search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
028 Interview


ontmoetingen en als goed arts ken ik mijn professionele grenzen.” Ontmoetingen, álle ontmoetingen in


het leven, zijn voor Kerkhof van groot belang. Ze haalt er haar energie uit en ze leveren de mooiste en ontroerendste ver- halen voor haar grote hobby, schrijven. Geregeld levert ze ‘Ikjes’ voor de achter- kant van NRC Handelsblad en ze schreef inmiddels ook drie boeken, de eerste ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obsterie en Gynaecologie). In 2014 zag de publieksversie daarvan, Even ontspannen, mevrouw. Belevenissen van een bevlogen gynaecoloog, het levenslicht en vorige maand verscheen Klaar is Kees. Een knipoog naar het levenseinde. “Schrijven is bijna noodzaak voor mij”,


legt ze uit. “Als vrouw met te weinig eigenwaarde, maar wél veel lef, houd ik mezelf via de schrijverij in balans. Schrij- ven is iets wat ik werkelijk kan, een van de rotsvaste zekerheden die ik wél heb. Ik geniet ervan en het helpt me ontspan- nen. Ik vind schrijven en ontmoeten zó fijn dat ik zelfs heb overwogen me te laten omscholen tot journalist. Tot een journalist tegen me zei: ‘Dat moet je niet doen, jij bent geen journalist en je gaat ook nooit een goede journalist worden. Jij bent een verhalenverteller en bovendien een veel te goede dokter om verloren te laten gaan.’ Het klinkt zo sim- pel, maar voor mij was het belangrijk om meer richting te geven aan mijn schrijf-


ambities. Ik hoefde helemaal niet te worden opgeleid in de schrijverij, want deze journalist gaf me de bevestiging dat ik al goed was in wat ik deed. En ik kon het gewoon blijven doen naast mijn werk als gynaecoloog. Kort daarna schreef ik Klaar is Kees, dat al heel lang in mijn hoofd hing, in recordtempo op.


Nonnen in Enter Mieke Kerkhof, na 20 jaar gynaecologie een bekend gezicht in de Brabantse hoofdstad, heeft haar basis in Twente en noemt zichzelf een Tukker in hart en nieren. Ze hoeft het niet eens te vertel- len, want wie haar ontmoet, raadt moei- teloos waar ze vandaan komt. “Uit Enter, wie kent het niet? Het staat op elke com- puter”, zegt ze. Enter doet haar denken aan de nonnen bij wie ze naar school ging. En vanzelf komt er een verhaal. “Mijn moeder gaf me altijd mooie kle- ren”, vertelt ze. “Op een dag kreeg ik een jas, of nee, geen jas, maar een manteltje. Want zo noemde ze het: een manteltje. Er zaten prachtige knopen aan en ik was reuzetrots. Ik liep er parmantig mee rond en op de eerste schooldag na de aankoop liet ik het direct aan de nonnen zien. Trekt zo’n venijnige non aan een los draadje bij een knoop, waardoor die eraf valt. En daar bleef het niet bij; op de- zelfde manier trok ze alle zes de mooie knopen eraf. Wat een rotwijf, denk ik nu, maar destijds was ik alleen braaf en verdrietig. Niet dat ze allemaal zo waren


hoor, want er zaten ook heel lieve non- nen tussen. Zoals overal natuurlijk. Toen ik laatst ergens mijn boek zat te signe- ren, hoorde ik nog een prachtig en heel opmerkelijk verhaal over nonnen die vroeger in het Groot Ziekengasthuis in ’s Hertogenbosch werkten. Deze nonnen konden er niet mee leven dat ongedoop- te, overleden baby’s in ongewijde aarde begraven moesten worden. Dus stopten ze zo’n overleden kind in een kist bij een volwassene om er zo voor te zorgen dat ze een fatsoenlijke rustplaats in gewijde grond kregen. Wat een pareltje van een verhaal, hè? En wat een geweldige vrouwen. Dat ze zo’n kindje de beste bestemming wilden geven, ontroert me. Hoewel gewijd of ongewijd me persoon- lijk totaal niet boeit.” Als arts, maar ook als mens vallen


Kerkhof veel van dit soort pareltjes ten deel. Mooie, humoristische, schokkende of ontroerende verhalen. In de spreekka- mer rollen ze vaak als vanzelf over het bureau en ook tijdens ontmoetingen bui- ten de spreekkamer komt ze anekdotes tegen. Zo maakt ze vrijwel elke dag een praatje met medewerkers van de onder- steunende diensten in het ziekenhuis. Laatst nog met een van de schoonmakers die ze tegenkwam op de gang. Kerkhof: “De man bleek een weggesaneerde bibliothecaris te zijn. Uiteraard met de prachtigste verhalen en heel veel kennis. Daar kom je niet achter, als je hem niet aanspreekt. Mijn levensinstelling is dat iedereen, maar dan ook iedereen het waard is om aandacht aan te besteden. Ik wil als dokter niet in een glazen huis zitten waar niemand bij kan, ik wil niet tegen me op laten zien en gelukkig zie ik om me heen dat andere artsen daar ook niet (meer) op zitten te wachten. Patiën- ten, niet- (para)medische medewerkers, de klusjesman, de zwerver op straat; al- lemaal hebben we een belangrijke rol in het leven. Ik realiseer me steeds meer dat het leven veel op een heel groot theater lijkt. En net als in het theater komen alle emoties in het leven langs. Het is belang- rijk dat we daar aandacht aan besteden in een tijd waarin iedereen in de trein naar een beeldscherm zit te staren. Mijn advies: schuif je antenne uit, vang het leven op en deel emotie. Daar wordt alles zoveel beter en mooier van.”


<


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116