search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Martijn Reinink Beeld: Ernst Bode


023 V


Vanuit zijn kantoor, op de zestiende verdieping van het havengebouw aan de Wilhelminakade, kijkt topman Allard Castelein (59) uit over een deel van de haven én op het Erasmus MC. Halverwege de jaren tachtig is de CEO van het havenbedrijf daar chirurg in opleiding. “Ik was er van jongs af aan stellig van overtuigd dat ik dokter zou worden”, zegt Castelein, zoon van een tandarts. Maar eenmaal ondergedom- peld in het vakgebied en in het zieken- huis, komt hij erachter dat hij het vak niet kan uitvoeren zoals hij vindt dat het zou moeten. “De medisch professional moet een hoge mate van interesse heb- ben in de problematiek van elke patiënt. Ik vond het complexe heel boeiend, maar iemand met pijn aan zijn pink vond ik veel minder interessant, terwijl ook die patiënt volledige aandacht verdient.” Na twee jaar algemene chirurgie en een


half jaar urologie besluit hij te stoppen. Welke kant hij precies op wil, weet hij dan nog niet. Hij stuurt open sollicitaties naar de meest vooraanstaande bedrijven in Rotterdam: Procter & Gamble, Unilever en Shell. “Tot mijn eigen verbazing kreeg ik na een maand van alle drie het aanbod om er te komen werken. Zulke bedrijven kijken niet naar opleiding, maar naar mensen en potentie.” Zijn keuze valt op Shell, vanwege de


sociaaleconomische vraagstukken en geopolitiek. Al krijgt de Rotterdammer daar in zijn eerste banen niet echt mee te maken. “Ik heb met de voeten in de olie gestaan, zoals ze bij Shell zeggen.” Hij begint in de oliehandel en reist heel Nederland door om smeeroliën te verko- pen aan autofabrikanten. In de jaren die volgen maakt hij stappen binnen de mul- tinational. Van verkoop naar strategisch. Van het opzetten van nieuwe bedrijven naar de directie van grote ondernemin- gen. In zijn laatste functie bij de olie- gigant is Castelein wereldwijd verant- woordelijk voor milieuvraagstukken.


In de verdediging Precies dertig jaar zit hij nu in het bedrijfsleven, maar hij is altijd betrok- ken gebleven bij de zorg. Alleen al door de mensen om hem heen: zijn vrouw is logopedist, zijn dochter doktersassisten-


te, zijn broer hoogleraar orthopedische chirurgie en veel van zijn vrienden zijn arts. Van die vrienden zijn er steeds meer die tegen hem zeggen: ik wil vrije onder- nemer worden. “Dan zeg ik: daar geloof ik niks van. Daarvoor ben je geen me- dicijnen gaan studeren. Maar die wens ontstaat door hoe we in Nederland de afgelopen dertig jaar de zorg zijn gaan organiseren. Vroeger konden artsen, met een paar maten, hun ding doen: behandelen. Tegenwoordig hebben ze allerlei rollen en moeten ze zich overal voor verantwoorden en tegen verdedi- gen. Ze komen klem te zitten in die rol- len. Een zeer zorgelijke ontwikkeling.” Als hij met zijn bedrijfskundige blik


naar de zorg kijkt, vallen hem wel wat dingen op die beter kunnen. Maar de havendirecteur is op zijn hoede, hij wil als ‘buitenstaander’ niets pretenderen.


‘Een kosten-baten- analyse vooraf moet ook bij medisch onderzoek de basis vormen, dat voorkomt inefficiënties’


Wel geeft hij aan verbaasd te zijn over het feit dat er zo weinig interactie is tussen al die stakeholders in de zorg die voor dezelfde uitdagingen staan. “Dat is in het bedrijfsleven ondenkbaar. Je moet elkaar kruisbestuiven. Geleerde lessen zo snel mogelijk naar de markt brengen.” Iets anders waar hij zijn vraagtekens bij zet, zijn de incentives die gepaard gaan met onderzoeksstromen. “Een kosten-baten- analyse vooraf moet volgens mij ook bij medisch onderzoek de basis vormen, dat voorkomt inefficiënties. Maar ik geloof niet dat dat altijd het uitgangspunt is.” Helemaal ‘een buitenstaander’ is


Castelein overigens niet. Sinds vorig jaar is hij voorzitter van het bestuur van het Ronald McDonald Huis Sophia Rotter- dam. Daarnaast is hij al jaren lid van de raad van toezicht bij de Isala klinieken in Zwolle. Dat stamt nog uit de tijd dat hij in het nabijgelegen Hattem woonde.


Na omzwervingen over de hele wereld, van Maleisië tot Saoedi-Arabië, woont Castelein inmiddels weer in zijn geboor- teplaats Rotterdam, waar hij op 1 janua- ri 2014 wordt benoemd tot CEO van het Rotterdamse Havenbedrijf. Dat de keus op hem valt, heeft onder meer te maken met de kennis die hij binnen Shell heeft opgedaan op het gebied van energie- transitie. Voor de haven is dat naast digitalisering dé grote uitdaging voor de komende jaren. De industriebedrijven en energiecentrales die er zijn gevestigd, zijn samen goed voor 20 procent van alle Nederlandse CO2


-uitstoot.


Energietransitie Die uitstoot moet fors omlaag wil Nederland voldoen aan het klimaat- akkoord van Parijs. “We schaken op veel borden tegelijk”, zegt Castelein over zijn aanpak. Op dit moment onder- zoekt men bijvoorbeeld de haalbaarheid van een zogenaamd CCS-systeem (car- bon capture and storage). De topman legt uit: “We willen CO2


die de fabrie-


ken uitstoten, afvangen en naar lege gasvelden onder de Noordzee voeren, waar het voor altijd blijft opgeslagen.” Rutte III en Brussel zijn voorstander van deze techniek, in tegenstelling tot de milieuorganisaties. Zij willen dat bedrij- ven volledig schoon gaan werken en zijn bang dat hiermee die prikkel verdwijnt. “Die angst snap ik”, zegt Castelein. “Maar willen we het doel halen, dan moeten we voor én-én gaan. Ja, bedrij- ven moeten op termijn het gebruik van fossiele brandstoffen minimaliseren. Maar we kunnen bijvoorbeeld nog niet naar Amerika vliegen op zonne-ener- gie. De komende decennia zal er nog uitstoot zijn, en tot die tijd is afvang en opslag noodzakelijk.” Het moet bijdragen aan het grote


doel dat Castelein voor ogen heeft: hij wil van Rotterdam de meest veilige, slimme, duurzame en efficiënte haven ter wereld maken. “Daartoe werken we samen met wereldklassebedrijven in de haven en met andere stakeholders. We sluiten allerlei coalities. Want zulke grote uitdagingen – en dat geldt in mijn ogen ook voor de zorg – kun je niet in je eentje aan.”


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116