016 Interview
paarse krokodillen opduiken in de praktijk. “Met de komst van Het Roer Moet Om ontstond een guerrillabeweging. Totdat verzekeraars en politiek het gingen omarmen; in werkelijkheid knuffelen ze het dood. Er verandert helemaal niks.”
Hoe politiek werkt Drie dagen in de week werkt Cals in zijn stads- praktijk (“Vind ik het minimum om continuï- teit te bieden en feeling te houden met de prak- tijk”), twee dagen houdt hij zich met onderzoek bezig op de Universiteit Maastricht. Daarnaast doet hij nog wat nevenactiviteiten. Zo heeft hij in de begeleidingscommissie Digitale Onder- steuning Bestrijding COVID-19 gezeten. “Met specialisten op het gebied van ICT, laag- geletterdheid, privacy, gezondheidsrecht. Was echt leerzaam.” Deze commissie adviseerde de minister over onder meer de CoronaMelder en de befaamde CoronaCheck-app. “Over hoe je dit soort zaken inricht en waarmee je reke- ning moet houden.” Of alle adviezen zijn op- gevolgd? “Er zijn wel zaken geweest die we vroegtijdig hebben gemeld en later bewaarheid werden. Ik heb ook wel geleerd hoe politiek werkt.” Toch is dat niet de reden dat hij vorige maand
is gestopt als commissielid. “Dat wat we bespra- ken, kwam steeds verder van mijn vakgebied af te staan, en ik vind: als je ergens geen verstand van hebt, moet je er ook geen mening over hebben.” Met een lach: “Volgens mij denkt niet iedereen in dit land er zo over.” Bovendien werd Cals’ bordje iets te vol. “Dan moet je er wat van- af halen. Al komt er in mijn geval vaak al snel weer iets bij. Ik vind nou eenmaal veel dingen leuk, ik hou van variatie.” Wel probeert hij zijn werk zoveel mogelijk
te beperken tot werkuren. Door efficiënt te zijn: “We vergaderen bijvoorbeeld nooit op de praktijk. Sjoerd (Hobma, medepraktijkhouder, red.) en ik lopen gewoon bij elkaar binnen en dan: ‘tak-tak-tak’, spreken we wat af.” Én door zichzelf een werk-privéregel op te leggen: “Maximaal één avond per week iets werkge- relateerds. Als ik op dinsdagavond dienst heb en er komt een verzoek voor overleg of na- scholing op donderdagavond, dan zeg ik nee.” Weer die lach: “Ik vind voorlezen uit De bende van De Korenwolf ook leuker dan de zoveelste Teams-meeting.”
Toys for boys Cals heeft altijd van variatie gehouden. Ook in de sport. Jarenlang was hij op het hoogste niveau actief als triatleet. Hij werd nationaal jeugd- en juniorenkampioen. Tot aan zijn co- schappen combineerde hij het zwemmen- fietsen-lopen met zijn studie geneeskunde. Toen
CURRICULUM VITAE
Jochen Cals (1980) geboren in Stein
2000-2006
geneeskunde, Universiteit Maastricht 2005-2009
PhD (cum laude),
huisartsgeneeskunde, Universiteit Maastricht 2008-2011
huisarts in opleiding,
Universiteit Maastricht 2012-2015
waarnemend huisarts 2012-2018
universitair docent,
Universiteit Maastricht 2015-heden
huisarts en praktijkhouder, De Stadspraktijk
Huisartsen Sittard 2017-heden
sectie-redacteur
huisartsgeneeskunde, NTvG
2018-heden
hoogleraar Effectieve Diagnostiek in de
Huisartsgeneeskunde, Universiteit Maastricht 2019-heden
kernteamlid cluster
gezondheidsbescherming, ZonMw
2019-heden kwartiermaker,
Consortium Onderzoek Huisartsgeneeskunde 2020-2021
lid begeleidingscommissie digitale ondersteuning bestrijding COVID-19, Ministerie van VWS
de topsport van zijn bordje ging, kwam daar al gauw weer wat voor in de plaats. Gedurende zijn coschappen deed Cals onderzoek naar het voorschrijven van antibiotica bij luchtweg- infecties. Hij toonde aan dat het aantal patiën- ten dat antibiotica krijgt voorgeschreven omlaag kan als huisartsen een vingerpriktest (CRP-sneltest) doen om ernstige infecties uit te sluiten én een communicatietraining volgen om verwachtingen van patiënten rondom antibiotica te managen. “Dat speeltje spreekt het meest tot de verbeelding. Geneeskunde is natuurlijk van oudsher ‘toys for boys’, terwijl die communicatieve vaardigheden, de zachte kant, misschien nog wel belangrijker zijn. Dat geldt trouwens ook voor de hele corona-aanpak, maar daar blijft die zachte kant ook op de achtergrond.” Met zijn onderzoek maakt Cals faam in
binnen- en buitenland. Hij publiceert in gezag- hebbende wetenschappelijke tijdschriften en ontvangt de ZonMw Parel. “Dat onderzoek is een beetje aan mij blijven plakken.” Wat heet: hij promoveert tijdens de huisartsenopleiding en op zijn 38ste wordt hij de jongste hoogleraar huisartsgeneeskunde ooit. Zijn leerstoel: Effec- tieve Diagnostiek in de Huisartsgeneeskunde. “Effectieve in plaats van ff diagnostiek”, zei hij in zijn inaugurele rede. Nu: “Dokters willen helpen. Iets doen. Het is makkelijker een pil te starten dan te stoppen. Dat geldt ook voor diagnostiek. Laten we toch maar even een test of een echo doen. Zeker nu de diagnostische mogelijkheden in de eerste lijn enorm toene- men.” Daar zit een keerzijde aan. “Dankzij steeds
beter wordende beeldvormende technieken vinden we steeds meer. Vaak iets onschuldigs, maar een patiënt wordt daardoor wel de drem- pel van het ziekenhuis overgejaagd. Natuurlijk leidt dit soms tot miraculeuze bevindingen, die halen de krant, maar over het algemeen leidt overdiagnostiek tot overbehandeling. Het verhaal van de patiënt die zeventien dokters afloopt en bij wie na een jaar nog niks is gevon- den, komt niet in de krant.” In hoeverre wordt de dokter bij het inzetten van diagnostiek gedreven door de patiënt die
een MRI-scan eist en/of door de angst voor een klacht of claim? “Er is nog nooit een tuchtklacht ingediend voor het wél doen van diagnostiek, dat is waar. Maar 95 procent van de patiënten is superreëel; zij willen geen scan als dat niet nodig is. Het zit vooral in ons gedrag als artsen: we zijn veel meer geneigd te doen dan te laten.” Of dit een oproep is om meer te laten? Dat
vindt Cals te zwart-wit. “Soms moeten we juist meer diagnostiek doen, zodat iemand niet naar de tweede lijn hoeft. Soms betere diagnostiek: we weten dat het dipstickje geen goede test
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92