Tekst: Robert Heukels Tekeningen: Sjoukje Bierma


Voorpublicatie 039


Zwanger zijn zorg in de


Als onderdeel van de campagne #vaniknaarwij brengt VvAA komend najaar een (e-)boek uit. Een van de thema’s in dat boek is ‘zwanger zijn in de zorg’. Daarover gaan hoogleraar verloskunde Marc Spaanderman en vaatchirurg Abbey Schepers, moeder van drie kinderen, in gesprek. “Laten wij het nieuwe geluid zijn.”


A


ls het gaat om zwangere mede- werkers in de zorg, vindt hoogleraar verloskunde Marc Spaanderman (59) dat zorgorga- nisaties zich proactief moeten


aanpassen. “Je wéét dat een groot gedeelte van het personeel vrouw is, je wéét in welke leeftijd je mensen zitten. Hou er rekening mee dat een bepaald percentage in een bepaalde leeftijd zwanger wordt en reken uit hoeveel vervanging je nodig hebt. Als je weet dat na 12 weken zwan- gerschap bij het draaien van nachtdiensten


meer kans is op vroeggeboortes, plan je voor de zwangere geen nachtdiensten meer in. Geef ze weekenddagdiensten, veel minder belastend. Maak dat generiek. Help elkaar zodat je met elkaar door kunt.” Is dat heel ingewikkeld? Spaanderman: “Nee.


Regel dat gewoon. Je ziet dat er een verschuiving gaande is, dat vrouwen steeds ouder kinderen krijgen, waardoor de kans op uitval nog groter zal zijn. Daar moet je in je schema’s rekening mee houden, zodat iedereen happy blijft. Het- zelfde verhaal geldt voor het ouderschapsverlof. Een deel van de afdelingen gaat daar al heel verstandig mee om, maar dit beleid zou veel meer uitgedragen moeten worden door de grote ziekenhuisorganisaties. Nu worden overal andere regels gehanteerd. Bescherm de zwangeren, maar wel zodanig dat je je hele organisatie goed beschermt. Besef dat zwanger- schap niet iets is dat je even tussen de soep en de aardappelen doet. Zorg dat er vangnetten zijn. Daar is in Nederland nog een wereld te winnen.” Gesprekspartner en vaatchirurg Abbey


Schepers (49) is optimistisch: “We gaan echt de goede kant op. Over 20 jaar lachen we hopelijk om dit verhaal. Maar ik denk dat wat jij zegt inderdaad de enige goede manier is. Reken-


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108