Tekst: Roel Notten Beeld: Nout Steenkamp
Als ik minister was
Elke maand laat Arts en Auto een zorgprofessional aan het woord over de vraag: wat zou u doen als u minister was? In de laatste afl evering van deze rubriek is het woord aan Peter Bolhuis (55), tand- arts/implantoloog in Amsterdam.
“Als minister van VWS zou ik morgen de zorgverzeke- raars, de zorgverleners en de NZa uitnodigen om een open en constructief gesprek te voeren. Momenteel staan deze drie partijen tegenover elkaar. Die patstelling draagt niet bij aan verbetering van de tandheelkundige zorg. Op macroniveau (bestuurlijk) is men gefocust op snelle kostenreductie, op microniveau (tandheelkunde) zorgt dit voor een relatief slechte honorering van veelvoorkomende behandelingen zoals vullingen en extracties. Het gevolg is haastwerk en dat leidt tot een herhaling van zetten. Gevolg is meer verlies van tandweefsel, nog grotere vul- lingen, wortelkanaalbehandelingen, kronen en bruggen of implantaten. Zo wordt goedkoop uiteindelijk duurkoop. Goede indicatiestelling, heldere communicatie met de patiënt, gerichte preventieve zorg en ook de kleinere ingrepen kosten meer tijd dan bestuurders vaak denken. Verder moet naast evidence based dentistry ook plaats
zijn voor meer complexe tandheelkundige zorg, waarbij tijd en aandacht een nog grotere rol spelen. De kosten hiervan kunnen privaat gedragen worden. Daar moet dan wel binnen het wettelijke kader ruimte voor worden gemaakt. Afgezien van het feit dat er duidelijk vraag naar is, initieert deze zorg ook verbeteringen en innovaties die uiteindelijk de gehele tandheelkunde ten goede komen. Ten slotte vormt de eigen verantwoording van de
patiënt een onmisbare schakel. Niet alleen een goede mondhygiëne en voedingsgewoonte, maar ook om de be- handelaar fi nanciële feedback te geven. De patiënt moet na een behandeling inzage krijgen in de kosten daarvan. Dat geldt natuurlijk voor patiënten die de tandheelkun-
‘De patie¨nt moet inzage krijgen in de kosten van de behandeling’
dige zorg zelf fi nancieren, wat veel vaker mogelijk is dan veel mensen denken, maar ook bij rechtstreekse digitale facturering aan de verzekeraar zou een digitale kopie naar de patiënt moeten worden verstuurd. Deze transparantie toetst immers de redelijkheid van het honorarium. Zo ontstaat er een kwalitatieve in plaats van een kwanti- tatieve kostenbeheersing en wordt er ruimte gemaakt voor kwalitatieve zorg op maat. Dit beleid is mogelijk met een tandheelkundige beroepsgroep die zorgt voor goede nascholingsprogramma’s en adequate toetsing van kennis en vakmanschap. Een macro-oplossing vanuit een microgedachte. Die gedachtestap zouden de minister en alle betrokken instanties moeten proberen te maken.”
ArtsenAuto mei 2013
041
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100