26 OPINIE & ANALYSE
DONDERDAG 25 MAART 2010
GEBREKEN MONETAIRE UNIE MOETEN AANGEPAKT WORDEN
De Europese aandelen namen gisterenochtend een duik nadat de kredietbeoordelaar Fitch de kredietrating van Portugal had verlaagd. IVAN VAN DE CLOOT legt uit wat er aan de hand is.
In een klein bootje, met storm
zuchtten onder een overgewaardeerde munt.
Op zich is het een goede zaak dat op dit moment de financiële markten extra risi- copremies eisen van landen met een ge- loofwaardigheidsprobleem.
Indien
IVAN VAN DE CLOOT
Wie? Hoofdeconoom Itinera Institute, een onafhankelijke denktank voor duurzame economische groei en sociale bescherming. Wat? Kredietproblemen blijven niet beperkt tot Griekenland of Portugal. Waarom? Andere landen kunnen erg snel ook besmet raken.
dit Na de ratingverlaging voor de Portuge-
se overheidsobligaties hoeven al diege- nen die willen waarschuwen voor econo- misch verval in België niet meer te verwij- zen naar Griekenland maar kunnen ze vanaf nu ook spreken over ‘Portugal aan de Noordzee’. Uiteraard zou het opnieuw een vergelijking zijn die erg mank loopt, maar de turbulentie op de financiële markten vandaag zorgt ervoor dat nuan- ces wel vaker vergeten worden. Door de eenheidsmunt is het niet moge- lijk om via de wisselmarkten tegen een in- dividuele lidstaat te speculeren want in dat geval zou Griekenland al lang een vo- gel voor de kat geweest zijn. Vandaag moeten speculanten dus tegen de euro in zijn geheel posities innemen en ze doen dat ook massaal. De acht miljard zoge- naamde shortposities (waarbij gespecu- leerd wordt dat de euro in waarde zal da- len, red.) zouden voor de Griekse Drach- me fataal geweest zijn, maar nu verwate- ren
ze grotendeels gezien de grote
omvang van de eurowisselmarkt. Dat de eenheidsmunt nu reeds gezakt is met meer dan 10 procent betekent eerder een welkome zuurstofinjectie voor onze ex- porterende ondernemingen die al jaren
ook het geval was geweest vóór de crisis dan was het misschien niet zo ver geko- men. Helaas wordt de kortzichtige markt pas wakker als het onheil al geschied is. Wie de huidige vertrouwenscrisis in de kredietwaardigheid van lidstaten louter reduceert tot een Grieks of Portugees pro- bleem heeft er niet veel van begrepen. Meer dan een jaar na de catastrofe met Lehman Brothers zou het van enorme zelfgenoegzaamheid getuigen, mochten de Europese leiders de ernst van de situa- tie niet inzien. Vooral sommige opmerkin- gen van de voorzitter van de Europese Centrale Bank vallen achteraf bekeken contraproductief uit. Een zondaar pu- bliek de levieten lezen kan vooral voor het eigen zelfbeeld erg goed zijn, maar als er zoveel op het spel staat kan het soms beter zijn vooral achter de schermen duidelijke taal te spreken. De bezorgdheid over de overheidsschuld is zich immers als een lo- pend vuurtje door Europa aan het ver- spreiden.
Peseta
Terwijl het virus zich alsnog tot de Club Med-landen beperkt, wordt er ook al meer en meer richting het Verenigd Koninkrijk gewezen. Griekenland en Portugal zijn slechts kleine garnalen op economisch vlak, maar iedereen houdt zijn hart vast wanneer een groot land zoals Italië of Spanje in het oog van de storm zou ko- men. Gegeven de snelheid waarmee dergelijke besmetting in de financiële markten zich kan verspreiden is het dus essentieel dat Europa een actieplan op tafel legt. Dit moet een geloofwaardige budgettaire sa- nering bevatten met een exact tijdspad.
de muntunie wezen economen op het feit dat de landen die hun individuele munt opgaven, moeilijk beschouwd konden wor- den als leden van een optimale muntzone. Door toe te treden, gaven lidstaten immers hun wisselkoersinstrument op waardoor ze erg kwetsbaar worden voor schokken die niet alle landen in dezelfde mate tref- fen. Het probleem voor de Spaanse econo- mie is bijvoorbeeld dat het land de laatste jaren volledig meegezogen werd in een zeepbel in de bouwsector die uitgroeide tot een kwart van de werkgelegenheid. Indien de peseta nog van toepassing was geweest, was deze door de hoogconjunctuur in het land in waarde gestegen, wat automatisch tot een zekere afkoeling had geleid. Na het springen van de zeepbel had de peseta dan opnieuw kunnen depreciëren, wat als een buffer voor de economische crisis had ge- werkt.
Optimale muntzone
Na Griekenland komt nu ook Portugal in gevaar. © Bloom
Het is belangrijk te tonen dat landen kun- nen rekenen op Europese hulp, maar wel aan strenge voorwaarden. Het is in tijden zoals deze dat blijkt of het huwelijk wel echt tegen een stootje bestand is. Naast het crisismanagement om de situa- tie te stabiliseren, wordt het tijd dat men de gebreken van de monetaire unie eens onder de loep neemt. Van bij aanvang van
Moet Vlaanderen Franstalig onderwijs organiseren in Brussel ?
In vijf jaar tijd moeten er 79 Brusselse scholen bijgebouwd worden. PASCAL SMET wil heus zijn verantwoordelijkheid opnemen, maar het behoud van een Vlaams marktaandeel van twintig procent met een geschatte tien procent Nederlandstalige kinderen in het kleuteronderwijs in 2015, lijkt hem wat te veel van het goede.
PASCAL SMET
Wie? Vlaams minister van Onderwijs (SP.A). Wat? Meer kinderen in het Brussels Neder- landstalig onderwijs opnemen is niet in het belang van die kinderen. Waarom? Niemand pleit voor concentratie- scholen.
Er is een capaciteitsprobleem in Brus- sel, je kunt de demografie niet negeren. Naargelang de onderzoekers zijn er in 2015 15.000 tot 23.000 plaatsen te kort. Dat komt overeen met 50 tot 70 scholen. Dat is toevallig ook het aantal plaatsen in het Brussels onderwijs, hoofdzakelijk in het Franstalig onderwijs, dat vandaag in-
genomen wordt door kinderen die in de Vlaamse Rand wonen. Dit maar om te zeg- gen dat het capaciteitsprobleem van Brus- sel ook een probleem van Vlaanderen kan en zal worden, en dat dat besef er ook in Vlaanderen is. De Vlaamse regering zal met de Brusselse en Franstalige gemeen- schapsregering moeten aan tafel zitten om antwoorden te geven op de demografi- sche explosie. Maar ze zal ook moeten pra- ten met de federale regering. Die is im- mers verantwoordelijk voor het (gebrek aan) migratiebeleid — de grootste oor- zaak van de druk op Brussel — en voor de financiering van Brussel. Ik ben vragende partij voor een betere samenwerking met deze partners en heb in dat verband al midden januari een onderhoud gehad met mijn Franstalige collega. Je kan niet ontkennen dat het aantal kleu- ters in het Nederlandstalig onderwijs tij- dens de afgelopen twintig jaar bijna ver- dubbeld is, terwijl het aantal Nederlands- talige kleuters in die periode gehalveerd is. Met andere woorden: het Nederlands-
talig onderwijs in Brussel heeft vandaag twee keer zoveel capaciteit als twintig jaar geleden en slaagt er niet in zekerheid te geven aan een kwart tot de helft minder Nederlandstalige kinderen. Een gevolg daarvan is dat Nederlandstalige ouders elkaar gaan opzoeken in dezelfde scholen. Hoe meer het Nederlandstalig onderwijs groeit, hoe sterker die drang zal worden, en terecht. Maar ook hoe meer scholen nauwelijks of geen Nederlandstalige leer- lingen meer zullen tellen. Ik heb nog nie- mand horen pleiten voor concentratie- scholen. Het is me dan ook een raadsel hoe je, door 3 à 4.000 plaatsen bij te cre- eren voor een instroom van een paar hon- derd Nederlandstalige kinderen, nog een spreidingsbeleid kunt organiseren. De Vlaamse Gemeenschap slaagt er vandaag niet in om de belofte waar te maken dat kinderen die op 2,5 jaar in ons onderwijs binnenstappen vijftien jaar later gekwali- ficeerd én meertalig uit- of doorstromen. De schoolse achterstand is voor taalge- mengde en anderstalig kinderen drie tot
vier keer zo groot als voor Nederlandstali- ge kinderen. Tot 40 procent van de Brus- selse jongeren verlaat ons Nederlandsta- lig onderwijs voor het einde van het se- cundair. Drie kwart daarvan haalt nooit een diploma. Voor elk Nederlandstalig kind, vangt ons onderwijs twee tot vier niet-Nederlandstalige kinderen op, waar- van de meerderheid thuis Frans spreekt met een van beide ouders. Waar zijn de (socio)linguïsten en pedago- gen die niet vinden dat een kind meer kansen heeft als de onderwijstaal ook een of dé thuistaal is ? Wie pleit voor het be- houd van een marktaandeel van twintig procent moet zich de vraag durven stellen of in 2015, met één op tien Nederlandstali- ge kinderen in ons kleuteronderwijs, de Vlaamse Gemeenschap dan maar Fransta- lig onderwijs moet organiseren? Mijn ant- woord is neen, dat kan het Franstalig on- derwijs zelf beter. Mijns inziens gaat het nog altijd om het belang van kinderen en niet om een (achterhaald) marktaandeel. Ik neem het op voor het belang van het Ne- derlandstalige onderwijs in Brussel. En voor het belang van de Brusselse kinde- ren. Ik meen dat dat belang hier spoort met de vaststelling dat méér kinderen in het Nederlandstalig onderwijs opnemen
In volwassen muntzones zoals de Ameri- kaanse dollarzone vinden ook asymmetri- sche schokken plaats, maar zijn er mecha- nismen die de gevolgen ervan afvlakken. Als bijvoorbeeld de autosector een crisis ondergaat zal dit zware gevolgen hebben voor de regio van Detroit. Door de hoge ar- beidsmobiliteit in de Verenigde Staten zul- len ontslagen werknemers echter gemak- kelijker wegtrekken en elders op zoek gaan naar een job. In ieder geval is de arbeids- markt er flexibeler zodat de lonen in tijden van crisis zakken, wat werkgevers in staat stelt om minder mensen te moeten afdan- ken. Bovendien is er een systeem van auto- matische budgettaire solidariteit tussen Amerikaanse staten zodat de streek van Detroit gesteund wordt. Dergelijke mecha- nismen zorgen er dus voor dat ondanks grote verschillen Amerikaanse staten toch een optimale muntzone vormen. Van meet af aan was het duidelijk dat dit niet opging voor een land als Griekenland. Door de in- voering van de euro kon het land lenen te-
DE STANDAARD
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88