046 Kunst


Reizende kunst


Nederlandse musea die na de Tweede Wereldoorlog Amerikaanse kunst wilden tonen en verzamelen, hadden het in het begin niet makkelijk. Toch is uiteindelijk ook bij ons flink wat werk in openbare collecties terechtgekomen. Kunst van Amerikanen van wereldniveau.


Boven: The Water Bull (De waterbuffel, ca. 1946, uit de serie Accabonac Creek) van Jackson Pollock, een van de grootste namen van het Abstract Expressionis- me. Het belandde dankzij een schenking van de Ame- rikaanse verzamelaarster Peggy Guggenheim in de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam


B


eeldende kunst was tot aan de Tweede Wereldoorlog synoniem met Europa, en moderne beelden- de kunst synoniem met Parijs. Rijke Amerikaanse verzamelaars zorgden voor een uittocht van


Europese kunstwerken naar de Verenigde Staten. Amerika zelf was voor kunstliefhebbers een culturele woestijn met hooguit een paar provinci- ale schilders die misschien een beetje interessant waren. Amerikaanse kunstenaars probeerden een deel van hun kunstopleiding in Europa te volgen. En de kunst zelf reisde van Europa naar de VS, zelden omgekeerd. Na de opkomst van nazi-Duitsland veranderde


dit. Grote namen uit de Europese avant-garde- kunst vluchtten naar de VS, en een deel van


hen bleef daar ook na 1945 wonen, werken en lesgeven. Behalve een politieke en economische grootmacht werd Amerika nu ook een culturele grootmacht. Een nieuwe generatie van zelf- bewuste jonge kunstenaars maakte zich los van de Europese kunsttradities. New York werd het nieuwe centrum van artistieke vernieuwing. Het in 1929 geopende Museum of Modern Art (MoMA), met intussen een schat aan moderne Europese kunst in de collectie en een buitenge- woon oog voor nieuw Amerikaans talent, werd een gezaghebbend instituut.


Abstract expressionisme In Europa waren het eerst vooral collega-kunste- naars die begrepen dat mannen als Jackson Pollock en de in 1926 van Rotterdam naar de VS geëmigreerde Willem de Kooning – de twee grootste namen van het Abstract Expressionisme – een nieuwe dimensie in schilderkunst beteken- den; net als Mark Rothko en Barnett Newman. Tussen 1952 en 1959 maakte het MoMA speciaal


voor Europa drie grote reizende tentoonstellingen over Amerikaanse kunst. De meest veelbelovende namen waren in het najaar van 1958 te zien in het Stedelijk Museum in Amsterdam met de ex- positie The New American Painting. Het Stedelijk had zelf liever nog andere kunst gezien dan de wild-losgeslagen emoties van Pollock en De Kooning. Dat toch twee schilderijen van Pollock voorgoed in Amsterdam belandden, waaronder het schitterende The Water Bull uit 1946, is te


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108