search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
875 | WEEK 51-01 20 DECEMBER 2017


MERRY CHRISTMAS MERRY CHRISTMAS INTERNAATZUSTERS LEATITIA, ADRIËNNE EN MATHEA GENIETEN VAN HUN OUDE DAG IN TILBURG Zuster Mathea: “Eigenlijk zijn we nog heel druk”


plek elders in het gebouw moeten verhuizen. We wilden niet uit elkaar gehaald worden, on- der meer omdat we zo voor Adriënne kunnen blijven zorgen”.


Zuster Adriënne is blind. Voor haar was de overgang misschien nog wel het grootst. “In mijn eigen appartement lukte het me wel snel om de weg te vinden. Maar hier in huis moet je goed rekening houden met alle gangen en de vele mensen die er lopen, met rollators die er kunnen staan. En laatst gaf een brandweer- oefening ook wat problemen”, licht zuster Adriënne toe. Gelukkig wordt er door de beide anderen goed op haar gelet en begeleiden ze haar overal naar toe.


Vlnr: Zuster Laetitia, zuster Adriënne en zuster Mathea.


TILBURG/CAPELLE AAN DEN IJSSEL Wie be- kend is met het Katholiek Sociaal Cultureel Centrum in Rotterdam, kortweg KSCC ge- noemd, kent ook de namen van de drie Zusters van Liefde, Laetitia Goris, Adriënne Boot en Mathea Bouwman. Is het niet van de begeleide kamerbewoning voor schip- persjongeren en het schippersinternaat aan de Westersingel, dan wel van hun pasto- raal werk, zoals ziekenbezoek, de ‘Ken uw stad’-rondleidingen, het project ‘Hulp aan Oekraïne’ en andere activiteiten. Ook start- ten ze in de zestiger jaren van de vorige eeuw het lesprogramma ‘Kleuter aan boord’ op. In juli 2016 namen ze afscheid van het KSCC, vijſtig jaar nadat ze in Rotterdam kwa- men wonen en werken.


LIDA SAAIJ


Enkele maanden later, in november, ston- den de verhuisdozen ingepakt in hun woning naast de Paradijskerk. Ze verhuisden naar het moederklooster in Tilburg. Een grote over- gang. “We zijn inmiddels goed gewend”, zeg- gen ze nu, een jaar later.


De zusters, in leeſtijd alle drie boven de tach- tig, hebben het goed naar hun zin in Tilburg. “Ons vertrek kwam niet volkomen onver- wacht. We hadden twee jaar voor ons ver- trek al gehoord dat we naar Tilburg zouden gaan. De congregatie wil dat iedere zuster een goed verzorgde oude dag krijgt”, ver- telt zuster Laetitia. “De rust die we hier vin- den, heeſt ons echter wel overvallen”. Zuster Mathea: ”Natuurlijk missen we de mensen uit Rotterdam, vooral de ouderen. Maar af en toe gaan we een dagje terug naar Rotterdam. De vorige voorzitter van het KSCC Rotterdam neemt ons dan mee. Hij woont namelijk ook in Tilburg. Ook is men ons al komen halen”.


Schippersinternaat Zuster Adriënne en zuster Mathea verruilden in 1950 hun burgerkleding voor het habijt van de Zusters van Liefde van O.L.V. Moeder van Barmhartigheid. Zuster Adriënne trad in 1952 in. In 1964 vertrok het drietal, samen met een al langere tijd geleden overleden zus- ter, naar Rotterdam.


Zuster Leatitia: ”Binnen onze kloosterorde be- gon de opvatting post te vatten dat het leven in een grote groep religieuzen niet zo goed was voor de individuele ontwikkeling. Het vormen van kleine leefgroepen werd toen de mode. Wij wilden met ons vieren graag naar Rotterdam en we kregen daarvoor de toe- stemming. Het was een periode waarin veel schippersinternaten werden opgeheven. Wij zijn toen een pension gestart voor schippers- kinderen die na de ulo verder gingen stu- deren. Daarna volgde de oprichting van het


schippersinternaat aan de Westersingel. We begonnen met drie groepen die allemaal naar een school gingen buiten het internaat. De leiding bracht de kinderen weg en haal- de ze weer op. Dat was best bijzonder in die tijd. Het zorgde ook voor een goede wissel- werking tussen de schipperskinderen en de walkinderen”.


KSCC Al vanaf het begin dat de zusters in Rotterdam kwamen, hebben zij zich actief ingezet voor het KSCC Rotterdam. Dit was decennia- lang het trefpunt voor de binnenvaart in Rotterdam.


Paul Hofman kent het KSCC van binnen en van buiten. Eerst als bezoeker. Na het be- eindigen van zijn varend bestaan was hij beroepsmatig en later als vrijwilliger ac- tief voor de organisatie. Hij vertelt hoe dat in zijn jeugd ging. “We gingen eerst naar de kerk aan het Stieltjesplein. Na de H. Mis gin- gen we bij Blok dansen. Na de middag naar dansles bij het KSCC en daarna naar de we- kelijkse dansavonden van het KSCC. De grote motor destijds achter het KSCC was aalmoe- zenier C. Nieuwenhuizen. Als jonge kape- laan is hij bij pastoor Verschuren begonnen. Nieuwenhuizen was niet van schippersaf- komst. Hij was ‘als de dood’ als hij over de loopplanken naar de schepen moest. Hij was dan ook blij met de vaste grond aan de Mauritsweg. Hij betrok zuster Laetitia bij zijn werk. Dat leidde niet alleen tot de totstand- koming van het internaat, maar bijvoor- beeld ook tot het lesprogramma Kleuter aan Boord”.


Daarmee werden de kleuters, die niet net als kinderen aan de wal vanaf hun vierde jaar naar de kleuterschool gingen, aan boord voorbereid op de grote school, zodat ze zon- der achterstand konden instromen in het ba- sisonderwijs. Diny Hofman – van Werkhoven, die ook als vrijwilliger actief was, vult haar man Paul aan: ”De zusters regelden bijvoor- beeld alles voor de jaarlijkse Missiezondag en de daarbij behorende goede doelen. Zo za- melden ze geld in voor de projecten van Pater Toon uit Volendam en Broeder Schilder. Ze zorgden voor Sinterklaascadeautjes en brach- ten die rond. Ze hielpen Jan Keller met zijn acties voor Kroatië. Ze gingen de zieken be- zoeken. Ze leidden ook het KSCC zangkoor. Elke dinsdag werd er geoefend in de kapel. En later hebben ze ook nog jongeren gehuisvest in de sacristie van de Paradijskerk”.


Taakverdeling De zusters hadden een eigen taakverdeling, zo blijkt. “Zuster Adriënne was degene die alle telefoontjes deed en het computerwerk. Zuster Laetitia was de ‘regelneef’. Terwijl zus- ter Mathea de inkoop verzorgde. Maar wat het


Foto’s Lida Saaij


allerbelangrijkste was, de zusters waren echt begaan met de mensen”, zo zet Diny Hofman de zaken op een rijtje.


Met het vertrek is er grotendeels een einde gekomen aan al die activiteiten. Er was geen opvolging voor de zusters. Maar ook de vaste KSCC –stek aan de Mauritsweg was niet meer beschikbaar. Ooit was het pand in eigendom van het KSCC. Nadat het was verkocht, werd het gehuurd voor de activiteiten, maar dat werd uiteindelijk te duur voor de organisa- tie. Op de agenda staat nu enkel nog op elke derde zondag van de maand een eucharistie- viering en ontmoeting in de kapel van het ver- pleeghuis Laurens Antonius aan de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam, die wordt verzorgd door Jan Keller. En een jaarlijkse ontmoe- tingsdag, eveneens in Antonius. Daarvoor zijn Paul en Diny Hofman de contactpersonen.


Vast dagritme De zusters zijn in Tilburg niet in een diep gat gevallen. Ze hebben een vast dagritme ge- vonden. Zuster Mathea merkt op dat ze ei- genlijk nog heel druk zijn. Alleen is er nu min- der druk omdat er minder moet. “We hoeven niet meer zelf te koken, geen boodschappen meer te doen”. Zuster Laetitia beaamt dat. “We doen allemaal nieuwe dingen. We gaan naar de kerkdiensten hier in de kapel. We wonen le- zingen bij. Maar er is ook tijd om rustig met el- kaar koffie te drinken, samen te ontbijten of de avondmaaltijden te gebruiken in ons apparte- ment. De hoofdmaaltijd ’s middags gebruiken we altijd samen met alle zusters in de reſter”.


Zuster Mathea zit in het zangkoor en samen met zuster Laetitia gaat ze elke week naar een groep in het huis wonende zusters die lijden aan dementie om met ze te zingen. De drie zusters vinden dat ze door hun mede- zusters heel goed zijn ontvangen. “We hebben alle drie een mooi appartement, naast elkaar in dezelfde gang. Dat wilden we heel graag. Daarvoor hebben er andere zusters naar een


Ze krijgen regelmatig bezoek van familieleden, meest neven en nichten, want er leven niet zo veel broes en zussen meer. Zuster Mathea, die goed met computers uit de voeten kan, onder- houdt het contact met drie broers in Canada via e-mail. “En af en toe komen er ook mensen uit Rotterdam op bezoek. Ze willen dan zien hoe het met ons gaat en hoe we hier leven”, al- dus Matthea.


Verzorgingshuis Huize Mater Misericordiae in Tilburg is een kloosterverzorgingshuis. Het is omgeven door mooie tuinen. Er wonen op dit moment circa 200 religieuzen. De meesten zijn behoorlijk op leeſtijd, dat heeſt als nadeel dat er naar ver- houding vaak iemand overlijdt. “We hebben inmiddels zo’n vijſtien, zestien begrafenissen meegemaakt. In één week zelfs een keer drie”, vertelt zuster Laetitia.


Ooit telde de orde vierduizend zusters, maar er komen niet of nauwelijks nieuwe zusters bij. Dat is logisch, gezien de ontkerkelijking. Tegelijktertijd is het ook een treurig vooruit- zicht dat de orde op termijn verdwijnt. De zus- ters blijven er monter onder. De oudste be- woonster is 102 jaar. Ze hebben dus nog wel wat tijd van leven als ze die leeſtijd ook willen bereiken. Bovendien hebben ze in hun leven al zo veel veranderingen meegemaakt. Wie had bijvoorbeeld in de jaren vijſtig ooit kunnen denken dat ze hun habijt zouden afleggen?


“We gingen van het lange habijt naar kleding op normale lengte. Vervolgens gingen we bur- gerkleding dragen. Dat was aanvankelijk best lastig hoor. We waren helemaal niet meer ge- wend om zelf kleding uit te zoeken. Onze fami- lie moest ons helpen”, zo blikt zuster Mathea terug. Ze kan er hartelijk om lachen. Ook had niemand kunnen bedenken dat er binnen de kloostermuren ooit nog eens een man zou worden gehuisvest. “Toch is het zo”, vertelt ze. “Er woont hier een priester, een Wereldheer. Een Wereldheer is een priester die niet is inge- lijfd bij een orde of congegratie. Hij is pastoor geweest in Moergestel en Berkel - Enschot en later is hij benoemd tot Deken van Tilburg. Het is een vrolijk man”. Uit het opgewekte ge- babbel van de zusters blijkt duidelijk dat ze hun draai wel hebben gevonden en dat ze hun kordaatheid en levenslust beslist niet in Rotterdam hebben achtergelaten.


41


Paul en Diny Hofman-van Werkhoven.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92