search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
017


is om een blaasontsteking op te sporen en tóch gebruikt elke praktijk het nog; daarom onderzoeken we nu nieuwe urinediagnostiek. En soms moeten we ons inderdaad afvragen: is deze test bij deze patiënt echt nodig? Het beste diagnosticum blijft immers de arts zelf. Het is bewezen dat de hoeveelheid aanvullende diagnostiek afneemt als een arts meer kijk- en luistertijd heeft. Verder geloof ik sterk in digitaal overleg tussen huisarts en specialist, ook over diagnostiek. De kennis verplaatsen en níet de patiënt. Daar doen we als groep ook onderzoek naar.”


Eenheidsworsten creëren Een ander onderzoek dat zijn onderzoeksgroep uitvoert, in opdracht van VWS, betreft een evaluatie van digitale huisartsenzorg. Voor welke patiëntencategorieën werkt het, voor welke niet? Cals neemt alvast een voorschot. “De apps en e-programma’s vliegen ons om de oren. Digitaal is dé toekomst, roepen VWS, zorgverzekeraars, Patiëntenfederatie. Nou, een toekomst, volgens mij. Niet voor elke patiënt, niet in elke wijk, niet in elke situatie. Wat in een praktijk in Sittard werkt, werkt in een wijk in Rotterdam misschien wel helemaal niet. Bestuurders en verzekeraars kunnen aan overlegtafels wel bedenken: huisartspraktijken moeten dit en dat, de hele zorg moet digitalise- ren. Maar dat gaat niet werken, want dé huis- arts bestaat niet. Je kunt niet alles op één hoop gooien en eenheidsworsten creëren.” Cals heeft trouwens een broertje dood aan


‘overlegtafels’. “Zet mensen rond een tafel en ze gaan iets verzinnen. Zoals: De Juiste Zorg op de Juiste Plek. Wat een gruwelterm. Ik heb nog nooit een collega getroffen die erover nadacht niet-juiste zorg op de niet-juiste plek te geven. Aan de ene kant wil men ziekenhuis- zorg verplaatsen, aan de andere kant komen er rugklinieken en hoofdpijnpoli’s die klanten proberen te trekken.” Hij schudt zijn hoofd. “Er wordt misbruik gemaakt van die term. Als je iets gedaan wil krijgen, dan benoem je gewoon dat je de juiste zorg op de juiste plek levert. Terwijl dat voor een organisatie fijn kan zijn, maar voor een patiënt misschien wel helemaal niet.” Zelf krijgen Cals en zijn mede-praktijkhouder


ook weleens verzoeken om aan een overlegtafel plaats te nemen of deel te nemen aan een accre- ditatiecursus of verbeterproject. “We vragen ons dan meestal drie dingen af: worden wij erdoor ontzorgd? Wordt de patiënt er beter van? Worden we er blij van? In de meeste gevallen is het ten minste één keer nee. Dan doen we het niet. Daardoor houden we tijd over voor de kern van ons vak. Gelukkig kun je dit als huisarts zelf bepalen, helemaal als praktijkhouder.”


‘Huisartsen moeten wat meer op hun strepen staan: hier zijn we wel en hier zijn we niet voor’


Volgens Cals heerst er een perceptie dat huisart- sen de hoeders van de zorg zijn. “Dat we overal verantwoordelijk voor zijn, overal aan mee moeten doen, alles moeten oplossen. Dat is niet zo. Huisartsen staan voor medisch generalisme. Ziektegerelateerde preventie hoort bijvoorbeeld bij ons vak, maar publieke preventie niet. Ik kan niet met al mijn patiënten gaan wandelen. Dat basisschoolkinderen te dik worden, lossen we in de spreekkamer niet op. We roepen met z’n allen dat we het zo druk hebben, maar dat roepen we ook een beetje over onszelf af. We moeten wat meer op onze strepen staan: hier zijn we wel en hier zijn we niet voor. We mogen best eens wat vaker nee zeggen.”


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92