8 FONDSEN
DONDERDAG 25 MAART 2010
DE STANDAARD
Hoe worden de beste fondsen en fondsenhuizen geselecteerd?
Met de jaarlijkse uitrijking van de ‘awards’ willen Morningstar en De Standaard die fondsen be- lonen die het vermogen van de beleggers het meest hebben doen aangroeien. De prijzen wor- den uitgereikt per categorie van vergelijkbare fondsen.
BRUSSEL Algemeen gespro-
ken leggen we de nadruk op de prestatie van het afgelopen jaar en minder op die van de jaren voordien, maar daarmee valt het langetermijnperspectief
niet
weg. Fondsen kunnen maar in aanmerking komen voor een cer- tificaat als ze tijdens ten minste drie van de voorbije vijf jaar ook in de eerste helft van hun catego- rie geëindigd zijn. Daarbij wordt de return als criterium gehan- teerd, maar dan wel gecorrigeerd voor het risico dat de fondsenbe- heerders daarbij hebben geno- men. Op die manier moeten beheer- ders en hun fondsen in de prijzen vallen die het afgelopen jaar sterk gepresteerd hebben, maar al lan- ger aangetoond hebben dat ze ste- vige rendementen kunnen halen zonder overbodige risico’s te ne- men. Er zijn twee soorten prijzen. De ‘Certificaten’ (Category Awards) belonen een fonds dat de beste prestatie geleverd heeft in zijn Morningstar-categorie. De ‘Grote Prijzen’ (Fund House Awards) gaan naar beheerders
die de
sterkste prestatie leverden met een geheel van fondsen. In beide gevallen worden de abso- lute prestaties gecorrigeerd voor het risico dat werd genomen om het rendement te halen. De volledige uitslag van de cate- gorieën waarin een prijs wordt toegekend, vindt u achteraan in deze bijlage.
SELECTIECRITERIA
Alle Belgische en buitenlandse
© EPA
fondsen met een verkoopvergun- ning in België komen in aanmer- king, met uitzondering van de tien procent kleinste fondsen (portefeuillewaarde in euro ein- de juni 2009), de verzekerings- fondsen, fondsen met kapitaalga- rantie,
absolute-returnfondsen
die niet in euro zijn uitgedrukt, geldmarktfondsen, fondsen met doelstelling, long-short-fondsen en de fondsen met een vaste loop- tijd. De analisten van Morningstar kunnen er ook voor kiezen om fondsen uit te sluiten die op 30 ju- ni van vorig jaar minder dan 10 miljoen euro activa beheerden.
CERTIFICATEN
Elk fonds wordt ondergebracht in een categorie volgens het classifi- catiesysteem GIFS (Global In- vestment Fund Sectors) van Mor- ningstar. Er worden dit jaar 15 Ca- tegory Awards uitgereikt, waar- van
elf in heel Europa. De
resterende vier verschillen van land tot land. U vindt het over- zicht op pagina twee van deze bij- lage. Bij de berekening is de return van een fonds goed voor 80 procent van de eindscore. Dertig procent komt van de return op één jaar, de overblijvende 50 procent wordt gehaald op de return op drie en op vijf jaar. Daarbij weegt de re- turn op vijf jaar zwaarder (30 pro- cent) dan die op drie jaar (20 pro- cent).
Het risico dat bij het beheer geno- men werd, zorgt voort de reste- rende 20 procent van de totaal- score van het fonds. Daarvan
komt 8 procent van het risico dat genomen werd tijdens de voor- bije drie jaar en 12 procent van het risico tijdens de voorbije vijf jaar. Als die parameters gecombineerd worden en herverrekend naar het totale belang (return en risico sa- mengenomen) van elk jaar, weegt het jongste jaar 48 procent, het tweede en het derde elk 18 pro- cent en het vierde en het vijfde elk 8 procent. Samen is dat, uiter- aard, 100 procent. Na die kwantitatieve benadering worden de tien best gerangschik- te fondsen in elke Morningstar- categorie aan een kwalitatieve analyse onderworpen. Daarbij worden fondsen geweerd waarop particulieren niet kunnen inteke- nen, net als fondsen die zich vol- gens Morningstar niet aan hun beheersmandaat gehouden heb- ben of die niet tijdens ten minste drie van de jongste vijf jaar beter presteerden dan de mediaan van hun categorie. Morningstar kan van die laatste regel afwijken als de kwantitatie- ve analyse aantoont dat het fonds uitzonderlijke kwaliteiten heeft die niet door de klassieke criteria worden naar waarde geschat.
Deze
GROTE PRIJZEN
prijzen
– ‘Fund House
Awards’ – worden toegekend aan beheerders met het beste gamma beleggingsfondsen in een bepaal- de categorie. Daarbij moet een beheerder, na corerectie voor het genomen risico, duidelijk beter doen dan het gemiddelde. Voor elk van de vijf categorieën gelden andere criteria.
Voor het beste groot gamma aan- delenfondsen komen enkel be- heerders in aanmerking met min- stens 20 aandelenfondsen. Voor het beste groot gamma fond- sen die vastrentend beleggen, moet een beheerder minstens 15 van die fondsen onder zijn hoede hebben. Monetaire fondsen ko- men niet in aanmerking. Voor het beste klein gamma aan- delenfondsen komen beheerders in aanmerking met ten minste 5, maar niet meer dan 19 fondsen die uitsluitend in aandelen beleg- gen. Voor het beste klein gamma va- strentende fondsen wordt geke- ken naar beheerders met ten min- ste 3 en niet meer dan 15 fondsen die vastrentend beleggen. Mone- taire fondsen komen niet in aan- merking. Beheerders met ten minste vijf aandelen- en vijf vastrentende fondsen komen in aanmerking voor de prijs voor het beste ge- mengd gamma. Ook hier weer ko- men geldmarktfondsen niet in aanmerking. Voor elk van die vijf gamma’s ge- bruikt Morningstar zijn ratings voor een periode van vijf jaar. Fondsen die nog geen vijf jaar be- staan of niet voorkomen in het GIFS-universum van Mornings- tar, komen dus niet in aanmer- king.
De berekening van de score is vrij ingewikkeld. Eerst wordt voor elk fonds van een beheerder het risico-gecorri- geerd rendement (MRAR) bere- kend en ook de rangschikking (in procent) binnen de GIFS catego-
rie. Vervolgens wordt de gemiddelde rangschikking van de MRAR be- rekend van elk fonds van het fon- denshuis, gevolgd door de medi- aan van de MRAR van elk fonds van
diezelfde beheerder.
Die
score wordt aangepast op basis van een kansfunctie die toelaat om de grootte van de verschillen- de fondsenhuizen te compense- ren. Daardoor wordt het mogelijk om de gemiddelde scores van de fondsbeheerders op een correcte manier met elkaar te vergelijken. Daarna volgt een kwalitatieve analyse waarbij uitzonderlijk be- heerders geweerd kunnen wor- den omdat zich belangrijke ver- schuivingen hebben voorgedaan die het onwaarschijnlijk maken dat de prestaties uit het verleden kunnen worden overgedaan. Zo kan het vertrek van één of meerdere topbeheerders een re- den zijn om een fondsenhuis te weren, net als een forse toename van de kosten van een vermogens- beheerder of een overname door een andere groep waardoor het toekomstig beleid ter discussie kan worden gesteld. Een beslis- sing
tot diskwalificatie moet
steeds worden goedgekeurd door de leiding van Morningstar’s Eu- ropese researchafdeling. (lc) Alle berekeningen van deze jaar- gang hebben betrekking op de volgende periodes: - 1 jaar: van 1 januari 2009 tot 31 december 2009. - 3 jaar: van 1 januari 2007 tot 31 december 2009 - 5 jaar: van 1 januari 2005 tot 31 december 2009
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88