This page contains a Flash digital edition of a book.
factor. Deze waarde is gebruikt voor het bepalen van de mate van indringing van de palen in de bodem van de Beatrixha- ven. Bij het bepalen van de stabiliteit van een kademuur wordt aan de waterkant uitgegaan van de roergrens. De grond hier- onder telt mee in de passieve wig. Bij de kades in de Eems- haven ligt deze doorgaans een meter onder het ontgravings- niveau van de havenbodem bij de kade.


Voor de Beatrixkade fase 5 zou de roergrens normaliter op -12,40 NAP liggen. Aan de hand van de te verwachten pene- tratie is de roergrens bepaald op -20,00 NAP en is de kade daarop gedimensioneerd. In de deksloof van de kade zijn verder putten met een drinkwateraansluiting opgenomen en putten met mantelbuizen naar het achterliggende terrein met het oog op de toekomstige aanleg van walstroomaansluitin- gen. Om het aan en van boord rijden met transportmodules (SPMT) mogelijk te maken is een groot deel van de bolders af- neembaar uitgevoerd.


De voorkant van de kade bestaat uit een geprefabriceerde be- tonnen plaat met de fendering, dekbanden en andere reeds aangebrachte elementen. De rest van de deksloof is in het werk gestort.


Bestorting op zinkstuk Omdat de bodem van de Beatrixhaven bestaat uit fijn zand zijn de kades aan de zuidkant uitgevoerd met bestorting op een zinkstuk. Deze is uiteraard weggelaten aan de zware la- dingkade. Wel is in de ontwerpfase gekeken of het niet moge- lijk was een zodanig zware bestorting aan te brengen, die be- stand zou zijn tegen de palen van de hefeilanden. Omdat dit


30 Nr.7 - 2015 OTAR


een laag van naar schatting tenminste twee meter zou wor- den, werd een mogelijke besparing op de dimensies van de kademuur teniet gedaan door hogere baggerkosten en de kosten van de aan te brengen breuksteen.


Gebruik van hefeilanden vlakbij een kade, gecombineerd met zeer zware ladingen, is een relatief nieuwe activiteit in havens. Daarom is een meetprogramma opgesteld en zijn in de kade acht verticale meetbuizen opgenomen. Hiermee kan de posi- tie van de buispalen in x-, y-, en z-richting worden gemeten over de hele lengte.


Ontlastvloer De ontlastvloer sluit aan op de kade, maar staat er construc- tief wel los van. De vloer heeft een lengte van 260 bij 23 me- ter breedte en is circa een meter dik. Breder was niet nodig omdat terreinbelasting verder dan 23 meter uit de kade geen invloed meer heeft op de stabiliteit. De vloer staat op 850 schroefpalen van verschillende lengtes. In de NB-vergunning waren eisen opgenomen voor het maximale bronvermogen (in dBA) van de hei-installatie. Deze eis van maximaal 131 dBA sloot het gebruik van traditionele heistellingen voor prefab- of vibropalen uit. Metingen bij het gebruik van dergelijke instal- laties in het gebied hebben dit ook uitgewezen. Uiteindelijk is gekozen voor schroefpalen. Een extra complicatie was dat de combiwand met bijbehorende ankers al was aangebracht. Alle ankers zijn daarom in x-, y- en z- richting ingemeten. Waar nodig is het palenplan daarop aangepast. De geringe verschil- len die optraden in het oorspronkelijke palenplan konden een- voudig worden opgevangen met de wapening in de vloer.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48