search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
028 Opinie Onzichtbaar maar


Geboortezorg is teamzorg. Binnen dat team zijn klinisch verloskundigen onmisbaar. Helaas is hun positie vaak onduidelijk. Hoog tijd om daar verandering in te brengen, betogen verloskundige Frouke Tolsma-Verhagen en gynaecoloog Koen Deurloo.


D


Frouke Tolsma- Verhagen (39) is sinds 2011 verloskundige (eerste lijn en klinisch). Ze studeerde Cultuur- en Wetenschapsstudies en volgt momenteel de master Verloskunde. Als deelnemer aan het ICM Midwife Leaders Executive Sponsorship Programme richt ze zich op gedeeld leiderschap en verbindt ze praktijk- ervaring met wetenschap- pelijk onderzoek in de geboortezorg.


Koen Deurloo (51) is gynaecoloog in het Diakonessenhuis


Utrecht. Hij is expert bij Ouders van Nu en How about Mom, en schrijver van Door de ogen van een gynaecoloog.


Op Instagram (@kldloo) deelt hij zijn kennis over zwangerschap en geboortezorg.


oor samen te bouwen aan duurzame relaties en samenwerking, creëren professionals in de geboortezorg rust, vertrouwen en verbonden- heid, precies daar waar dat het hardst nodig is. Verloskundigen spelen hierin een onmisbare rol. Oók binnen de muren van ziekenhuizen. Klinisch verloskundigen, zoals verlos kundigen


in het ziekenhuis genoemd worden, begeleiden 77 procent van de bevallingen met een medische indicatie. In 40 procent van de gevallen doen ze dat grotendeels zelfstandig, blij kt uit onderzoek. Binnen de geboortezorgketen bestaat geen twij fel over hun toegevoegde waarde. Toch ontbreekt formele erkenning. De Nederlandse geboortezorg is ooit opgebouwd


rond thuisbevallingen onder leiding van verlos- kundigen. Alleen bij pathologie gingen zwangeren naar het ziekenhuis. Vanaf 1970 groeide vanuit de maatschappij de wens om vaker in het ziekenhuis te bevallen, ook zonder (verdenking op) pathologie. Tegenwoordig bevalt driekwart van alle vrouwen in het ziekenhuis. In het ziekenhuis ligt de medische eind-


verantwoordelij kheid voor de bevalling bij de gynaecoloog. Die werkt daarbij nauw samen met klinisch verloskundigen. Hun werkzaam heden en verantwoordelij kheden verschillen echter per ziekenhuis en hun wettelij ke bevoegdheden zij n beperkt. In 2014 hebben beroepsverenigin- gen NvOG en KNOV weliswaar een specifi ek beroepsprofi el opgesteld, maar ziekenhuizen erkennen de rol niet offi cieel. Dat leidt tot on- duidelij kheid over hun positie en taken. Bij zwangeren, bij collega’s en bij klinisch verloskun- digen zelf.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108