Tekst: Shirin Slabbers
Opinie 021
De Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg hebben via een persbericht in november kenbaar gemaakt dat zij rekening houden met de omstandigheden waarin sommige zorgverleners vanwege de COVID-situatie moeten werken. Mijns inziens is dat terecht.
Aanpassing tuchtnormen tijdens de COVID-pandemie
Van belang is dat het bij de tuchtrechte- lijke beoordeling gaat om de vraag of de beklaagde binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsbeoefening is gebleven, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het handelen waarover wordt geklaagd en met hetgeen toen in diens beroeps- groep als norm was aanvaard. Als het, ten gevolge van de COVID-
‘Het moet niet een onterecht verweer (lees: slap excuus) zijn’
situatie, niet mogelijk is om de gebruike- lijke kwaliteit van zorg te leveren, dan kan: a. de norm worden aangepast, b. aangenomen worden dat geen sprake is van persoonlijke verwijtbaarheid of c. een beroep worden gedaan op overmacht. Er is door tuchtcolleges al een aantal
keer beslist dat er geen sprake was van persoonlijke verwijtbaarheid omdat de arts rekening had gehouden met het overheidsbeleid dan wel het beleid van de zorgorganisatie, bijvoorbeeld door geen fysiek consult te doen. Met als gevolg dat een klacht ongegrond wordt verklaard. Het moet dan wel echt gaan om een si-
tuatie waarbij redelijkerwijs niet aan de gebruikelijke norm kán worden voldaan. Het tuchtcollege in Eindhoven oordeelde in begin 2021 bijvoorbeeld: “Het excuus dat verweerder het erg druk had vanwe- ge de COVID-19 besmettingen kan het college daarin niet volgen, nu het college het onaannemelijk acht dat er niet op enig moment een telefonisch contact had kunnen plaatsvinden.” Bij overmacht gaat het om een omstan-
Wat vindt u? In deze rubriek biedt Arts en Auto u ruimte om op persoonlijke titel uw meningen en inzichten rond zorggerelateerde onderwerpen te delen met andere leden/lezers. Stuur uw bijdrage (van maximaal 600 woorden) naar:
redactie@artsenauto.nl
digheid die niet in de macht en risico- sfeer van de beklaagde ligt. Hoezeer hij zich ook zou inspannen of heeft inge- spannen, het is gewoonweg niet moge- lijk. Die overmacht speelt ook een rol in het strafrecht. Het Openbaar Ministerie heeft via de media al benadrukt dat als er sprake is van overmacht vanwege de
COVID-situatie, waardoor een arts geen zorg kan verlenen volgens de gangbare normen voor goede zorg, die arts niet strafbaar wordt geacht. Het OM adviseert zorgverleners wel, net als de IGJ dat heeft gedaan, om te documenteren hoe zorgkeuzen in een bepaalde situatie zijn gemaakt, zodat achteraf de genomen be- slissingen kunnen worden gereconstru- eerd. Dit is ook aan te raden in verband met het risico van een tuchtklacht. De duidingen van de tuchtcolleges, het
OM en de IGJ zijn niet één op één door te voeren naar claims. In het civiele recht is de vraag of er sprake is van persoonlijke verwijtbaarheid namelijk niet alles- bepalend en wordt niet vaak een beroep op overmacht gehonoreerd. Daarentegen is het wel zo dat de norm waaraan wordt getoetst in de regel luidt: hoe zou een re- delijk handelend en bekwaam vakgenoot onder dezelfde omstandigheden hebben gehandeld? En juist die omstandigheden bieden een goede mogelijkheid om cou- lant met onze zorgverleners om te gaan. Het moet niet een onterecht verweer
(lees: slap excuus) zijn, maar als de bijzondere omstandigheden die door de COVID-situatie worden gecreëerd de kwaliteit van handelen van zorgverle- ners beïnvloeden, dan dient daar mijns inziens rekening mee worden gehouden bij de tuchtrechtelijke, strafrechtelijke en civielrechtelijke aansprakelijkheid. Het gevolg daarvan is dat de patiënt de onvrede of zelfs schade zelf moet dragen. Wrang, maar op zich is dat geen reden om aansprakelijkheid van de zorgverlener aan te nemen. In Neder- land is immers niet gekozen voor een ‘no-fault’-compensatiesysteem.
Shirin Slabbers is juridisch adviseur gezondheidsrecht bij VvAA Juridisch Advies en Rechtsbijstand
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92