binnenvaart.
Waarom? Van Reem vertelt: “In 2005 is er een onderzoek uitgevoerd naar binnenvaartonder- wijs in diverse Europese landen. De landen die in het onderzoek met elkaar werden vergele- ken zijn Nederland, België, Roemenië, Tsjechië, Engeland en Frankrijk”. De basis voor dit onder- zoek was het European Qualification Framework (EQF), een bestaand framework met algemene standaarden voor onderwijs in Europa. Er bleken veel verschillen te zijn. In West-Europa kregen
leerlingen bijvoorbeeld minder theorie- en meer praktijklessen en in Oost-Europa was het juist andersom. Er was geen uniforme Europese stan- daard met betrekking tot de verschillende com- petenties. Van Reem: “Een matroos in Roemenië was bijvoorbeeld EQF – level 5 gekwalificeerd. Dat is hbo-niveau in Nederland”. Daarbij: “Het enige bemanningslid dat in de richtlijn 96/50/EG voor de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart werd beschreven, was de schipper”. Duidelijk was dat er tussen de diverse landen grote verschillen bestonden. Van Reem geeſt een concreet voorbeeld. “Neem het radarpatent, dat werd op de Rijn erkend. In Nederland hebben wij een radarsimulator. Leerlingen moeten voor hun examen een praktijkproef op de radarsimulator afleggen, waarbij de examencommissie van de divisie CCV van het CBR aanwezig is. In Roemenië had men toentertijd een radartoestel dat in de school stond, een stationair apparaat dat werd gebruikt voor het examen. Met een beetje geluk kwam er nog net een schip langsvaren. En die kwalificatie was net zo goed geldig op de Rijn. In Duitsland namen ze het examen weer af op een klein scheepje”.
Gelijk speelveld Er was dus duidelijk behoeſte aan een gelijk speelveld. De binnenvaart heeſt door de ja- ren heen vele ontwikkelingen meegemaakt; schaalvergroting, veranderingen in techniek. “Belangrijk is dat het onderwijs hier zo goed mo- gelijk op aansluit. De vier jaar vaartijd die nu no- dig is voor de instroom naar een beroep toe is lang. En hoe kun je vaartijd maken als je niet ge- kwalificeerd bent als schipper? Dat is een drem- pel. Welke strategie voor harmonisering is no- dig? Vergelijking op Europees niveau is moeilijk, want professionele kwalificatie is altijd gelinkt aan nationale wetgeving, als het een beroepsop- leiding betreſt”. Het idee om deze drempel toch te nemen, uitte zich in het willen implemente- ren van de Standards of Education,Training and Certification Inland Navigation (STCIN). “Gelijke professionele kwalificaties voor alle partijen was het idee. Standaarden die gelden voor iedereen die zich wil kwalificeren; een onafhankelijk diplo- ma dat de eigenaar in ieder Europees land pro- fessioneel erkent als deksman, matroos, schip- per of kapitein”. Deze gedachte is geaccepteerd en vormde uitein- delijk de basis om verder te kunnen. Van Reem: “STCIN zegt dus niets over de algemene vakken zoals taal, wiskunde of cultuur en dergelijke. Het is een document dat geïmplementeerd kan wor- den in de bestaande beroepsopleiding, maar het kan ook gezien worden als een examenmo- gelijkheid bij een bevoegde autoriteit”. De con- ceptversie van STCIN schreef Van Reem zoals gezegd in 2008, vervolgens is het als idee bin- nen PLATINA 1 opgenomen om verder uit te wer- ken. Uiteindelijk hebben CCNR en de Europese Commissie een overeenkomst gesloten waaruit CESNI is ontstaan; het Europees Comité voor de Opstelling van Standaarden voor de Binnenvaart.
EDINNA richtte zich op het harmoniseren van de Europese binnenvaartopleidingen met de focus op competentiegericht onderwijs.
Nieuwste richtlijn Op 14 november 2017 is in Straatsburg de nieuwe richtlijn voor erkenning van de Beroepskwalificaties voor de Binnenvaart ge- accepteerd door het Europees Parlement. Alle aangesloten landen die actief zijn in de binnen- vaart, moeten zich aan deze richtlijn houden. Zo wordt dus een gelijkwaardige arbeidsmarkt ge- creëerd. Of een matroos of schipper nu uit België, Hongarije of Frankrijk afkomstig is, hij moet de- zelfde competenties beheersen als een matroos of schipper uit Nederland. In de nieuwe richtlijn staan niet alleen de competenties beschreven die horen bij een schipper, maar ook die van bij- voorbeeld een deksman of matroos. In de nieu- we richtlijn Beroepskwalificaties is er een gro- tere rol voor praktijkexamens. Niet alleen voor zij-instromers maar ook voor de beroepsoplei- dingen is er de mogelijkheid om de kwalificatie met een praktijkexamen te halen. Mogelijkheden voor zij-instromers worden verruimd, waardoor het makkelijker wordt om op latere leeſtijd in de binnenvaart te gaan werken. De basis van een di- ploma worden de competenties die iemand no- dig heeſt om als beginnende beroepsbeoefenaar aan boord te kunnen. Deze competenties wor- den meer in de praktijk gemeten en kwalifica- ties worden niet alleen meer op vaartijd behaald. Er wordt nu echt gekeken of iemand de materie beheerst.
Werk aan de winkel
Het werk van Rob van Reem zit er nog niet op, al loopt zijn termijn als voorzitter van EDINNA in 2019 af. Tot die tijd houdt hij zich bezig met ver- volgactiviteiten om de richtlijn te implementeren in het onderwijs. EDINNA ondersteunt scholen daarbij. “Zo zijn we bezig met subsidieaanvragen die de implementatie moeten ondersteunen en we zijn tevens in gesprek met stakeholders over financiële middelen om het proces vorm en in- houd te geven. Naast de aanpassing van het cur- riculum moet ook het lesmateriaal aangepast worden, blended-learning en e-learning gaan een belangrijke rol spelen. Hier moeten mensen voor aan het werk. Ook vinden er discussies plaats over de vraag een deel van het Reservefonds te reserveren voor de implementatie van de nieuwe richtlijn”.
Stap voorwaarts De EDINNA voorzitter noemt de nieuwe richt- lijn een hele verbetering, toch is hij nog niet he- lemaal tevreden. “Wat is vaartijd? Als je er geen kwaliteitslabel aanhangt, zegt het mij niets. Als men in staat is een competentie examen goed af te sluiten, is dus aangetoond dat iemand compe- tent is. Nu staat in Annex I van de nieuwe richt- lijn wel dat vier jaar vaartijd niet meer hoeſt maar nog steeds moet men 180 vaardagen maken, na- dat je hebt bewezen dat je de competentie bezit. Een vrachtwagenchauffeur mag toch ook direct gaan rijden nadat hij zijn examen heeſt gehaald? En ook als ik kijk naar de zij-instromer, hij moet aantonen dat hij vijf jaar werkervaring heeſt. Dat hele voortraject is toch niet interessant? Laat hem gewoon aan de opleiding beginnen. De lat is im- mers hetzelfde; uiteindelijk wordt gemeten of je de competentie beheerst. Met dit nieuwe systeem moet iedereen aan dezelfde eisen voldoen, en wordt iedereen gekwalificeerd volgens hetzelfde systeem”.
Deze tabel geeſt aan dat er tussen de diverse landen grote verschillen bestonden. Er was immers geen uniforme Europese standaard met betrekking tot de verschillende competenties.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92